-
1 lasterpraat
-
2 lasterpraat
lasterpraat, lasterpraatje -
3 allemaal lasterpraat
allemaal lasterpraatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > allemaal lasterpraat
-
4 lasterpraatje
→ link=lasterpraat lasterpraat -
5 calumny
n. lasterpraat, kwaadsprekerij; plot[ kæləmnie] 〈meervoud: calumnies〉1 laster(praat) ⇒ kwaadsprekerij, (ge)roddel, achterklap; eerroof -
6 dirt
n. vuil; stof; roddelpraat[ də:t]1 vuil ⇒ modder; drek, stront; viezigheid, smerige troep♦voorbeelden:1 that woman is as cheap/common as dirt • dat is een ordinaire/vulgaire vrouwtreat someone like dirt • iemand als oud vuil behandelen¶ eat dirt • beledigingen (moeten) slikken, door het stof moeten〈 spreekwoord〉 fling enough dirt and someone will stick • 〈 ongeveer〉 wee de wolf die in een kwaad gerucht staat -
7 slander
n. laster, belastering, geroddel, lasterpraat; lastertaal--------v. belasteren; lasterenslander1[ sla:ndə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————slander2〈 werkwoord〉 -
8 vilification
-
9 shade of slander
schaduw van de lasterpraat -
10 calomniateur
calomniateur [kaalomnjaatur],calomniatrice [kaalomnjaatries]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden: -
11 propos calomniateurs
propos calomniateurs -
12 Leumund
-
13 Lästerrede
-
14 der böse Leumund
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский
