-
21 het nodig achten om
het nodig achten omjuger nécessaire de 〈+ onbepaalde wijs〉 -
22 hiervoor is noodzakelijk dat …
hiervoor is noodzakelijk dat …à cette fin il est nécessaire que 〈+ aanvoegende wijs〉 -
23 hiervoor
2 [van tijd] avant3 [voor, wat betreft het genoemde] pour cela4 [tot dit doel] à cette fin5 [in ruil voor het genoemde] en échange♦voorbeelden: -
24 hoognodig
♦voorbeelden:1 er moet hoognodig iets aan gebeuren • il est grand temps d'y faire qc.hoognodig moeten • avoir un besoin pressanthet hoognodige • le strict nécessaire -
25 iets noodzakelijk vinden
iets noodzakelijk vindenjuger qc. nécessaire -
26 iets primair stellen
iets primair stellenconsidérer qc. comme nécessaire -
27 in iets te pas komen
in iets te pas komen -
28 kwaad
kwaad1〈 het〉♦voorbeelden:kwaad doen • faire le malmen moet kwaad met goed vergelden • on doit rendre le bien pour le malkwaad met kwaad vergelden • rendre le mal pour le malhet kwaad was al geschied • le mal était déjà faitzich ten kwade keren • tourner malhij kan daar geen kwaad doen • il a conquis tous les coeursvan geen kwaad weten • être parfaitement innocentik zie daar geen kwaad in • je n'y vois aucun malergens geen kwaad in zien • ne pas entendre malice à qc.daar steekt geen kwaad in • ce n'est pas bien méchantzij bedoelt daar geen kwaad mee • elle n'y entend pas malicevan kwaad tot erger (vervallen) • (aller) de mal en piskwaad stichten • faire du malhet kwaad met wortel en al uitroeien • couper le mal à la racine————————kwaad2♦voorbeelden:het kwaad (te verduren) hebben • être (mis) à maldat is zo kwaad niet • cela n'est pas trop malhij meent het zo kwaad niet • il n'y entend pas malicehij is de kwaadste niet • il n'est pas bien méchantzich kwaad maken, kwaad worden • se fâcher (contre) -
29 moest (je) dat nou (doen)?
moest (je) dat nou (doen)?est-ce que c'était vraiment nécessaire (de faire ça)? -
30 moeten
I 〈 hulpwerkwoord〉1 [algemeen] devoir2 [willen] vouloir♦voorbeelden:hij wist niet meer waar hij moest blijven • il ne savait plus où se mettredat moet je nog eens doen (als je durft)! • recommence (si tu oses)!zij moet vroeger een mooi meisje geweest zijn • elle a dû être (une) jolie fille dans le tempsdat moet gezegd (worden) • il faut le diremoet je eens horen • écoute(-moi ça)hij moest wel lachen • il ne pouvait pas s'empêcher de rirehet moest niet mogen • ça ne devrait pas existerdat moet je zo uitspreken • cela se prononce comme çahij moet zich (haast wel) vergist hebben • il a dû se tromperdat had je moeten zien! • tu aurais dû voir ça!het moet al heel slecht weer zijn, wil hij thuis blijven • il faut vraiment qu'il fasse très mauvais pour qu'il reste à la maisonhet heeft zo moeten zijn • ça devait arrivermoest (je) dat nou (doen)? • est-ce que c'était vraiment nécessaire (de faire ça)?het moet • il le faut〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 hoeveel moet ik u? • je vous dois combien?wat moet, dat moet maar • il faut ce qu'il fautzo moet (je) het niet (doen) • ce n'est pas comme cela qu'il faut faireik moet nodig • ça presseweg moeten • devoir partiralles moet weg • tout doit partiraan een bril moeten • devoir porter des lunetteseen heilig moeten • un devoir sacro-saintals het moet • s'il le faut2 moeten jullie niet eten? • n'alliez-vous pas manger?ik moest gapen van die film • ce film m'a fait bâillerhij moest en zou het hebben • il le lui fallait coûte que coûtewat moet je? • qu'est-ce que tu veux?wat moet dat? • qu'est-ce que c'est que ça?ze moet er even uit • elle a besoin de changer d'airwaar moet je heen (gaan)? • où est-ce que tu vas?¶ moest ik ziek worden, … • si je tombais malade, …II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [mogen, believen] vouloir (qc. de qn.)♦voorbeelden: -
31 node
1 [gedwongen] à contre-coeur2 [ternauwernood] à peine♦voorbeelden:van node zijn • être nécessaire -
32 nodig
♦voorbeelden:iets nodig hebben • avoir besoin de qc.het is nodig dat zij komt • il faut qu'elle vienneals het nodig is • s'il le fauthet nodig vinden om • éprouver le besoin dedat is hard, dringend nodig • c'est urgentzo nodig • au besoinik moet je nodig spreken • il faut absolument que je te parledat brengt de nodige rompslomp met zich mee • avec tous les tracas qui s'ensuivent (habituellement) -
33 noodzakelijk
♦voorbeelden:noodzakelijk deel uitmaken van • faire partie intégrante de2 het noodzakelijk achten iets te doen • estimer indispensable de faire qc.dit vloeit noodzakelijk uit die maatregel voort • c'est une conséquence inévitable de cette mesure -
34 pas
pas1I 〈de〉♦voorbeelden:een veerkrachtige pas • un pas soupleiemand de pas afsnijden • couper la route à qn.de pas inhouden • ralentir le paser flink de pas inzetten • y aller d'un pas gaillardpas op de plaats maken • piétiner sur placezijn pas versnellen • presser le pastwee passen hier vandaan • à deux pas d'iciII 〈 het〉♦voorbeelden:in iets te pas komen • être nécessaire (à)jouw gedrag komt hier niet te pas • ton attitude est déplacéevan pas • opportunjuist van pas komen, te pas komen • 〈 op het goede tijdstip〉 tomber à pic; 〈 gelegen komen〉 venir au bon momentniet van pas • hors de proposdat zou uitstekend van pas komen • cela nous arrangerait biendat geeft geen pas • cela ne se fait pas————————pas25 [in nog hogere mate] 〈 onderwerp〉 voilà qui; 〈 lijdend voorwerp〉 voilà ce que, ça, c'est du, de la 〈+ zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:werktuigdelen pas maken • ajuster des pièceshet pas getrouwde stel • les jeunes mariéshij is pas aangekomen • il vient d'arriverik heb hem pas nog gezien • je l'ai vu l'autre jour encorezo pas • à l'instanthet is pas tien uur • il n'est que dix heureshet is pas een jaar geleden • il y a un an seulementwe zijn pas in Utrecht • nous ne sommes qu'à Utrechtdan pas • alors seulementzij is vanavond pas aangekomen • elle est seulement arrivée ce soirpas toen hij weg was begreep ik … • ce n'est qu'après son départ que j'ai compris …5 dat is pas lekker! • voilà qui est bon!dat is pas hard werken! • c'est ce qui s'appelle travailler! -
35 poetsdoos
-
36 primair
♦voorbeelden:2 iets primair stellen • considérer qc. comme nécessaire -
37 reisbenodigdheden
-
38 scheergerei
-
39 strikt
♦voorbeelden:alleen het strikt nodige doen • ne faire que le strict nécessairein de strikte zin des woords • au sens strict du termestrikt genomen • strictement parlant -
40 van node zijn
van node zijn
См. также в других словарях:
nécessaire — [ nesesɛr ] adj. et n. m. • XIIe; lat. necessarius I ♦ Adj. 1 ♦ Se dit d une condition, d un moyen dont la présence ou l action rend seule possible une fin ou un effet. Condition nécessaire et suffisante pour qu un quadrilatère soit un rectangle… … Encyclopédie Universelle
necessaire — NECESSAIRE. adj. de tout genre. Dont on ne se peut passer, dont on a absolument besoin pour quelque fin. La respiration est necessaire à la vie. avoir les choses necessaires à la vie. les choses necessaires. se servir des moyens necessaires. la… … Dictionnaire de l'Académie française
necessaire — Necessaire, com. gener. penac. Necessarius, Necesse, Necessum. Fort necessaire, Pernecessarius. Chose necessaire, Grauis causa. Il est necessaire, Operae est, Necessarium est. Il est fort necessaire, Peropus est, Pernecessarium est. Il pense que… … Thresor de la langue françoyse
Necessaire — Sn erw. fremd. Erkennbar fremd (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. nécessaire; dieses aus l. necessārius notwendig . Ebenso nndl. necessaire, ne. necessary, nschw. necessär, nnorw. necessær. ✎ DF 2 (1942), 189. französisch frz … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Necessaire — (fr., spr. Neseffähr, d.i. nothwendig), 1) Behältniß, worin man die zu irgend einer Absicht nöthigen Werkzeuge bewahrt u. bei sich führt; daher so v.w. Etui u. Besteck; 2) so v.w. Strickbeutel … Pierer's Universal-Lexikon
Nécessaire — (franz., spr. ßessär , »notwendig«), Behältnis zur Aufbewahrung von Handarbeits , Toilettegegenständen etc., die man häufig gebraucht … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Necessaire — (frz., spr. neßessähr, das »Notwendige«), Kästchen mit Nähgerätschaften, Toilettesachen etc … Kleines Konversations-Lexikon
Nécessaire — (nesessähr), frz. Besteck, Etui, Strickbeutel … Herders Conversations-Lexikon
nécessaire — /nese sɛr/ s.m., fr. (propr. agg., necessario ), in ital. invar. [contenitore di oggetti necessari per diversi scopi, spec. per la toletta; anche, l insieme degli oggetti stessi: n. da viaggio, da cucito ] ▶◀ astuccio, beauty, beauty case, kit,… … Enciclopedia Italiana
nécessaire — фр. [нэсэсэ/р] necessario ит. [нэчэсса/рио] необходимый … Словарь иностранных музыкальных терминов
nécessaire — |nècèssére| s. m. Bolsa pequena com um conjunto de objetos necessários a determinada atividade, muitas vezes de higiene. ‣ Etimologia: palavra francesa … Dicionário da Língua Portuguesa