-
1 hum
n. zoem--------v. neuriën; gonzen, snorrenhum1[ hum] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zoem/bromgeluid ⇒ (ge)brom, gezoem♦voorbeelden:————————hum2〈 hummed〉♦voorbeelden:hum with activity • gonzen van de activiteit/bedrijvigheid1 neuriën————————hum3[ mmm] 〈 tussenwerpsel〉1 eh ⇒ h'm, ahum -
2 croon
-
3 sing
v. zingen; fluiten; neuriën; verklappen (i.d. spreektaal)1 〈 benaming voor〉 zingend geluid maken ⇒ suizen 〈 van wind〉; fluiten 〈 van kogel〉; tjirpen 〈 van krekel〉♦voorbeelden:sing out (for) • schreeuwen (om)sing up • luider zingen1 zingen2 dichten♦voorbeelden: -
4 singing
adj. zingend--------n. zang; fluiten; neuriën[ singing] -
5 hum a tune
een melodie neuriën
См. также в других словарях:
ASTÉRIDES — Les Astérides, ou étoiles de mer, constituent l’une des cinq classes d’Échinodermes représentées actuellement dans la nature. C’est un groupe prospère (2 000 espèces modernes décrites), homogène, et bien représenté dans toutes les mers du globe,… … Encyclopédie Universelle