-
1 lâche
lâche [laasĵ]2 laaghartig ⇒ verachtelijk, vuig3 los(jes) ⇒ slap, wijd♦voorbeelden:adj1) laf(hartig)2) los, ontspannen3) krachteloos, slap -
2 yellow
adj. geel; bang; jaloers; goedkoop, sensationeel--------n. gele kleur; geel van het ei; lafaard, "haas"(spreektaal)--------v. geel maken, geel wordenyellow1[ jelloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geel ⇒ gele kleur/verfstof♦voorbeelden:————————yellow2〈bijvoeglijk naamwoord; ook yellower〉♦voorbeelden:yellow metal • messing, geelkoperyellow pages • gouden gidsthe yellow press • de sensatie/boulevardpers————————yellow3〈 werkwoord〉1 vergelen ⇒ geel worden/maken -
3 poltron
poltron [poltrõ],poltronne [poltron]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:1 un poltron • (bange) schijterd, angsthaas1. m (f - poltronne) 2. = poltronne; adj -
4 cowardly
-
5 currish
adj. m.b.t. chagrijn; grof, grommend; lafhartig[ kə:risj]1 laf(hartig) ⇒ laag, gemeen2 chagrijnig ⇒ bits, snauwerig -
6 lily-livered
lily-livered -
7 poor-spirited
-
8 sissy
-
9 white-livered
white-livered -
10 pleutre
pleutre [pleutr]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden: -
11 pleutrerie
-
12 poltronnerie
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский