-
1 luxurious apartment
luxueus appartement -
2 luxury apartment
luxueus appartement -
3 de luxe
-
4 luxurious
-
5 luxury
adj. luxueus, weelderig--------n. luxe, weelde[ luksj(ə)rie] 〈meervoud: luxuries; vaak attributief〉1 weelde ⇒ luxe, overvloed♦voorbeelden: -
6 sumptuous
-
7 Pullman
n. slaap caravan -
8 a life of luxury
-
9 fancy
adj. speciaal, bijzonder, luxueus; opgedirkt, opgeprikt; fantastisch, (een) fantasie; overdreven; opgedreven (prijs); prijzenswaardig, voortreffelijk--------n. fantasie; illusie; uit de duim gezogen; bedenksel; gril, idee-fix; bijzondere smaak; aantrekking; neiging; voortreffelijks--------v. je indenken; erover dromen; denken; fantaseren; houden van; neigen tot; prijzenswaardig makenfancy1[ fænsie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: fancies〉1 fantasie ⇒ verbeelding(skracht), inbeelding2 voorkeur ⇒ voorliefde, zin3 veronderstelling ⇒ idee, fantasie♦voorbeelden:catch/take the fancy of • in de smaak vallen bijtake a fancy for/to • een voorliefde opvatten voor————————fancy2〈bijvoeglijk naamwoord; fancily〉1 versierd ⇒ decoratief, elegant♦voorbeelden:fancy dress • kostuumfancy goods • fantasiegoed, snuisterijen————————fancy3〈werkwoord; fancied〉3 een voorliefde hebben voor ⇒ leuk vinden, zin hebben in♦voorbeelden:2 fancy that! • stel je voor!, niet te geloven!fancy some peanuts? • wil je wat pinda's?fancy oneself • een hoge dunk van zichzelf hebben -
10 lush
adj. rijk; overdadig begroeid; sappig--------n. Zuiplap--------v. Sterkedrank drinken; drinkenlush11 zuiplap————————[ lusjie] 〈bijvoeglijk naamwoord; lushier〉♦voorbeelden: -
11 magnificent
-
12 plush
-
13 plushy
-
14 rich
-
15 yacht
n. luxueus schip, jacht(schip); raceboot--------v. varen op een jacht; zeilsportyacht1[ jot] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————yacht2〈 werkwoord〉1 zeilen -
16 deluxe
adj. luxueus, luxe -
17 five stars
vijf sterren (het beste, gerecommendeerd, luxueus) -
18 five-star hotel
vijf sterrenhotel, luxueus hotel -
19 live in luxury
een luxueus leven leiden -
20 lotus eater
lotuseter, iemand die aangenaam en luxueus leeft, lui en verwend persoon; iemand die in verwende en kwijnende vergeetachtige toestand verkeert door de vrucht of bladeren van de lotusboom te eten (Klassieke Mythologie)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
lussuoso — lus·su·ó·so agg. CO realizzato in modo da soddisfare le esigenze di chi è abituato alla ricchezza, al lusso, allo sfarzo: è stato un ricevimento lussuoso, un appartamento lussuoso | di qcs., realizzato con materiali pregiati ed eseguito con… … Dizionario italiano