-
121 mind
1 ჭკუა, გონებაhave you gone out of your mind? გაგიჟდი? // ჭკუაზე შეიშალე?●●to come to one's mind თავში აზრის მოსვლაthis didn't come to my mind ეს აზრად არ მომსვლია // ეს ვერ მოვიფიქრე2 მოაზროვნე3 აზრიit never entered / crossed my mind აზრადაც არ მომსვლიაhe always speaks his mind ყოველთვის იმას ამბობს, რასაც ფიქრობსgive your mind to what you are doing! იფიქრე, რას აკეთებ!●●I'm in two minds ვერ გადამიწყვეტია // ვყოყმანობI'll give him a piece of my mind! ვუსაყვედურებ // ყველაფერს პირში ვეტყვი!4 მეხსიერებაit slipped my mind თავიდან ამომივარდა // დამავიწყდაkeep / bear in mind that… არ დაგავიწყდეს / გახსოვდეს, რომ…5 სურვილის / განზრახვის ქონაshe has set her mind on becoming a dancer გადაწყვიტა, მოცეკვავე გამხდარიყოto have smth on one's mind რაღაცის დაპირება / განზრახვაbe careful, she has smth on her mind ფრთხილად იყავი, რაღაცას გიპირებსI have half a mind to go to the pictures ვფიქრობ, კინოში ხომ არ წავიდე მეთქიI have a mind to tell him what I think of him სურვილი მაქვს, ვუთხრა, რა აზრისა ვარ მასზე6 სული, გული7 (v.) ყურადღების მიქცევა (ყურადღებას მიაქცევს)never mind the expense! ხარჯს ნუ უყურებ! // ხარჯს ნუ მოერიდები!and mind you…! და მხედველობაში იქონიე! / დაიმახსოვრე…!8 (v.) მიხედვა (მიხედავს), თვალყურის დაჭერაmind the child! ბავშვზე თვალი გეჭიროს! // ბავშვს მიხედე!mind your own business! შენს საქმეს მიხედე! / მოუარე! (სხვის საქმეში ნუ ერევი)9 (v.) წინააღმდეგ ყოფნაdo you mind if I leave? წინააღმდეგი ხომ არ იქნები, რომ წავიდე?if you don't mind I'll smoke თუ წინააღმდეგი არა ხარ, მოვწევ●●his safe return took a load of my mind მისმა მშვიდობით დაბრუნებამ გულს ლოდი მომხსნაto put smb. in mind of sth გახსენება (გაიხსენებს)●●presence of mind მხნეობაto give smb. a piece of one's mind საყვედურის თქმა / გალანძღვაshe's out of her mind ჭკუაზე არ არის // შეიშალაan orderly mind მოწესრიგებული / დალაგებული აზროვნება●●are you in your right mind? ჭკუაზე ხარ?●●never mind! არაფერია! / არა უშავს!●●this fact sowed doubt in his mind ამ ფაქტმა დააეჭვა / ეჭვი აღუძრა●●his mind has a curious slant ძალიან თავისებური ჭკუის პატრონიაshe set her mind on becoming a movie star დიდი სურვილი აქვს კინოვარსკვლავი გახდესsuch a never entered my mind ასეთი აზრი თავში არასოდეს მომსვლია // ეს აზრად არ მომსვლიაvagaries of the mind შეხედულებების/აზრების მერყეობა●●that's a weight off my mind გულზე მომეშვა//გულზე ლოდი მომეხსნა;a man with a judical mind გონებადამჯდარი/საღად მოაზროვნე კაციframe of mind გუნება, განწყობაto elevate one's mind თვალსაწიერის გაფართოება / გაზრდაit crossed my mind that... აზრმა გამიელვა, რომ…to give smb. a piece of one's mind სამდურავის / საყვედურის თქმა / გაკიცხვა, პირში თქმაthe constitution of one's mind აზროვნების ყაიდა / ნირიseveral considerations made me change my mind რამდენიმე მოსაზრებამ გადამაფიქრებინაit came across my mind that... აზრი გამიჩნდა, რომ…to change one’s mind გადაფიქრება (გადაიფიქრებს)cast of mind აზროვნების ყაიდა / ნირიI can’t call it to mind ვერ ვიხსენებhis mind was blank არაფერზე ფიქრობდა // არაფერი ახსოვდაyou had better mind your own business გირჩევნია შენს საქმეს მოუარო / მიხედოas I sat there, many ideas came to my mind სანამ იქ ვიჯექი, ბევრი აზრი მომივიდა თავშიapply your mind to what you`re talking! დაუფიქრდი შენს სიტყვებს!absence of mind დაბნეულობა, გულმავიწყობა -
122 good
adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn--------adv. goed, op een goede manier--------n. goedheid; winst; goederengood1[ goed]1 goed ⇒ welzijn, voorspoed4 goedheid ⇒ verdienste, deugd(zaamheid)♦voorbeelden:for the common good • voor het algemeen welzijnit will do him all the good in the world • hij zal er erg van opknappen/opkikkerenhe will come to no good • het zal slecht met hem aflopenfor his (own) good • om zijn eigen bestwilwhat is the good of it? • wat voor nut heeft het?it's no good • het heeft geen zin, het wordt niks〈 vaak ironisch〉 much good may it do you! • dat het je wel bekome!, geluk ermee!¶ for good (and all) • voorgoed, voor eeuwig (en altijd)→ bad bad/II 〈 meervoud〉4 〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen 〈 voor treinvervoer〉 ⇒ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 vracht♦voorbeelden:¶ by goods • per/met de goederentrein————————good21 goed ⇒ kwaliteitsvol; knap, kundig2 goed ⇒ prijzenswaardig; correct, juist3 goed ⇒ fatsoenlijk, betrouwbaar4 aardig ⇒ lief, goed; gehoorzaam5 goed ⇒ aangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond♦voorbeelden:good looks • knapheidgood sense • gezond verstandgood soil • vruchtbare bodem/grondgood for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you • goed zo, knap (van je)good English • goed/correct Engelsmy watch keeps good time • mijn horloge loopt gelijkall in good time • alles op zijn tijdmake good • het er goed afbrengen, het maken, slagen 〈 voornamelijk financieel〉; goedmaken; vergoeden 〈 schulden〉; nakomen, vervullen 〈 belofte〉 • herstellen 〈 schade〉be good for a laugh • grappig zijn, een lachje waard zijn(in) good faith • (te) goede(r) trouwmake good one's escape • slagen in een ontsnappinggood humour • opgewektheidgood nature • goedaardigheidput in a good word for, say a good word for • een goed woordje doen voor, aanbevelenbe good enough (to) • wees zo vriendelijk, gelievebe so good as to • wees zo vriendelijk, gelieveit's good of you to help him • het is aardig van u om hem te helpen5 beer is not good for her/her health • bier is niet goed/gezond voor haargood buy • koopje, voordeeltjethrough the good offices of • door de goede diensten van, met behulp vangood afternoon • goedemiddaggood evening • goedenavondgood morning • goedemorgengood night • goedenacht, welterustenhave a good time • zich amuserengood times • goede/voorspoedige tijdenit is good to be alive • leve het leven, het leven is verrukkelijkkeep good • goed/vers blijventoo good to be true • te mooi om waar te zijn6 a good excuse • een goed/geldig excuusthis rule holds good • deze regel is van kracht/geldt (nog)stand a good chance • een goede kans makena good deal/many • heel wata good hour/ten miles • ruim een uur/tien mijla good while • een hele poos, geruime tijd¶ 〈 spreekwoord〉 a good tale is none the worse for being told twice • goed nieuws mag best vaak verteld worden〈 spreekwoord〉 there is many a good tune played on an old fiddle • iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presterenbe in someone's good books • bij iemand in een goed blaadje staanthere's a good boy/girl/fellow • wees nu eens lief, toe nouGood Friday • Goede Vrijdaggood God! • goeie genade!, gossiemijne!as good as gold • erg braaf/lief 〈 van kind〉have a good head on one's shoulders • een goed verstand hebbengood heavens! • goeie/lieve hemel!neither fish, flesh, nor good red herring • vlees noch viskeep good hours • op tijd naar bed gaanmake someone appear in a good light • iemand in een gunstig daglicht stellengood luck • (veel) gelukstroke of good luck • buitenkansjehave a good mind to • veel zin hebben inthrow good money after bad • goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppenin good spirits • opgewekt, blijit's a good thing that • het is maar goed datit's a good thing to … • het is verstandig om …a good thing too! • maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!too much of a good thing • teveel van het goedemake good time • goed/lekker opschietendo someone a good turn • iemand een dienst bewijzengood old Harry • (die) goeie ouwe Harryas good as • zo goed als, nagenoegbe good at • goed/knap zijn inbe good for £100,000 • 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pondbe good for another couple of years • nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan————————good3〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 goed♦voorbeelden:1 she is doing good • ze doet het goed, ze gaat lekkerthings are going good • het gaat goed¶ good and … • heel erg … -
123 trust
1. noun1) (firm belief) Vertrauen, dasplace or put one's trust in somebody/something — sein Vertrauen auf od. in jemanden/etwas setzen
have [every] trust in somebody/something — [volles] Vertrauen zu jemandem/etwas haben
2) (reliance)3) (organization managed by trustees) Treuhandgesellschaft, die[charitable] trust — Stiftung, die
5) (organized association of companies) Trust, der6) (responsibility)position of trust — Vertrauensstellung, die
7) (obligation) Verpflichtung, die8) (Law)2. transitive verb1) (rely on) trauen (+ Dat.); vertrauen (+ Dat.) [Person]not trust somebody an inch — jemandem nicht über den Weg trauen
he/what he says is not to be trusted — er ist nicht vertrauenswürdig/auf das, was er sagt, kann man sich nicht verlassen
trust you/him! — etc. (coll. iron.) typisch!
trust him to get it wrong! — er muss natürlich einen Fehler machen!
2) (hope) hoffen3. intransitive verb1)trust to — sich verlassen auf (+ Akk.)
2) (believe)trust in somebody/something — auf jemanden/etwas vertrauen
* * *1. verb1) (to have confidence or faith; to believe: She trusted (in) him.) vertrauen2) (to give (something to someone), believing that it will be used well and responsibly: I can't trust him with my car; I can't trust my car to him.) anvertrauen3) (to hope or be confident (that): I trust (that) you had / will have a good journey.) hoffen2. noun1) (belief or confidence in the power, reality, truth, goodness etc of a person or thing: The firm has a great deal of trust in your ability; trust in God.) das Vertrauen2) (charge or care; responsibility: The child was placed in my trust.) die Obhut3) (a task etc given to a person by someone who believes that they will do it, look after it etc well: He holds a position of trust in the firm.) das Vertrauen4) (arrangement(s) by which something (eg money) is given to a person to use in a particular way, or to keep until a particular time: The money was to be held in trust for his children; ( also adjective) a trust fund) die Treuhand; Treuhand...5) (a group of business firms working together: The companies formed a trust.) der Konzern•- academic.ru/76891/trustee">trustee- trustworthy
- trustworthiness
- trusty
- trustily
- trustiness* * *[trʌst]I. nto be built [or based] on \trust auf Vertrauen basierento take sth on \trust etw einfach glauben, etw für bare Münze nehmen fam▪ to do sth in the \trust that... etw in dem Vertrauen tun, dass...a position of \trust ein Vertrauensposten m▪ in sb's \trust in jds Obhutto have sth in \trust etw zur Verwahrung haben3. (arrangement) Treuhand f kein pl, Treuhandschaft f; (management of money or property for sb) Vermögensverwaltung finvestment \trust Investmentfonds mto set up a \trust eine Treuhandschaft übernehmenhe was guilty of a breach of \trust er verletzte die Treuhandpflichthe has a position of \trust er hat eine Vertrauensstellungcharitable \trust Stiftung f8.II. vt1. (believe)▪ to \trust sb/sth jdm/etw vertrauen2. (rely on)you must \trust your own feelings du musst auf deine Gefühle vertrauen▪ to \trust sb to do sth jdm zutrauen, dass er/sie etw tut▪ to \trust sb with sth jdm etw anvertrauen3. (commit)▪ to \trust sb/sth to sb jdm jdn/etw anvertrauen4.\trust you to upset her by talking about the accident! du musst sie natürlich auch noch mit deinem Gerede über den Unfall aus der Fassung bringen▶ I wouldn't \trust him as far as I can [or could] throw him ich würde ihm nicht über den Weg trauenIII. vi▪ to \trust in sb/sth auf jdn/etw vertrauen2. (rely)to \trust to luck sich akk auf sein Glück verlassen, auf sein Glück vertrauenthe meeting went well, I \trust das Treffen verlief gut, hoffe ich [doch]▪ to \trust [that]... hoffen, [dass]...I \trust [that] you slept well? du hast doch hoffentlich gut geschlafen?* * *[trʌst]1. n1) (= confidence, reliance) Vertrauen nt (in zu)2) (= charge) Verantwortung f3) (JUR, FIN) Treuhand(schaft) f; (= property) Treuhandeigentum nt; (= charitable fund) Fonds m, Stiftung f5) (Brit) finanziell eigenverantwortliches, vom staatlichen Gesundheitswesen getragenes Krankenhaus2. vtto trust sb with sth, to trust sth to sb —
can he be trusted not to lose it? — kann man sich darauf verlassen, dass er es nicht verliert?
can we trust him to go shopping alone? —
you can't trust a word he says — man kann ihm kein Wort glauben
I wouldn't trust him ( any) farther than I can throw him (inf) — ich traue ihm nicht über den Weg (inf)
2) (iro inf)trust you/him! — typisch!
3) (= hope) hoffenI trust not — hoffentlich nicht, ich hoffe nicht
you're going to help, I trust — du wirst doch hoffentlich mithelfen
3. vi1) (= have confidence) vertrauen2)I'll have to trust to luck to find it — ich kann nur hoffen, dass ich es finde
* * *trust [trʌst]A slose all trust in alles Vertrauen verlieren zu;take on trust jemandem, etwas glauben3. Kredit m:a) auf Kredit,b) auf Treu und Glauben4. Pflicht f, Verantwortung f5. Verwahrung f, Obhut f, Aufbewahrung f:in trust zu treuen Händen, zur Verwahrung7. JURa) Treuhand(verhältnis) f(n)hold sth in trust etwas zu treuen Händen verwahren, etwas treuhänderisch verwalten; → breach Bes Redew8. WIRTSCHa) Trust mb) Konzern mc) Kartell n, Ring m9. WIRTSCH, JUR Stiftung fB v/i1. vertrauen (in auf akk)2. sich verlassen, bauen ( beide:to auf akk)C v/t1. jemandem, einer Sache (ver)trauen, sich verlassen auf (akk):trust sb to do sth sich darauf verlassen, dass jemand etwas tut;you can trust him to be discreet du kannst dich auf seine Diskretion verlassen;trust him to do that! irona) das sieht ihm ähnlich!,2. (zuversichtlich) hoffen ( that dass)3. trust sb with sth, trust sth to sb jemandem etwas anvertrauen* * *1. noun1) (firm belief) Vertrauen, dasplace or put one's trust in somebody/something — sein Vertrauen auf od. in jemanden/etwas setzen
have [every] trust in somebody/something — [volles] Vertrauen zu jemandem/etwas haben
2) (reliance)3) (organization managed by trustees) Treuhandgesellschaft, die[charitable] trust — Stiftung, die
5) (organized association of companies) Trust, derposition of trust — Vertrauensstellung, die
7) (obligation) Verpflichtung, die8) (Law)2. transitive verb1) (rely on) trauen (+ Dat.); vertrauen (+ Dat.) [Person]he/what he says is not to be trusted — er ist nicht vertrauenswürdig/auf das, was er sagt, kann man sich nicht verlassen
trust you/him! — etc. (coll. iron.) typisch!
2) (hope) hoffen3. intransitive verb1)trust to — sich verlassen auf (+ Akk.)
2) (believe)trust in somebody/something — auf jemanden/etwas vertrauen
* * *(in) v.sich verlassen (auf) v.vertrauen (in) v. v.trauen (jemandem, einer Sache) v. n.Aufbewahrung f.Treuhand -¨e f.Vertrauen n.Verwahrung f. -
124 wary
adjectivevorsichtig; (suspicious) misstrauisch (of gegenüber)be wary of or about doing something — sich davor hüten, etwas zu tun
be wary of somebody/something — sich vor jemandem/etwas in Acht nehmen
* * *['weəri]- academic.ru/93621/warily">warily- wariness* * *[ˈweəri, AM ˈweri]adj vorsichtig, wachsamwith a \wary note in one's voice mit einem argwöhnischen [o misstrauischen] Unterton in der Stimme▪ to be \wary about [or of] doing sth etw nur ungern tunI'm a bit \wary about giving people my address when I don't know them very well ich bin vorsichtig, wenn es darum geht, Leuten, die ich nicht besonders gut kenne, meine Adresse zu geben* * *['wɛərɪ]adj (+er)vorsichtig; (= looking and planning ahead) umsichtig, klug, wachsam; look misstrauisch, argwöhnischto be wary of or about sb/sth — sich vor jdm/einer Sache in Acht nehmen, vor jdm/einer Sache auf der Hut sein
to be wary of or about doing sth — seine Zweifel or Bedenken haben, ob man etw tun soll
be wary of talking to strangers — hüte dich davor, mit Fremden zu sprechen
to keep a wary eye on sb/sth — ein wachsames Auge auf jdn/etw haben
* * *wary [ˈweərı] adj (adv warily)1. a) wachsam, vorsichtigb) argwöhnisch:a) achtgeben auf (akk),be wary of doing sth sich (davor) hüten, etwas zu tun;keep a wary eye on ein wachsames Auge haben auf (akk)2. umsichtig, bedacht(sam)3. vorsichtig, behutsam* * *adjectivevorsichtig; (suspicious) misstrauisch (of gegenüber)be wary of or about doing something — sich davor hüten, etwas zu tun
be wary of somebody/something — sich vor jemandem/etwas in Acht nehmen
* * *adj.vorsichtig adj. -
125 straight
[streɪt] 1. adjline, back, hair prosty; answer jasny; choice, fight bezpośredni; ( THEAT) part, play dramatyczny; whisky etc czysty; ( inf) ( heterosexual) normalny2. adv 3. nto put/get sth straight — ( make clear) wyjaśniać (wyjaśnić perf) coś; ( make tidy) doprowadzać (doprowadzić perf) coś do porządku
to go straight home — iść (pójść perf) prosto do domu
to tell sb straight out — powiedzieć ( perf) komuś prosto z mostu
straight away, straight off — od razu
* * *[streit] 1. adjective1) (not bent or curved: a straight line; straight (= not curly) hair; That line is not straight.) prosty2) ((of a person, his behaviour etc) honest, frank and direct: Give me a straight answer!) rzetelny3) (properly or levelly positioned: Your tie isn't straight.) prosty4) (correct and tidy: I'll never get this house straight!; Now let's get the facts straight!) w należytym, porządku5) ((of drinks) not mixed: a straight gin.) czysty6) ((of a face, expression etc) not smiling or laughing: You should keep a straight face while you tell a joke.) poważny7) ((of an actor) playing normal characters, or (of a play) of the ordinary type - not a musical or variety show.) dramatyczny2. adverb1) (in a straight, not curved, line; directly: His route went straight across the desert; She can't steer straight; Keep straight on.) prosto2) (immediately, without any delay: He went straight home after the meeting.) od razu3) (honestly or fairly: You're not playing (= behaving) straight.) uczciwie3. noun(the straight part of something, eg of a racecourse: He's in the final straight.) prosta- straightness
- straightforward
- straightforwardly
- straightforwardness
- straight talking
- go straight
- straight away
- straighten out/up
- a straight fight
- straight off -
126 straight
[streit] 1. adjective1) (not bent or curved: a straight line; straight (= not curly) hair; That line is not straight.) taisns2) ((of a person, his behaviour etc) honest, frank and direct: Give me a straight answer!) godīgs; tiešs; atklāts3) (properly or levelly positioned: Your tie isn't straight.) pareizs; taisns4) (correct and tidy: I'll never get this house straight!; Now let's get the facts straight!) tīrs; sakārtots; precīzs5) ((of drinks) not mixed: a straight gin.) tīrs; neatšķaidīts6) ((of a face, expression etc) not smiling or laughing: You should keep a straight face while you tell a joke.) nopietns7) ((of an actor) playing normal characters, or (of a play) of the ordinary type - not a musical or variety show.) (par aktieri, lugu) parasts; klasisks2. adverb1) (in a straight, not curved, line; directly: His route went straight across the desert; She can't steer straight; Keep straight on.) taisni2) (immediately, without any delay: He went straight home after the meeting.) taisni; tieši; nekavējoties3) (honestly or fairly: You're not playing (= behaving) straight.) godīgi; atklāti3. noun(the straight part of something, eg of a racecourse: He's in the final straight.) taisne- straightness
- straightforward
- straightforwardly
- straightforwardness
- straight talking
- go straight
- straight away
- straighten out/up
- a straight fight
- straight off* * *taisns stāvoklis; taisna līnija; finiša taisne; taisns; kārtīgs; godīgs; normāls, pareizs; ticams, drošs; neatšķaidīts; gabal; nopietns; uzticīgs; noteikta žanra; taisni; tieši; godīgi -
127 straight
[streit] 1. adjective1) (not bent or curved: a straight line; straight (= not curly) hair; That line is not straight.) tiesus2) ((of a person, his behaviour etc) honest, frank and direct: Give me a straight answer!) tiesus, sąžiningas3) (properly or levelly positioned: Your tie isn't straight.) tiesus4) (correct and tidy: I'll never get this house straight!; Now let's get the facts straight!) tvarkingas5) ((of drinks) not mixed: a straight gin.) grynas6) ((of a face, expression etc) not smiling or laughing: You should keep a straight face while you tell a joke.) rimtas7) ((of an actor) playing normal characters, or (of a play) of the ordinary type - not a musical or variety show.) įprastinis, tradicinis2. adverb1) (in a straight, not curved, line; directly: His route went straight across the desert; She can't steer straight; Keep straight on.) tiesiai2) (immediately, without any delay: He went straight home after the meeting.) tiesiai3) (honestly or fairly: You're not playing (= behaving) straight.) tiesiai, sąžiningai, dorai3. noun(the straight part of something, eg of a racecourse: He's in the final straight.) tiesioji- straightness
- straightforward
- straightforwardly
- straightforwardness
- straight talking
- go straight
- straight away
- straighten out/up
- a straight fight
- straight off -
128 straight
adj. rak; rät; ärlig; heterosexuell, inte homosexuell--------adv. raka vägen, direkt; öppet, rakt på sak, rent ut; genast--------n. ärlighet; rak linje; rak serie, straight (kortspel)* * *[streit] 1. adjective1) (not bent or curved: a straight line; straight (= not curly) hair; That line is not straight.) rak, rät2) ((of a person, his behaviour etc) honest, frank and direct: Give me a straight answer!) ärlig3) (properly or levelly positioned: Your tie isn't straight.) rak4) (correct and tidy: I'll never get this house straight!; Now let's get the facts straight!) i ordning5) ((of drinks) not mixed: a straight gin.) ren6) ((of a face, expression etc) not smiling or laughing: You should keep a straight face while you tell a joke.) allvarlig7) ((of an actor) playing normal characters, or (of a play) of the ordinary type - not a musical or variety show.) realistisk, seriös2. adverb1) (in a straight, not curved, line; directly: His route went straight across the desert; She can't steer straight; Keep straight on.) rakt, rätt2) (immediately, without any delay: He went straight home after the meeting.) raka vägen, direkt3) (honestly or fairly: You're not playing (= behaving) straight.) ärligt, hederligt3. noun(the straight part of something, eg of a racecourse: He's in the final straight.) raksträcka- straightness
- straightforward
- straightforwardly
- straightforwardness
- straight talking
- go straight
- straight away
- straighten out/up
- a straight fight
- straight off
См. также в других словарях:
Keep Talking — «Keep Talking» Sencillo de Pink Floyd del álbum The Division Bell Lado A High Hopes (edición) Formato Disco 7 , 12 , CD Grabación 1994 … Wikipedia Español
Keep Talking — Chanson par Pink Floyd extrait de l’album The Division Bell Pays Angleterre Sortie 30 mars 1994 Durée 6:06 Genre Rock pr … Wikipédia en Français
Keep Talking — Song infobox Name = Keep Talking Artist = Pink Floyd Album = The Division Bell Released = March 30 1994 (UK) April 5 1994 (US) track no = 9 Recorded = 1993 Genre = Progressive rock Length = 6:14/6:52 (Pulse version) Writer = David Gilmour Rick… … Wikipedia
keep — I. verb (kept; keeping) Etymology: Middle English kepen, from Old English cēpan; perhaps akin to Old High German chapfēn to look Date: before 12th century transitive verb 1. to take notice of by appropriate conduct ; fulfill: as a. to be faithful … New Collegiate Dictionary
keep on about — PHRASAL VERB If you say that someone keeps on about something, you mean that they keep talking about it in a boring way. [BRIT, INFORMAL] [V P P n] He kept on about me being defensive . Syn: go on about … English dictionary
keep — [kēp] vt. kept, keeping [ME kepen < OE cœpan, to behold, watch out for, lay hold of, akin to MLowG kapen, ON kopa, to stare at < ? IE base * ĝab , to look at or for] 1. to observe or pay regard to; specif., a) to observe with due or… … English World dictionary
keep (yourself) to (yourself) — if you keep yourself to yourself, you live a quiet life and avoid doing things with or talking to other people. We don t know anything about her, she keeps herself to herself … New idioms dictionary
keep on about — To continue talking about • • • Main Entry: ↑keep * * * speak about (something) repeatedly … Useful english dictionary
keep someone dangling — keep/leave/someone dangling informal phrase to not tell someone what is going to happen or when it will happen You can’t just leave him dangling while you decide. Thesaurus: to stop talking, or to not say anythingsynonym … Useful english dictionary
keep your trap shut — spoken phrase used for telling someone rudely to keep something secret Thesaurus: ways of telling someone to stop talking or to be quietsynonym ways of telling or not telling secretssynonym Main entry: trap … Useful english dictionary
keep your voice down — informal phrase used for telling someone to be quiet Could you keep your voices down? I’m trying to read. Thesaurus: ways of telling someone to stop talking or to be quietsynonym Main entry: voice … Useful english dictionary