-
1 interpellate
v. interpelleren[ intə:pəleet] 〈zelfstandig naamwoord: interpellation〉 -
2 делать запрос
vgener. aanvragen, interpelleren -
3 интерпеллировать
vgener. interpelleren -
4 interrupt
n. pauze; een opdracht die aan de computer processor wordt gegeven om een bepaald proces te onderbreken ten gunste van een ander proces--------v. hinderen, storen; ophouden,interpelleren; afsluiten; in de rede vallen[ intərupt]1 storen ⇒ onderbreken, in de rede vallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 onderbreken ⇒ afbreken, belemmeren2 interrumperen ⇒ in de rede vallen, storen -
5 interpeller
interpeller [ẽterpəlee]1 (luid) aan-, toespreken ⇒ toeroepen, in de rede vallen♦voorbeelden: -
6 interpellieren
interpellieren
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский