-
1 lied
n. lied (soort Duits volkslied) -
2 lied to him
loog hem voor -
3 he admitted having lied
-
4 you lied to me
you lied to me -
5 Song of Degrees
Lied van Graden (een kort vers bij Psalmen) -
6 lay
adj. gewoon; amateur; ondeskundig; niet priesterlijk; wereldlijk--------n. lied, vers, ballade--------n. toestand; leg (v. kip); stand van zaken; wip, nummertje; plechtig lied, zang; iem. die bed deelt--------v. neerleggen; leggen; dekken; voorleggen (voor mij); opleggen; plaatsen; veroorzaken; klaarmaken; wedden; wonenlay1[ lee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 〈 Amerikaans-Engels〉 the lay of the land • de natuurlijke ligging van het gebied/stuk grond; 〈 figuurlijk ook〉 de stand van zaken→ easy easy/————————lay22 leken- ⇒ amateur-, ondeskundig♦voorbeelden:lay preacher • lekenpriesterlay sister • lekenzuster————————lay31 wedden♦voorbeelden:1 leggen ⇒ neerleggen/vleien4 verdrijven ⇒ doen bedaren/verdwijnen5 beleggen ⇒ bekleden, be/overdekken (met)7 naar voren brengen ⇒ uiten, in/uitbrengen♦voorbeelden:2 the scene of the story is laid in … • het verhaal speelt zich af in …lay a snare/trap • een strik/val zettenlay flat • tegen de grond slaanlay low • tegen de grond werken; (vernietigend) verslaan; 〈 figuurlijk〉 vellen 〈 bijvoorbeeld van ziekte〉lay waste • verwoesten4 lay someone's doubts • iemands twijfel(s) wegnemen/sussen6 lay a wager • een weddenschap aangaan/afsluiten8 lay a penalty (up)on someone • iemand een boete/straf opleggen→ lay aside lay aside/, lay by lay by/, lay down lay down/, lay off lay off/, lay on lay on/, lay open lay open/, lay out lay out/, lay up lay up/————————lay4→ lie lie/ -
7 ballade
n. ballade, sentimenteel lied dat een verhaal vertelt, vertellend gedicht omgevormd tot een lied[ bæla:d] -
8 chant
n. lied, melodie, psalm--------v. zingen; roepenchant1[ tsja:nt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lied ⇒ (eenvoudige) melodie, psalm————————chant2〈 werkwoord〉2 roepen ⇒ herhalen, scanderen♦voorbeelden:the students chanted ‘Down with the pigs’ • de studenten riepen voortdurend ‘Weg met de smerissen’ -
9 glee
n. vreugde, blijheid; meerstemmig lied[ glie:]1 driestemmig/meerstemmig lied -
10 lie
n. leugen--------n. ligging, plaats; leugen--------v. liegen, een leugen vertellen; oplichten; voor de gek houden--------v. liggen; rusten; zich thuisvoelen; zijnlie1[ laj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 leugen♦voorbeelden:tell a lie • liegen2 〈 Brits-Engels〉 the lie of the land • de natuurlijke ligging van het gebied/stuk grond; 〈 figuurlijk〉 de stand van zakengive the lie to • weerleggen→ white white/————————lie2I 〈onovergankelijk werkwoord; lied, lying〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:lie oneself out of something • zich ergens uit liegen————————lie31 (plat/uitgestrekt/vlak) liggen ⇒ rusten♦voorbeelden:1 lie ill • ziek in/te bed liggenlie asleep • liggen te slapen〈voornamelijk Brits-Engels; slang〉 lie doggo • zich schuil/koest/gedeisd houden2 here lies … • hier ligt/rust …lie at the mercy of • overgeleverd zijn aanlie in ruins/in the dust • in puin liggenlie dormant • sluimerenlie fallow • braak liggenlie heavy • zwaar op de maag liggen; (zwaar) op het geweten drukken, dwars zittenlie at anchor/its moorings • voor anker liggen, vastliggenmy sympathy lies with … • mijn medeleven/sympathie gaat uit naar … -
11 song
n. lied, zang; melodie[ song]3 gezang♦voorbeelden:go for a song • bijna voor niets van de hand gaanon song • op dreef, op volle toeren; in topvorm -
12 popular song
populair lied,een bekend lied,een hit -
13 Sapphic
n. lied in trand van liederen van Sappho (Griekse dichteres)[ sæfik]1 sapfisch ⇒ saffisch, met betrekking tot Sappho -
14 admit
v. toegeven, bekennen; toelaten3 erkennen ⇒ toegeven, bekennen♦voorbeelden:1 these facts admit of one interpretation only • deze feiten zijn maar voor één interpretatie vatbaarII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 erkennen ⇒ toegeven, bekennen♦voorbeelden:he was admitted to hospital • hij werd in het ziekenhuis opgenomen2 his statement admits more than one interpretation • zijn verklaring is voor meer dan één interpretatie vatbaar -
15 alma mater
-
16 barcarole
-
17 chaffinch
-
18 come down
naar beneden gaan, afdalencome down1 neerkomen ⇒ naar beneden komen, (neer)vallen3 afzakken, aan lager wal geraken6 overkomen♦voorbeelden:come down in the world • aan lager wal geraken4 this song has come down to us from the 14th century • dit lied is ons overgeleverd uit de 14e eeuw¶ come down in favour of/on the side of • zich uitspreken voor/ten gunste van -
19 descant
n. descant:sopraan (in muziek); tingeling--------v. zingen; schakeren[ deskænt] -
20 do to death
См. также в других словарях:
lied — lied … Dictionnaire des rimes
LIED — Voulant définir le lied par une formule lapidaire, Vincent d’Indy le décrit comme «l’expression musicale concise d’un fait ou d’un sentiment». Définition incomplète, en ce qu’elle omet ce qui est l’essence même du lied: condensé homogène de… … Encyclopédie Universelle
lied — LIED, lieduri, s.n. Compoziţie muzicală (vocală) cu caracter liric, făcută pe textul unei poezii scurte. [pr.: lid] – Din germ. Lied. Trimis de LauraGellner, 23.05.2004. Sursa: DEX 98 LIED s. (muz.) cântec. (Un lied de G. Enescu.) Trimis de… … Dicționar Român
Lied — das; (e)s, er; 1 eine Melodie, die man zusammen mit einem Text singt <ein einstimmiges, mehrstimmiges, lustiges Lied; ein Lied singen, anstimmen, summen, trällern; die Strophen eines Liedes> || K : Liedtext; Liederbuch || K: Kinderlied,… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Lied — Sn std. (8. Jh.), mhd. liet, ahd. liod, lioth, as. lioth Stammwort. Aus g. * leuda n. Liedstrophe , Pl. Lied , auch in anord. ljóđ, ae. lēoþ; die Existenz im Gotischen ist aus liuþon lobsingen u.a. zu folgern. Herkunft unklar. Vielleicht gehört… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Lied — (l[=e]t), n.; pl. {Lieder} (l[=e] d[ e]r). [G.] (Mus.) A lay; a German song. It differs from the French {chanson}, and the Italian {canzone}, all three being national. [1913 Webster] The German Lied is perhaps the most faithful reflection of the… … The Collaborative International Dictionary of English
lied — sb., en, er, erne (solosang med klaverakkompagnement), i sms. lied el. lieder , fx lied(er)aften … Dansk ordbog
Lied — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • Song Bsp.: • Ich mag dieses alte Lied. • Kennst du dieses Lied? … Deutsch Wörterbuch
lied — (n.) German romantic song, 1852, from Ger. Lied, lit. song, from M.H.G. liet, from O.H.G. liod, from P.Gmc. *leuthan (see LAUD (Cf. laud)). Hence Liederkranz, in reference to German singing societies, lit. garland of songs … Etymology dictionary
Lied — Lied, 1) ursprünglich Strophe; ist schon in frühester Zeit 2) Dichtung u. unterschied sich von Leich so, daß das L. aus Strophen einer u. derselben Art, der Leich aus Strophen verschiedener Art gebildet ist. Da die deutsche Dichtung vor dem 12.… … Pierer's Universal-Lexikon
Lied — im weitesten Sinne des Wortes ist jede für den Vortrag (sei es Gesang, sei es Rezitation) bestimmte, mit lyrischen Bestandteilen versehene Dichtung; so entstanden die großen Volksepen der meisten Kulturvölker aus einzelnen Liedern, die von… … Meyers Großes Konversations-Lexikon