-
1 noise
n. lawaai; geritsel, ruis; (in computers) achtergrond storing; ongewenste elektrische storingen van een signaal--------v. leven, lawaai, rumoer; kabaal; geraas, gerucht; geluid[ nojz]2 lawaai ⇒ leven, rumoer♦voorbeelden:1 make (sympathetic) noises • zich (gunstig) uitlaten, (positief) reageren→ big big/
См. также в других словарях:
Noise Rock — (izg. nȍjz rȍk) DEFINICIJA glazb. podvrsta alternativnog rocka u 1980 ima, temeljen na kakofonijskom gitarskom zvuku, izobličenjima zvuka i elektronski stvorenoj buci nauštrb melodije; Noise ETIMOLOGIJA engl.: bučni rok … Hrvatski jezični portal