-
1 offer
3 [sport] [damschijf, schaakstuk] sacrifice♦voorbeelden:zich zware/grote offers getroosten • make heavy/great sacrifices -
2 bieden
3 [aanbieden] offer4 [kaartspel] bid♦voorbeelden:de mogelijkheid bieden tot • offer the possibility of(hardnekkig) weerstand bieden (aan) • resist (stubbornly)♦voorbeelden:1 ik bied er twintig gulden voor • I'll give you twenty guilders for it; 〈 op veiling〉 I bid twenty guilders for itmeer/minder bieden (dan de anderen) • outbid/underbidals eerste bieden • open the bidding -
3 maken
3 [scheppen] make, create4 [in een toestand/positie brengen] make5 [uitvoeren, doen plaats hebben] make ⇒ do7 [bedragen] make, be8 [veroorzaken] cause♦voorbeelden:een gebroken schaal maken • mend a broken dishzijn auto laten maken • have one's car repaired/fixedcider wordt van appels gemaakt • cider is made from appleseen tafel die van hout/staal is gemaakt • a table made of wood/steel4 iemand voorzitter maken • make/appoint someone chairmaniemand dood/blind maken • kill/blind someonemaak het kort • make/keep it shortiemand wanhopig maken • drive someone to despairzoiets maakt me woest! • this kind of thing really drives me up the wallhet is maar wat je ervan maakt • it all depends on what you do with/make of iter het beste van maken • make the most of ithij maakt er niet veel van • he is not doing too well, he is making a bit of a mess of ithij maakt er nog niet veel van • he is not very good at it yetervan maken wat ervan te maken valt • make the best of a bad jobhij zal het niet lang meer maken • he is not long for this worldergens een werkplaats van maken • turn something into a workshopje hebt daar niets te maken • you have no business therehij kan mij niets maken • he's got nothing on meje hebt het ernaar gemaakt • you've asked for it6 veel geld maken • make/earn a lot of money8 slachtoffers maken • lead to fatalities/casualtieshet slechte weer maakte dat ze de trein miste • the bad weather caused her to miss the trainje hebt er niets mee te maken • it is none of your businessdat heeft er niets mee te maken • that's got nothing to do with itdan krijg je met mij te maken • in that case you'll have to deal with meze wil niets meer met hem te maken hebben • she doesn't want anything more to do with himmoeder en kind maken het goed • mother and baby are doing wellhij maakt het slecht • he is not (doing too) wellik weet het goed gemaakt • I'll tell you what, I'll make you an offerhoe maakt u het? • how do you do?hoe maakt je broer het? • how is your brother?van een vijf een zes maken • change/turn a five into a sixmaak dat je wegkomt! • get out of here! -
4 aanbod
1 [het aanbieden] supply3 [het aangebodene] offer♦voorbeelden:2 het aanbod van auto's in de spitsuren is gegroeid • the number of cars in the rush hour has increasedzij nam het aanbod aan • she accepted/took up the offerzij sloeg het aanbod af • she rejected the offer -
5 offeren
-
6 aangrijpen
3 [beetpakken] seize (at/upon) ⇒ grip♦voorbeelden:dit soort situaties grijpt haar nogal aan • this sort of situation affects her a lot/ 〈 sterker〉 takes its toll on her2 door kou/angst aangegrepen • gripped by cold/feareen gelegenheid met beide handen aangrijpen • seize an opportunity with both hands -
7 bod
♦voorbeelden:een bod op iets doen • make a bid for somethingeen bod tot overneming • a take-over bid -
8 iemand een aanbod doen
iemand een aanbod doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een aanbod doen
-
9 ik weet het goed gemaakt
ik weet het goed gemaaktI'll tell you what, I'll make you an offerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik weet het goed gemaakt
-
10 keus
♦voorbeelden:uit vrije keus • of one's own free willaan u de keus • the choice is yoursvrij zijn in de keus van zijn huisarts • be free to choose one's doctoreen keus hebben tussen • have a choice from/betweeneen keus maken uit • choose/select fromiemand voor de keus stellen • give someone the choicede agent had geen (andere) keus • the policeman had no (other) choice/alternative3 heeft u uw keus al bepaald? • have you made your choice?zijn keus laten vallen op • decide upon, chooseer is volop keus • there's a lot to choose fromde vrouw van zijn keus • the woman of his choicehij kan maar geen keus doen/maken • he can't make up his mind4 een grote keus • a large choice/assortment, a wide rangeeen uitgebreide keus bieden • offer a wide selection -
11 met het pistool op de borst iets vragen
met het pistool op de borst iets vragenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met het pistool op de borst iets vragen
-
12 pistool
-
13 profiteren
♦voorbeelden:zoveel mogelijk profiteren van • make the most of
См. также в других словарях:
make an offer — offer money to buy; write what you will pay for something Your price is too high. Well, make an offer. What do you think the car is worth? … English idioms
make an offer — index proffer Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
make an offer — make a proposal; suggest a price … English contemporary dictionary
make an offer — verb To bid, propose, to initiate a proposal. Syn: offer … Wiktionary
Offer — Of fer, v. t. [imp. & p. p. {Offered}; p. pr. & vb. n. {Offering}.] [OE. offren, {AS}. offrian to sacrifice, fr. L. offerre; ob (see {OB }) + ferre to bear, bring. The English word was influenced by F. offrir to offer, of the same origin. See 1st … The Collaborative International Dictionary of English
make — I verb accomplish, achieve, actualize, assemble, attain, author, beget, bring about, bring forth, bring into being, bring into existence, bring to effect, bring to pass, build, call into being, call into existence, carry into effect, carry into… … Law dictionary
offer — I (New American Roget s College Thesaurus) Present for acceptance Nouns 1. offer, proffer, presentation, tender, bid, overture, advance; ultimatum, last word, final offer; proposal, proposition, motion, invitation; asking price; candidature,… … English dictionary for students
offer — /ˈɒfə / (say ofuh) verb (t) 1. to present for acceptance or rejection; proffer: to offer someone a cigarette. 2. to put forward for consideration: to offer a suggestion. 3. to make a show of intention (to do something): we did not offer to go… …
offer — v 1. tender, proffer, present, hold out, extend, put or place at [s.o s] disposal. 2. propose, pose, put forward, suggest, recommend, advance, propound; submit, set before, put to choice; move, make a motion. 3. volunteer, come or step forward,… … A Note on the Style of the synonym finder
offer — I n. 1) to make an offer 2) to accept, agree to; consider an offer 3) to decline, refuse, reject, spurn an offer 4) to withdraw an offer 5) a firm; reasonable; tempting; tentative offer 6) an introductory; job; trial offer 7) an offer to + inf.… … Combinatory dictionary
offer — / ɒfə/ noun 1. a statement that you are willing to pay a specific amount of money to buy something ● to make an offer for a company ● We made an offer of £10 a share. ● We made a written offer for the house. ● £1,000 is the best offer I can make … Marketing dictionary in english