-
1 dat is zijn geld niet waard
dat is zijn geld niet waardVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is zijn geld niet waard
-
2 het aankijken niet waard
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het aankijken niet waard
-
3 het is de moeite niet (waard)
het is de moeite niet (waard)it's not worth it/the effort/the botherVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is de moeite niet (waard)
-
4 het sop is de kool niet waard
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het sop is de kool niet waard
-
5 hij is haar niet waard
hij is haar niet waardVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is haar niet waard
-
6 hij is het doodschoppen niet waard
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is het doodschoppen niet waard
-
7 je bent niet waard dat wij jou helpen
je bent niet waard dat wij jou helpenyou're not worthy of our help/supportVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je bent niet waard dat wij jou helpen
-
8 het sop is de kool niet waard
the game is not worth the candle -
9 waard
waard1〈de〉1 landlord♦voorbeelden:————————waard21 [de genoemde waarde hebbend] worth2 [in waarde overeenkomend met] worth ⇒ worthy (of something/someone)3 [als aanspreekvorm] [beste] dear♦voorbeelden:1 dit huis is ruim twee ton waard • this house is worth 200,000 guildersje bent niet waard dat wij jou helpen • you're not worthy of our help/supportlaten zien wat je waard bent • show someone what you're made ofhij is haar niet waard • he's not worthy of heriets vertellen voor wat het waard is • tell something for what it's worthdat is het vermelden waard • that's worth mentioningniet veel waard zijn (als hulp) in de huishouding • be not much good at housekeepinghet is niets waard • it is worthless/isn't worth a pennyna een dag werken ben ik 's avonds niets (meer) waard • after a day's work I'm good/fit for nothinghet leven is zonder haar niets waard • life without her is meaningless/uselessen dat is ook (heel) wat waard • and that's not to be underestimated/no small thinghet zou haar heel wat waard zijn om … • she would give a great deal to …het geld wordt minder waard • money is depreciating/decreasing in valueveel waard zijn • be worth a lotweinig waard zijn • count/be good for littlemijn waarde • my dear/good fellow -
10 niet veel waard zijn (als hulp) in de huishouding
niet veel waard zijn (als hulp) in de huishoudingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > niet veel waard zijn (als hulp) in de huishouding
-
11 moeite
♦voorbeelden:met die jongen krijg je nog moeite • that boy will give you a lot of bother/troublevergeefse moeite • wasted effortbespaar je de moeite • (you can) save yourself the trouble/botherer is veel moeite aan besteed • considerable effort has been expended on itmoeite doen • take pains/troubleu hoeft geen extra moeite te doen • you need not bother, don't put yourself outik had moeite mij in te houden • I had difficulty holding myself back, I could hardly control myselfhet is de moeite niet (waard) • it's not worth it/the effort/the bother〈 ironisch〉 het is de moeite! • big deal!het kost me moeite om • I find it hard todat loont de moeite • it's worth the effort/trouble/itzich veel/de grootste moeite getroosten • go to/take great pains, bend over backwardshet is de moeite waard om het te proberen • it's worth a try/tryingde dingen die het leven de moeite waard maken • the things that make life worth livinghet was zeer de moeite waard • it was most rewardingmet moeite de 100 (km/u) halen • barely do/reach 100 kilometres per hourmet grote moeite • with great difficultydat is voor de moeite • that's for your troubledank u wel voor de moeite! • thank you very much!, sorry to have troubled you!doe (maar) geen moeite • don't bother, never mindgeen moeite was hem teveel • he spared no pains/effortdat is me te veel moeite! • I can't be bothered (with it/that)!, that's too much trouble -
12 aankijken
1 [kijken naar] look at♦voorbeelden:het aankijken niet waard • not worth looking at2 de zaak nog eens aankijken • wait and see, think the matter over -
13 doodschoppen
♦voorbeelden: -
14 onwaardig
1 [niet waard zijnde] unworthy (of)♦voorbeelden:zich onwaardig gedragen • act unworthilyII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [verachtelijk] unworthy♦voorbeelden:een onwaardig schouwspel • an undignified spectacle -
15 sop
1 [zeepwater] (soap)suds2 [zee] deep♦voorbeelden:het sop is de kool niet waard • the game is not worth the candle -
16 ook
3 [zelfs] even5 [dienovereenkomstig] therefore♦voorbeelden:1 zijn er ook brieven? • are there any letters?wat hij zegt gebeurt ook • whatever he says goesAn was ook van de partij • Ann came along toomag ik ook eens wat zeggen? • may I say something too?ik ben er ook nog • I'm here toohij kookte, en heel goed ook • he did the cooking and very well toohet is mooi, en nog goedkoop ook • it is beautiful and cheap as wellmisschien doet hij het, misschien ook niet • maybe he'll do it and (then again) maybe he won'thij heeft niet gewacht, en ik trouwens ook niet • he didn't wait and neither did Izo vreselijk moeilijk is het nu ook weer niet • it's not all that difficult (after all)dat hebben we ook weer gehad • so much for that, that's over and done withze lust geen appels, en ook geen sinaasappels • she doesn't like apples or orangesniet alleen …, maar ook … • not only …, but also …morgen kan ook nog • tomorrow will be all right tooik hou van tennis en hij ook • I like tennis and so does he‘prettig weekend.’ ‘jij ook’ • ‘have a nice weekend.’ ‘(and) you too’‘je bent een stommeling.’ ‘jij ook’ • ‘you're an idiot.’ ‘so are you/you too’ik ben ook maar een mens • I'm only humanopa praatte ook zo • grandpa used to talk like that (too)mij ook goed! • suits medat is ook wat moois! • 〈 ironisch〉 that's a bit much!dat is waar ook! • that's true, of course!; 〈 bij het plots te binnen schieten〉 oh, I almost forgot!zo denk ik er ook over • I feel the same way about itook al is hij niet rijk • even though he's not rich4 hoe jong ik ook ben … • as young as I may be/am …jij zegt ook maar alles, wat je voor de mond komt • you say whatever pops into your headalles, maar dan ook alles! • absolutely everythingrepareer het hoe dan ook • fix it however you canhoe het ook zij, laten we nu maar gaan • anyway, let's go nowhoe dan ook • anyhowwat er ook gebeure • whatever happens, come what maywat je ook doet • whatever you doheb je je sjaal of wat je ook kwijt was gevonden? • have you found your scarf or whatever it was you had lost?wie (dan) ook • whoeverik heb zijn hulp aangenomen, ook al is die vrijwel niets waard • I have accepted his help, even though it's hardly worth anythinghoe zeer zij zich ook inspande • as hard as she tried5 hij is dan ook gestraft • and therefore/so he's been punished6 heb je haar ook voorbij zien gaan? • did you see her go past by any chance?kun je me ook zeggen waar hij woont? • could you tell me where he lives, (please)?(dat is) maar goed ook! • and a good thing too!jij hebt ook nooit tijd! • you never have any time!hoe heet hij ook weer? • what was his name again? -
17 geen
I 〈 hoofdtelwoord〉1 [niet één enkele; niet de geringste hoeveelheid] none; 〈+ zelfstandig naamwoord〉 not a/any; 〈 voornamelijk formeel〉 no♦voorbeelden:geen cent waard zijn • not be worth a pennygeen geld meer hebben • have no money lefthij heeft geen geld • he doesn't have any/he has no moneyer zijn bijna geen sigaretten meer • we're nearly out of cigarettesgeen wijn kunnen verdragen • not be able to take winehij zwemt als geen ander • he's second to none at swimmingbijna geen • almost none, hardly anygeen van die jongens/van allen/beiden • none of those lads, none of them, neither (of them)geen van die boeken/van alle/beide • none of those books, none of them, neither of themzo goed als geen • practically none, few if anyII 〈 lidwoord〉♦voorbeelden:nog geen tien minuten later • not ten minutes laternog geen twee jaar geleden • less than two years agogeen enkele reden hebben om te • have no reason whatsoever to2 hij kent/spreekt geen Engels • he doesn't know/speak (any) Englishdat is geen Engels • that isn't Englishze heet geen Vanessa • her name isn't Vanessavan geen wijken weten • not budge (an inch)geen één • not (a single) one -
18 heel
2 [niet in stukken] whole4 [groot] quite a/some♦voorbeelden:1 een paar hele kousen • a decent/whole pair of stockingsiets weer heel maken • fix/repair somethingheel Engeland • all England, the whole of Englandhele getallen • whole numbers, integerseen heel jaar • a whole yearover heel het land • throughout the country/landheel zijn leven • his whole lifede hele tijd • the whole timeze is een hele dame geworden • she's become quite a (young) ladyhij is een heel eind in de tachtig • he is well into his eightieshet is een heel eind (weg) • it's a good way (off)een hele som • (quite) a large sum of moneyeen hele tijd • quite some timedat is een heel verhaal • that's a long storyII 〈 bijwoord〉2 [geheel en al] completely, entirely ⇒ wholly3 [volstrekt] at all♦voorbeelden:1 dat is heel gewoon • that's common enough/quite normaleen heel grote neus • a very large noseeen heel klein beetje • a tiny bitdat heeft heel wat gekost • that cost a pretty pennydat kostte heel wat moeite • that took a great deal of effortje weet het heel goed! • you know perfectly well!heel vaak • very often/frequentlyheel weinig waard zijn • be of/have very little valueheel veel • a great deal of, a great manyheel in de verte • way in the distanceheel af en toe • once in a great whileik weet het heel zeker • I'm absolutely positive -
19 aanzien
aanzien1〈 het〉♦voorbeelden:1 dat is het aanzien waard • that is worth watching/looking atten aanzien van • with regard/respect tozonder aanzien des persoons • without respect of personsvan aanzien veranderen • change in appearancein aanzien staan bij • be held in high regard byhij is sterk in aanzien gestegen • his prestige has risen sharply————————aanzien24 [aan het uiterlijk zien] see♦voorbeelden:ik wil het nog even aanzien • I'll give it another weekiets met lede ogen aanzien • look on (something) sadly3 waar zie je mij voor aan? • what do you take me for?iemand voor een ander aanzien • (mis)take someone for someone elsenaar het zich laat aanzien • by the looks of ithet laat zich aanzien dat • it is likely that -
20 dienst
1 [het dienen (voor/door een openbare instelling)] service2 [leger, religie] service3 [het verrichten van werkzaamheden] duty♦voorbeelden:gewone, buitengewone dienst • revenue/capital accountzich in dienst stellen van • place oneself in the service ofin dienst treden • 〈 zeer hoge positie aanvaarden〉 take up office; 〈 gewoon beginnen〉 officially start one's jobik ben een maand geleden in dienst getreden bij Van Dale als redacteur • a month ago I joined Van Dale as an editorin dienst nemen • take on, engagedienst nemen, in dienst gaan • enlist, join the armyin dienst zijn • do one's military serviceik heb morgen geen dienst • I am off duty tomorrowhij heeft van 8 tot 12 dienst • he is on duty from 8 till 12de lift is buiten dienst • the lift is out of orderiemand een goede dienst bewijzen • do someone a good turnje kunt me een dienst bewijzen • you can do me a favourzijn diensten uitbreiden • extend one's servicesde ene dienst is de andere waard • one good turn deserves another6 in vaste/tijdelijke dienst zijn • hold a permanent/temporary appointmentiemand de dienst opzeggen • give someone noticeiemand in dienst hebben • employ someonein dienst zijn bij iemand • be in someone's servicein dienst van een bedrijf • in the pay of a company¶ dienst doen (als) • serve (as/for)gooi dat niet weg, het kan nog wel eens dienst doen • don't throw that away, it might come in useful some dayde dienst uitmaken • run the show, call the shotsin dienst van het vaderland • in the service of the countrytot uw dienst • you're welcomewij staan geheel tot uw dienst • we are entirely at your serviceiemand van dienst zijn met • be of service to someone withwat is er van uw dienst? • what can I do for you?kan ik u van dienst zijn? • can I help you?; 〈 in winkel ook〉 are you being served?
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Werth (Adverb.) — 1. Der ist eins dings nicht werth, der nicht das Hertz hat, dass er s begehrt. – Lehmann, 66, 21; 100, 7. 2. Der ist wenig werth, der sich um seinen guten Namen nicht wehrt. 3. Die sind werth zu leben, die jedem das Seine geben. Holl.: Zij zijn… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wasser — 1. Alle kleinen Wasser laufen in die grossen. – Simrock, 11227; Körte, 6528; Braun, I, 4928. »Die kleinen Wasser allgemein laufen in die grossen hinein.« Die Russen: Das Wasser, was die Ladoga der Newa gibt, gibt die Newa dem Finnischen Meerbusen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Pfennig — 1. An einem Pfennig sieht man wie ein Gulden gemünzt (geschlagen) ist. – Simrock, 7836. Holl.: Aan een penning ziet men, hoe een gulden gemunt is. (Harrebomée, II, 178a.) 2. Auch der Pfennig ist blank, wenn er aus der Münze kommt. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mensch — 1. A verzagte Möntsch isch im Himmel nid sichar. (Bern.) – Zyro, 108. 2. Ach, Mensch, betracht , wie Gott verlacht all deinen Pracht, der in einer Nacht wird zu nichts gemacht. – Gerlach, 9. 3. Ain verkerter mensch richtet hader an vnd ain… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kleines — 1. Auch das Kleine muss man verehren, denn die Nadel (Feder) kann einen Schneider (Schreiber) ernähren. »Klein ding sol man verachten nicht, da es zuletzt auch viel ausricht.« Lat.: Ex nuce fit corylus, ex glande fit ardua quercus, ex paruo puero … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schuh — Der Schuh hatte früher eine große Bedeutung in der Brautwerbung (vgl. ›Aschenputtel‹; ›Thidrekssaga‹, Kapitel 61; ›König Rother‹): damit in Verbindung steht wohl noch die schwäbische Sitte des Schuhweintrinkens, bei der am Hochzeitstag die… … Das Wörterbuch der Idiome
Mühe — 1. Dein Müh und Sorg hilft gar nicht viel, wenn Gott der Herr nicht helfen will. Lat.: Esto laborator, Deus est tunc auxiliator. (Chaos, 455.) 2. Dem, der sein müh vnd arbeit spart, grosser gwin selten widerfart. Lat.: Absque labore graui, non… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Todtschiessen — *1. Das ist zum todtschiessen. – Mayer, II, 217. *2. Er ist das Todtschiessen nicht werth. Holl.: Hij is het doodschieten niet waard. (Harrebomée, I, 431a.) *3. Lât di dôtschîten, mîn Jung, dann büste de Plag los, sagt Krauthuber. Krauthuber war… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Pferd — (s. ⇨ Ross). 1. A blind Ferd trefft gleich (gerade) in Grüb herein. (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. Alte Pferde achten der Peitsche nicht. Lat.: Psittacus senex ferulam negligit. (Gaal, 926.) 3. Alte Pferde gehen nicht durch. Holl.: Het hollen is… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wirth — 1. Beim besten Wirth zehret man am besten. – Lehmann, 922, 10. 2. Beim Wirth muss man dass lachen sowol bezahlen, als die Kost. – Lehmann, 923, 24; Eiselein, 646; Simrock, 11683. 3. Da der Wirth ein Hanrey ist, ziehen die Gäste gerne ein. – Facet … Deutsches Sprichwörter-Lexikon