-
1 мензурка
ngener. buret, maatbeker, maatglas, meetcilinder -
2 graduate
adj. afgestudeerd, gediplomeerd--------n. afgestudeerde; gediplomeerde--------v. een bul/diploma/getuigschrift (AE) behalen; maten/maatstreepjes aangevengraduate1[ grædzjoeət] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————graduate2[ grædzjoe▪eet]1 een bul/diploma behalen ⇒ 〈 Amerikaans-Engels ook〉 afstuderen, een getuigschrift behalen♦voorbeelden:1 he has graduated in law from Yale • hij heeft aan Yale een titel/bul in de rechten behaaldII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 kalibreren ⇒ van een (schaal)verdeling voorzien, verdelen in graden♦voorbeelden:graduated tax • progressieve belasting -
3 graduated cylinder
-
4 gradué
gradué [graaduu.ee]2 opklimmend ⇒ progressief, naar moeilijkheid gerangschikt♦voorbeelden:thermomètre gradué • thermometer met een schaalverdelingverre gradué • maatglas -
5 verre gradué
verre gradué -
6 graduated cylinder
maatcilindermaatglas -
7 measuring glass
maatcilindermaatglas -
8 Bürette
-
9 Messglas
-
10 Messzylinder
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский