-
1 preface
n. voorwoord, inleiding--------v. v. een voorwoord voorzien, inleidenpreface1[ preffəs] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————preface2〈 werkwoord〉2 leiden tot ⇒ voorafgaan aan, het begin zijn van -
2 introduce
v. een nieuw voorstel; voorstellen, invoeren; introduceren; openen, beginnen met-; leren kennen[ intrədjoe:s]1 introduceren ⇒ voorstellen, inleiden2 invoeren ⇒ introduceren, naar voren brengen♦voorbeelden:this product will be introduced into Europe • dit product zal in Europa op de markt gebracht worden -
3 precede
v. voorgaan; voorgang; inleiden[ prissie:d]1 voorgaan ⇒ vooraf (laten) gaan, de voorrang hebben♦voorbeelden:the years preceding his marriage • de jaren voor zijn huwelijkhe preceded his speech with a poem • hij leidde zijn toespraak in met een gedicht -
4 prelude
n. opening; voorstuk; prelude (opening bij muziek en zang)--------v. inleiden, een inleiding vormen tot; aankondigenprelude1[ preljoe:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————prelude2〈 werkwoord〉1 als inleiding/voorspel dienen (van) ⇒ aankondigen, inluiden -
5 usher in
binnenleiden, inleiden
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский