-
1 Mode
Mode〈v.; Mode, Moden〉♦voorbeelden:in Mode bringen, sein • in de mode brengen, zijn¶ 〈 informeel〉 was sind denn das für neue Moden? • waar lijkt dat nu op?, wat zijn dat voor manieren? -
2 Moment
Moment1〈m.; Moment(e)s, Momente〉1 ogenblik, moment♦voorbeelden:〈 informeel〉 Moment (mal)! • 'n ogenblikje!auf, für einen Moment • 'n ogenblikje, eventjesim Moment • momenteelim gegebenen Moment • op het beslissende momenteinen Moment bitte! • 'n ogenblikje a.u.b.————————Moment2〈o.; Moment(e)s, Momente〉1 factor, gezichtspunt, element -
3 Zeit
〈v.; Zeit, Zeiten〉♦voorbeelden:eine Zeit lang • een tijdlang, een poos(je)auf längere Zeit verreisen • voor vrij lange tijd op reis gaan(ach) du liebe Zeit! • heremijntijd!, lieve hemel!〈 sport en spel〉 die Zeit abnehmen • de tijd nemen, klokkeneine Zeit festsetzen • een tijdstip vaststellenlass dir Zeit! • neem er de tijd voor!an gewissen Zeiten • op bepaalde tijdenes ist an der Zeit, etwas zu unternehmen • het is tijd iets te ondernemener ist Beamter auf Zeit • hij is ambtenaar in tijdelijke dienstauf lange Zeit • voor (een) lange tijd〈 informeel〉 ich habe genug für alle Zeiten • ik heb voor altijd, voor mijn hele leven genoegin nächster Zeit • binnenkortmit der Zeit gehen • met zijn tijd meegaanmit der Zeit gewöhnt man sich daran • mettertijd raak je eraan gewendzwei Wochen über die Zeit • twee weken over de termijnum diese Zeit sollte er schon schlafen • op dit uur moest hij eigenlijk al slapenum welche Zeit? • hoe laat?das Baby kam vor der Zeit • de baby kwam te vroegvor grauen Zeiten • in het grijze, grauwe verledenzu Zeiten, zur Zeit, zu der Zeit meines Urgroßvaters • in de tijd van mijn overgrootvaderzu aller Zeit, zu allen Zeiten • altijd, te allen tijdezu bestimmten Zeiten • op gezette tijdenzu der Zeit war ich außer Landes • in die tijd was ik in het buitenlandzu gegebener Zeit • te zijner tijdzu jeder Zeit • te allen tijde, altijdzu seiner Zeit • in zijn tijd, toen hij nog leefdezur Zeit Luthers • ten tijde, in de tijd van Lutherzurzeit, 〈 oude spelling〉zur Zeit ist das Wetter schön • op het ogenblik, momenteel is het mooi weerzur rechten Zeit • op het juiste ogenblik〈 spreekwoord〉 wer nicht kommt zur rechten Zeit, der bekommt, was übrig bleibt • wie niet past op zijn tijd, die is zijn maaltijd kwijt -
4 augenblicklich
-
5 das ist jetzt große Mode
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das ist jetzt große Mode
-
6 im Moment
im Moment -
7 momentan
-
8 zu
zu1〈 bijwoord〉1 te2 dicht, gesloten♦voorbeelden:zu viel (des Guten) • te veel (van het goede)ich krieg zu viel! • nou ben ik het zat!zu wenig • te weinig¶ mach zu! • schiet op!————————zu2〈voorzetsel + 3〉1 〈 van plaats〉aan, bij, in, naar4 〈m.b.t. tot hoeveelheden, aantallen〉met, voor5 〈 in verbindingen〉met, op, voor♦voorbeelden:zu Hause • thuisGasthof ‘Zur Krone’ • hotel-restaurant ‘De Kroon’zu Wasser, zu Lande und in der Luft • te land, ter zee en in de luchtzur Rechten • aan de rechterhandzu Boden fallen • op de grond vallenzum Arzt, Bahnhof gehen • naar de dokter, het station gaanzu Tisch gehen • aan tafel gaanzur Tür hinausgehen • de deur uitgaanZucker zum Tee nehmen • suiker bij, in de thee nemendieses Hemd passt zu der Hose • dit hemd past bij de broekzu allem Ja sagen • op alles ja zeggensich zu jemandem setzen • bij iemand gaan zittendie Nacht vom Freitag zum Samstag • de nacht van vrijdag op zaterdagzu Weihnachten • met Kerstmiszur Zeit Luthers • ten tijde, in de tijd van Lutherzurzeit, 〈 oude spelling〉zur Zeit ist das Wetter schön • op het ogenblik, momenteel is het mooi weerzu Fuß • te voetzu hunderten, Hunderten • met honderden tegelijkdas Kilo zu zwei Mark • twee mark de kilozum zweiten Mal • voor de tweede keerSpielstand zwei zu eins • stand 2-1zum größten Teil • voor het grootste deelzu dritt • met z'n drieënzum Scherz • voor de grapzu diesem Zweck • met dit doelzu Geld kommen • aan geld komenzu Wort kommen • aan het woord komen————————zu3〈 voegwoord〉1 te♦voorbeelden:da ist nichts zu machen • daar valt niets aan te doen -
9 zurzeit
zurzeit1 momenteel, op het moment, dit ogenblik -
10 zz.
См. также в других словарях:
Concours Eurovision de la chanson 2010 — 55e Concours Eurovision de la chanson Demi finale 25 mai 2010 (1re demi finale) 27 mai 2010 (2de demi finale) … Wikipédia en Français
Eurovision Song Contest 2010 — Concours Eurovision de la chanson 2010 55e Concours Eurovision de la chanson Demi finale 25 mai 2010 (1re demi finale) 27 mai 2010 (2de demi finale) Finale 29 mai 2010[ … Wikipédia en Français
Bélgica en el Festival de la Canción de Eurovisión 2010 — Saltar a navegación, búsqueda Bélgica participará en la 55ª edición del Festival de Eurovisión, a pesar de haber conseguido solamente un penúltimo puesto en la primera semifinal del Festival de la Canción de Eurovisión 2009, con Patrick… … Wikipedia Español