-
1 matigen
♦voorbeelden:de looneisen matigen • moderate wage claimsmatig uw snelheid • reduce your speedzich matigen • restrain/control oneself1 [zuiniger worden] economize♦voorbeelden: -
2 matigen
-
3 matigen
умерить; уменьшить; снизить, убавить, сбавить, замедлить; замедлить, убавить; сбавить, снизить, понизить; смягчить; стихнуть, уняться* * *(d)умерять, сдерживатьсм. тж. zich matigen* * *гл.общ. сдерживать, смягчать, умерять, урезонивать, утихомиривать -
4 matigen
-
5 matigen
v. moderate, temper, mitigate, modify, attemper, mollify, relax, allay -
6 matigen
ralentir, retenir -
7 matigen moeten we allemaal
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > matigen moeten we allemaal
-
8 zijn eisen matigen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn eisen matigen
-
9 zich matigen
сдерживаться, утихатьсм. тж. matigen* * *гл.общ. воздерживаться, сдерживаться, становиться более умеренным, утихать -
10 de lonen matigen
de lonen matigen -
11 zich matigen
zich matigen -
12 de looneisen matigen
de looneisen matigenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de looneisen matigen
-
13 zich matigen
zich matigenrestrain/control oneself -
14 zich matigen
v. moderate -
15 matiging
-
16 воздерживаться
vgener. vermijden, zich matigen, zich onthouden (van-îò), zich spenen (van-îò ÷åãî-ô.) -
17 сдерживать
vgener. bedwingen, inhouden, houden, inbinden, intomen, matigen, opkroppen (чувства), terughouden -
18 сдерживаться
v1) gener. inbinden, zich bedwingen, zich beteugelen, zich inhouden, zich matigen, zich verbijten2) liter. zeil inbinden -
19 смягчать
vgener. lenigen, murwen, vertederen, verzachten, matigen, temperen, vermurwen -
20 становиться более умеренным
vgener. zich matigen
- 1
- 2