-
1 Nase
Nase〈v.; Nase, Nasen〉2 neusvis, sneep♦voorbeelden:〈 informeel〉 von etwas, jemandem die Nase (gestrichen) voll haben • van iets, iemand zijn buik vol hebbenüber jemanden, etwas die Nase rümpfen • voor iemand, iets de neus ophalen〈 informeel〉 immer der Nase nach • je neus altijd maar achterna, altijd maar rechtuitsich 〈 3e naamval〉 erst einmal frischen Wind um die Nase wehen lassen • eerst eens rondkijken, ervaring opdoen -
2 auf die Nase fallen
auf die Nase fallen -
3 auffliegen
auffliegen♦voorbeelden:der Schwindel ist aufgeflogen • de zwendel is ontdektder Verein ist aufgeflogen • de vereniging is uiteengevalleneine Konferenz auffliegen lassen • een conferentie laten mislukken -
4 danebengehen
danebengehen -
5 das lauft schief
dat loopt scheef, dreigt te mislukken -
6 durchfallen
-
7 eine Konferenz auffliegen lassen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Konferenz auffliegen lassen
-
8 fehlschlagen
-
9 missglücken
missglücken1 mislukken, niet lukken -
10 misslingen
misslingen1 mislukken, mislopen -
11 missraten
-
12 nichts werden
-
13 platzen
platzen2 openbarsten ⇒ open-, losspringen♦voorbeelden:platzen vor Neugier • barsten van nieuwsgierigheidplatzen vor Gesundheit • in blakende welstand verkerenzum Platzen voll • barstensvoles ist zum Platzen • het is om uit je vel te springendadurch ist unser Urlaub geplatzt • daardoor is onze vakantie de mist ingegaandie Verlobung ist geplatzt • de verloving is uit♦voorbeelden:1 bitte, platzen Sie sich! • gaat u zitten! -
14 scheitern
scheitern〈 sein〉1 mislukken, schipbreuk lijden ⇒ falen, stranden♦voorbeelden:1 gescheiterte Bewerber • afgewezen sollicitanten, kandidateneine gescheiterte Existenz • een mislukkeling, een schipbreukeling van de maatschappijzum Scheitern verurteilt • tot mislukking gedoemd -
15 schief
2 scheef, verkeerd, onjuist♦voorbeelden:〈 schertsend〉 es wird schon schief gehen! • het zal wel loslopen!〈 informeel〉 das lauft schief • dat loopt scheef, dreigt te mislukken〈informeel; figuurlijk〉 schief liegen • het mis hebben, fout zitten -
16 straucheln
straucheln -
17 verdammen
verdammen♦voorbeelden:1 verdammt noch mal! • potverdorie!zum Scheitern verdammt • tot mislukken gedoemd -
18 verkrachen
verkrachen -
19 verpuffen
-
20 versagen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Landmann — 1. Der Landmann hasst, wenn es donnert über dem dürren Ast. (Eifel.) – Reinsberg VIII, 57. 2. Der Landmann muss seinen Pflug selbst führen, wenn es gedeihen soll. 3. Der Landmann weiss nicht, was er thut. Wie viel bei seiner Ernte auf Rechnung… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon