-
1 kiemvrij
sterilDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > kiemvrij
-
2 steril
kiemvrij, onvruchtbaar, steriel -
3 steril
kiemvrij, onvruchtbaar, steriel -
4 stérile
stérile [steeriel]1 onvruchtbaar ⇒ steriel, vergeefs2 vruchteloos ⇒ ijdel, nutteloos♦voorbeelden:mariage stérile • kinderloos huwelijkadj1) onvruchtbaar2) nutteloos3) steriel, kiemvrij -
5 стерильный
adjgener. steriel, gesteriliseerd, kiemvrij -
6 sterile
-
7 sterilize
-
8 germfree
adj. kiemvrij, gedesinfecteerd -
9 stérilisation
stérilisation [steerieliezaasjõ]〈v.〉1 sterilisatie ⇒ (het) steriliseren, (het) onvruchtbaar maken2 (het) steriliseren ⇒ sterilisatie, (het) kiemvrij makenf -
10 stériliser
-
11 steril
1) steriel2) onvruchtbaar3) kiemvrij -
12 aseptisch
-
13 keimfrei
keimfrei1 kiemvrij, vrij van ziektekiemen -
14 steril
-
15 sterilisieren
sterilisieren1 steriliseren ⇒ onvruchtbaar, kiemvrij maken
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский