-
1 house
n. huis; theater; publiek--------v. huisvesten, onderdak bieden aanhouse11 huis ⇒ woning, behuizing; (handels)huis3 〈 ook House〉(vorstelijk/adellijk) geslacht ⇒ (konings/vorsten)huis, adellijke familie4 (bioscoop/schouwburg)zaal ⇒ voorstelling♦voorbeelden:house of detention • huis van bewaringhouse of God • godshuis, huis des Hereneat someone out of house and home • iemand de oren van het hoofd etenset up house • op zichzelf/zelfstandig gaan wonenon the house • van het huis, (rondje) van de zaakthe House of Lords • het Hogerhuisthe House of Representatives • het Huis van Afgevaardigdenkeep/make a House • het quorum bijeenhouden/brengenkeep house • (het) huishouden (doen)————————house2 -
2 keep up
doorgaan, overeind blijven; boven blijven; hoog blijven; aanhouden; opblijvenkeep up3 (in dezelfde/goede staat) blijven ⇒ aanhouden♦voorbeelden:keep up with friends abroad • contact houden met vrienden in het buitenlandkeep up with one's neighbours • niet bij de buren achterblijvenkeep up with the times • bij de tijd blijvenII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 doorgaan met ⇒ handhaven, volhouden♦voorbeelden:keep morale up • het moreel hoog houdenkeep up the old customs • de oude gebruiken handhavenkeep up the good work! • ga zo door!keep it up! • ga zo door! -
3 open
adj. open; bloot; eerlijk; vrij (een baan is beschikbaar)--------n. open plaats; ruimte; openlucht--------v. openen; openmaken ; beginnen; alert zijn; openen (bij zang); openen (van benen)open1[ oopən] 〈zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:bring into the open • aan het licht brengen, bekend/openbaar makencome (out) into the open • open kaart spelen 〈 van iemand〉; aan het licht komen, ruchtbaarheid krijgen 〈 van iets〉in the open • buiten(shuis), in de open lucht; in het open/vrije veld, op het land; in volle zee————————open21 open ⇒ geopend; met openingen; onbedekt, niet (af/in)gesloten, vrij2 open(staand) ⇒ beschikbaar, onbeschut; vacant; onbeslist, onbepaald3 openbaar ⇒ (algemeen) bekend, duidelijk, openlijk4 open(hartig) ⇒ oprecht, mededeelzaam♦voorbeelden:open book • open(geslagen) boekkeep one's eyes open • goed opletten, uitkijken〈 figuurlijk〉 with one's eyes open • bij zijn/haar volle verstand, weloverwogen〈 figuurlijk〉 you bought that old car with your eyes open • je wist wat je deed toen je die oude auto kochtopen harbour • ijsvrije havenopen passage • vrije doorgangopen prison • open gevangenisopen sandwich • canapé, belegde boterhamin the open air • buiten(shuis), in de open luchtopen to • toegankelijk vooropen question • open vraagopen return ticket • retourkaartje geldig voor onbepaalde duur〈 juridisch〉 open verdict • juryuitspraak met betrekking tot een overlijden waarbij geen melding wordt gemaakt van de juiste doodsoorzaakit is open to you to • het staat je vrij tethere are four courses open to us • we kunnen vier dingen doen/wegen inslaanlay oneself (wide) open to • zich (helemaal) blootstellen aanthrow open • opengooien, openstellen 〈 bijvoorbeeld voor publiek〉open hostilities • openlijke vijandighedenopen letter • open briefopen secret • publiek geheimbe open with • open kaart spelen metopen day • open dag/huisopen examination • openbaar examenopen shop • werkplaats waar zowel leden als niet-leden van een vakvereniging mogen werkenwith open hands/an open hand • gul, royaalkeep open house • erg gastvrij zijnopen marriage • vrij/open huwelijkhave/keep an open mind on • openstaan voorwith open mouth • sprakeloos van verbazinglay oneself open to ridicule • zich belachelijk makenbe open to an offer • bereid zijn een aanbod in overweging te nemen————————open31 opengaan ⇒ (zich) openen, geopend worden4 opendoen ⇒ de deur openen; (een boek) openslaan♦voorbeelden:open into/onto the garden • uitkomen in/op de tuin4 I opened at page 58 • ik deed/sloeg het boek open op bladzijde 58II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 openen ⇒ voor geopend verklaren, starten3 openleggen ⇒ toelichten, openlijk meedelen4 openstellen ⇒ ontvankelijk/vatbaar maken, verruimen♦voorbeelden:open a credit • een krediet openenopen a new road through the jungle • een nieuwe weg aanleggen door de rimboeopen fire at/on • het vuur openen op -
4 foot
n. voet; been; meeteenheid; stap; voetstuk, poot (v.e. bed); randen (v.e. blad papier)--------v. dokken; te voet gaan; dansenfoot1[ foet] 〈meervoud: feet〉5 onderste/achterste/laatste deel ⇒ (uit)einde♦voorbeelden:I won't set foot in that house • ik zet geen voet in dat huisstand on one's own feet • op eigen benen staanfoot by foot • voet(je) voor voet(je)on one's feet • op de been, overeind; er (weer) bovenop, beter; onvoorbereidput on one's feet • op de been/er bovenop helpenhave a foot in the door • de eerste stap gezet hebbenhave one foot in the grave • met een been in het graf staanhave/keep one's feet (set) (firmly) to/on the ground • met beide benen op de grond staancarry/sweep someone off his feet • iemand meeslependig in one's feet • z'n poot stijf houdenget to one's feet • opstaanjump to one's feet • opspringenkeep (on) one's feet • overeind/op de been blijvennot put a foot wrong • geen fout makenrecover one's feet • weer overeind komen/krabbelentread under foot • onderdrukkenmy foot! • kom nou!1 tred ⇒ gang, (voet)stap♦voorbeelden:swift of foot • vlug ter been————————foot2〈zelfstandig naamwoord; meervoud: foot, feet〉————————foot3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 card
n. kaart (ook in computers); (speel)kaart; anzichtskaart; (in computers) uitbreidingskaart; ponskaart; zeef--------n. kaartenvoorraad, hoeveelheid van stijf papier in verschillende dikte verkrijgbaar--------v. op kaartsysteem brengen, ficheren; schiftencard1[ ka:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kaart3 〈meervoud; werkwoord soms enkelvoud; Brits-Engels; informeel〉 werknemerspapieren 〈 beheerd door de werkgever〉5 scorestaat/kaart 〈 bijvoorbeeld van cricket, golf〉♦voorbeelden:card-carrying member • geregistreerd/stemgerechtigd lid 〈 bijvoorbeeld van politieke partij, vakbond, e.d.〉hold/keep/play one's cards close to one's/the chest • zich niet in de kaart laten kijken, terughoudend zijnread (the) cards • de kaart leggenwin a fortune at cards • met kaarten een vermogen verdienen3 ask for/be given one's cards • zijn ontslag nemen/krijgenqueer card • rare kwibushave a card up one's sleeve • (nog) iets achter de hand/in petto hebbencount (up)on one's cards • de toekomst vol vertrouwen tegemoet zienhave all the cards • alle troeven in handen hebbenhe played his cards right/well • hij heeft zijn kansen goed benutput (all) one's cards on the table • open kaart spelen————————card2〈 werkwoord〉 -
6 ground
adj. grond-, bodem-; vermalen, verbrijzeld--------n. aarde; grond; terrein; ondergrond; gebied; basis--------v. aan de grond houden; funderen; baseren; beargumenteren; aardenground1[ graund]♦voorbeelden:♦voorbeelden:fall to the ground • falen, in duigen vallentouch ground • vaste grond onder de voeten krijgenrun oneself into the ground • zich uitputtenget off the ground • van de grond/op gang komen3 break (new/fresh) ground • nieuw terrein betreden, pionierswerk verrichtencover much ground • een lange afstand afleggen; veel terrein/onderwerpen bestrijkengive/lose ground • terrein verliezen, wijkenhold/keep/stand one's ground • standhouden, voet bij stuk houdenshift one's ground • van argument/mening veranderenfeel the ground • poolshoogte nemenit suits him down to the ground • dat komt hem uitstekend van pasIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 a house standing in its own grounds • een huis, geheel door eigen grond omgeven————————ground2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 gronden ⇒ baseren, onderbouwen♦voorbeelden:————————ground3→ grind grind/
См. также в других словарях:
keep one's own counsel — {v. phr.}, {formal} To keep your ideas and plans to yourself. * /John listened to what everyone had to say in the discussion, but he kept his own counsel./ * /Although everybody gave Mrs. O Connor advice about what to do with her house, she kept… … Dictionary of American idioms
keep one's own counsel — {v. phr.}, {formal} To keep your ideas and plans to yourself. * /John listened to what everyone had to say in the discussion, but he kept his own counsel./ * /Although everybody gave Mrs. O Connor advice about what to do with her house, she kept… … Dictionary of American idioms
To keep one's hand in — Keep Keep (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
keep\ one's\ own\ counsel — v. phr. formal To keep your ideas and plans to yourself. John listened to what everyone had to say in the discussion, but he kept his own counsel. Although everybody gave Mrs. O Connor advice about what to do with her house, she kept her own… … Словарь американских идиом
Keep — (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913 Webster] I… … The Collaborative International Dictionary of English
house — ► NOUN 1) a building for human habitation. 2) a building in which animals live or in which things are kept: a reptile house. 3) a building devoted to a particular activity: a house of prayer. 4) a firm or institution: a fashion house. 5) a… … English terms dictionary
Keep — Keep, v. i. 1. To remain in any position or state; to continue; to abide; to stay; as, to keep at a distance; to keep aloft; to keep near; to keep in the house; to keep before or behind; to keep in favor; to keep out of company, or out reach.… … The Collaborative International Dictionary of English
house — [hous; ] for v. [ houz] n. pl. houses [hou′ziz] [ME hous < OE hus, akin to Ger haus (OHG hūs) < IE * (s)keus < base * (s)keu , to cover, conceal > SKY] 1. a building for human beings to live in; specif., a) the building or part of a… … English World dictionary
To keep a stiff upper lip — Keep Keep (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
To keep at arm's length — Keep Keep (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
To keep back — Keep Keep (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913… … The Collaborative International Dictionary of English