-
21 hemophile
adj. hemophiel (erfelijke ziekte, niet klonteren van bloed)--------n. hemophiel; bacterie -
22 heparin
n. Heparine (een zuur in de lever; medicijn voor het voorkomen van klonteren) -
23 grumeler
grumeler [gruumlee] -
24 to coagulate
coagulerenklonterensamenklonterenstremmenverstijven -
25 запекаться
vgener. klonteren -
26 образовывать комья
vgener. klonteren -
27 образовывать сгустки
vgener. klonteren -
28 свёртываться
vgener. ineenlopen (о молоке), kazen (о молоке), schiften (о молоке), stremmen (о крови, молоке), hotten, klonteren, oprollen, stollen -
29 Klumpen
-
30 Klumpen bilden
-
31 klumpen
-
32 verklumpen
verklumpen
Страницы
- 1
- 2