-
1 crisp
adj. knapperig; snel--------n. knapperig, krokant--------v. knapperig/ croquant makencrisp1[ krisp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ burn to a crisp • helemaal verbranden/zwart laten worden————————crisp2〈bijvoeglijk naamwoord; crispness〉3 fris ⇒ helder, opwekkend, verfrissend4 helder ⇒ spits, ter zake, kernachtig5 kroezend ⇒ kroes-, krul-♦voorbeelden:the snow was crisp underfoot • de sneeuw knerpte onder je voeten————————crisp3〈 werkwoord〉1 bros/krokant maken/worden2 sterk (doen) krullen ⇒ (doen) rimpelen, (doen) omkrullen -
2 crispy
adj. knapperig[ krispie] 〈 crispiness〉 -
3 crunchy
-
4 crusty
adj. knapperig, doorbakken; kortaf, humeurig[ krustie] 〈 crustiness〉2 kortaf ⇒ chagrijnig, humeurig -
5 breadcrust
n. broodkorst, korst aan buitenzijde van brood, knapperig buitenste gedeelte van sneetje brood -
6 brickle
adj. breekbaar, knapperig -
7 crispation
n. krullend; knapperig -
8 crispness
n. knapperig; krullen -
9 crunchiness
n. het knapperig zijn, het knisperend zijn -
10 crustily
adv. korstig, knapperig; kortaf, brommerig -
11 crustiness
n. het knapperig zijn; het kortaangebonden zijn; het nors zijn -
12 kugel
n. knapperig Joods gerecht gemaakt van gebakken vermicelli of aardappelen -
13 popadum
n. dun plat en knapperig indiaans brood dat gemakkelijk in stukjes gebroken kan worden -
14 poppadom
n. dun plat en knapperig indiaans brood dat gemakkelijk in stukjes gebroken kan worden
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский