-
1 electro-silvering
verzilveren -
2 silver deposition
verzilveren -
3 silver plating
verzilveren -
4 silvering
verzilveren -
5 to cash
verzilveren -
6 to encash
verzilveren -
7 to silver
verzilveren -
8 to silver plate
verzilveren -
9 barrel silver plating
verzilveren in tonnen -
10 cash
n. contant geld--------v. verzilveren, incasseren, innencash1[ kæsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ready cash • baar geld, kende munt(be) short of cash • krap (bij kas) (zitten)pay in cash • per kas/contant betalenbe rolling in cash • in het geld zwemmencash down • (à) contant————————cash2II 〈 overgankelijk werkwoord〉→ cash in cash in/ -
11 silver
adj. zilveren; verzilverd; van zilver; bellen (stemgeluid)--------n. zilver (metaalsoort); kleur zilver; zilverwerk; bellen--------v. verzilverensilver1[ silvə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zilver♦voorbeelden:————————silver21 van zilver ⇒ zilveren, zilver-♦voorbeelden:silver fir • zilverspar/densilver foil • zilverfoliesilver fox • zilvervos2 silver plate • verzilverd vaatwerk/tafelgereisilver wedding (anniversary) • zilveren bruiloft————————silver3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 cash in
doodgaan,stervencash in♦voorbeelden:2 cash in on • munt/een slaatje slaan uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 omwisselen in contanten ⇒ verzilveren, innen -
13 grey
adj. grijs (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilverd (veelvoorkomend in Brits schrift)--------n. grijs (kleur) (veelvoorkomend in Brits schrift)--------v. vergrijzen (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilveren (het haar)(veel voorkomend in Brits schrift)grey1♦voorbeelden:————————grey22 grijs ⇒ bewolkt, grauw4 somber ⇒ treurig, triest6 grijs ⇒ vaag, onduidelijk♦voorbeelden:1 grey cells • grijze cellen, hersenenhis face turned grey • zijn gezicht werd (as)grauwGrey Friar • franciscaangrey squirrel • grijze eekhoorn→ little little/————————grey31 grijs worden/maken ⇒ (ver)grijzen -
14 grizzle
n. grijs haar--------v. janken (v. kind), jengelen, mopperen--------v. vergrijzen (v. haar); verzilveren (v. haar)[ grizl] 〈Brits-Engels; informeel〉 -
15 negotiate
-
16 plate
n. bord; bord(portie); aardewerk op tafel; bedekking; bord; naamplaatje--------v. met metaallaagje bedekkenplate1[ pleet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 plaat(je) ⇒ naambordje, etsplaat; nummerbord/plaat; 〈 geologie〉 plaat 〈groot stuk continentale/oceanische aardkorst〉; 〈 fotografie〉 plaat2 renbeker ⇒ prijs, wedstrijd om gouden of zilveren beker7 〈 Brits-Engels〉zilveren/gouden bestek ⇒ verzilverd/verguld bestek, pleet♦voorbeelden:〈 informeel〉 have enough/a lot/too much on one's plate • genoeg/(te) veel om handen hebben————————plate2〈 werkwoord〉2 plateren ⇒ vergulden, verzilveren♦voorbeelden: -
17 limited account
beperkte rekening (rekening aan wie de bank weigerde cheque te verzilveren) -
18 cyanide solver plating
cyaankalisch verzilveren -
19 to collect
innenopvangenvergarenverzamelenverzilveren
См. также в других словарях:
Teufelsdreck — 1. Teufelsdreck ist kein Bisam. – Fischer, Psalter, 410, 2. *2. Er cha Tüfelsdreck versilbern. (Luzern.) Holl.: Duivelsdrek kan men ook verzilveren. (Harrebomée, I, 164a.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon