-
1 ingezetene
-
2 ingezetene
♦voorbeelden:ingezetenen van een provincie • inhabitants of a provinceingezetenen van een staat • residents of a state -
3 ingezetene
сущ.общ. житель (официально), постоянный житель, постоянный обитатель -
4 ingezetene
habitanteDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > ingezetene
-
5 ingezetene
n. inhabitant, resident, occupant -
6 ingezetene
1) inbyggare2) invånare -
7 ingezetene
habitante -
8 niet-ingezetene
не проживающий в; приезжий -
9 жительница
ingezetene, inwoonster -
10 житель
ngener. (официально) ingezetene, bewoner, inwoner, landzaat -
11 постоянный житель
adjgener. ingezeteneRussisch-Nederlands Universal Dictionary > постоянный житель
-
12 постоянный обитатель
adjgener. ingezeteneRussisch-Nederlands Universal Dictionary > постоянный обитатель
-
13 constituent
n. kiezer; onderdeelconstituent1[ kənstitsjoeənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kiezer ⇒ ingezetene/lid van een kiesdistrict2 samenstellend deel ⇒ onderdeel, bestanddeel————————constituent21 kiezend ⇒ kiezers-, electoraal♦voorbeelden: -
14 nonresident
n. niet-inwoner; niet gast (in een hotel enz.)[ - rezziddənt] 〈 ook attributief〉1 persoon die niet verblijft 〈 in bepaald(e) land, hotel, plaats〉 ⇒ buitenlander, niet-ingezetene, bezoeker 〈 van een hotel〉♦voorbeelden: -
15 resident
adj. woonachtig, inwonend, intern; vast--------n. inwonerresident1[ rezziddənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ingezetene ⇒ (vaste) inwoner, bewoner3 〈Amerikaans-Engels; medicijnen, geneeskunde〉 dokter in klinische opleidingsperiode ⇒ inwonend arts————————resident21 woonachtig ⇒ residerend, inwonend, intern3 inherent ⇒ eigen (aan), gevestigd♦voorbeelden: -
16 local resident
plaatselijke ingezetene -
17 mandatory service
militaire dienstplicht (die iedere 18-jarige ingezetene verplicht is) -
18 résidant
résidant [reeziedã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:adj -
19 résident
résident [reeziedã],résidente [reeziedãt]〈m., v.〉 -
20 un résidant
un(e) résidant(e)
- 1
- 2