-
1 convert
n. bekeerling--------v. om wisselen, uitwisselen; bekerenconvert1[ konvə:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————convert2[ kənvə:t]1 (een) verandering(en) ondergaan ⇒ veranderen, overgaan3 〈 handel〉converteerbaar/inwisselbaar zijn♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 om/overschakelen/zetten ⇒ veranderen, om/verbouwen, om/inwisselen, omrekenen♦voorbeelden:convert coal to gas • steenkool vergassen -
2 exchange
n. ruil, uitwisseling; beurs--------v. wisselen, uitwisselen, verwisselenexchange1[ ikstsjeendzj]1 ruil ⇒ (uit)wisseling, woorden/gedachtewisseling♦voorbeelden:5 win/lose the exchange • een kwaliteit winnen/verliezen♦voorbeelden:————————exchange2〈 werkwoord〉1 ruilen ⇒ uitwisselen, verwisselen♦voorbeelden:I would like to exchange it for a smaller one • ik zou het graag voor een kleinere willen ruilen -
3 negotiate
-
4 check return
cheque belemmering (het niet inwisselen van een cheque en hem terugsturen) -
5 controlled currency
onder toezicht staande munt (een munt die beperkt is bij het inwisselen naar vreemd geld) -
6 convertible money
wisselbaar geld (geld wat men voor goud of buitenlands geld kan inwisselen) -
7 transubstantiate
v. inwisselen, veranderen
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский