-
1 ingaan tegen
ingaan tegen -
2 ingaan tegen
ingaan tegen -
3 ingaan tegen
гл.общ. противодействовать, оспаривать -
4 ingaan tegen
v. react against, breast -
5 lijnrecht staan tegenover/ingaan tegen
lijnrecht staan tegenover/ingaan tegenbe diametrically/flatly opposed toVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lijnrecht staan tegenover/ingaan tegen
-
6 rechtstreeks ingaan tegen
rechtstreeks ingaan tegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rechtstreeks ingaan tegen
-
7 ingaan
1 [binnengaan] go in(to)2 [komen in] go/come in(to) ⇒ enter4 [positief reageren] agree with/to ⇒ comply with5 [beginnen] take effect♦voorbeelden:de geschiedenis ingaan als … • go down in history as …zijn vijftigste jaar ingaan (van persoon, krant enz.) • enter one's fiftieth yeareen weg ingaan • turn into a roaduitgebreid ingaan op • consider at lengthniet ingaan op (een vraag/probleem) • take no notice of (a question/problem)niet ingaan op iemands bezwaren • brush aside someone's objectionser dieper op ingaan • go more deeply into itniet verder op een zaak ingaan • let a matter dropik ging er maar niet verder op in • I didn't pursue the matterop een uitnodiging/weddenschap ingaan • accept an invitation/a betniet ingaan op (een verzoek/suggestie) • refuse a request, not fall in with a suggestionop een aanbod ingaan • accept an offerde huur gaat de eerste van de maand in • the rent will run from the first of the monthde regeling gaat 1 juli in • the regulation is effective as of July 1stde verlaging is al ingegaan • the decrease is already in effectingaan tegen • run counter to -
8 ingaan
2 [+ op][aandacht besteden aan] réagir (à)3 [+ op][positief reageren] accéder à4 [beginnen] commencer♦voorbeelden:een deur ingaan • entrerde verkeerde deur ingaan • se tromper de portewij gingen de duinen verder in • nous nous enfonçâmes dans les dunesik zag hem het huis ingaan • je le vis entrer dans la maisonde stad ingaan • aller en villede nieuwe week ingaan • aborder la nouvelle semaineeen weg ingaan • s'engager dans un chemin2 ergens niet op ingaan • laisser qc. de côténader ingaan op een kwestie • traiter une question plus à fondingaan tegen • s'opposer à3 gretig op iets ingaan • sauter sur qc.ingaan op een verzoek • accéder à une demande -
9 tegen de wil van iemand ingaan
tegen de wil van iemand ingaanaller contre la volonté de qn. -
10 tegen de stroom ingaan
tegen de stroom ingaan〈 ook figuurlijk〉 go/swim against the stream/tideVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tegen de stroom ingaan
-
11 tegen de wil van iemand ingaan
tegen de wil van iemand ingaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tegen de wil van iemand ingaan
-
12 tegen elkaar ingaan
v. clash, confront, strongly disagree -
13 dwars tegen iets ingaan
dwars tegen iets ingaans'opposer radicalement à qc. -
14 dwars tegen iets ingaan
dwars tegen iets ingaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dwars tegen iets ingaan
-
15 противодействовать, оспаривать
vgener. ingaan tegen -
16 lijnrecht
1 [recht als een lijn] (dead) straightII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:2 lijnrecht staan tegenover/ingaan tegen • be diametrically/flatly opposed to -
17 wil
♦voorbeelden:met de beste wil van de wereld • avec la meilleure volonté du mondezonder eigen wil • sans volontézij heeft een eigen wil • elle sait ce qu'elle veutzijn goede wil tonen • faire acte de bonne volonté(mensen) van goede wil • (les hommes) de bonne volontéhet is de goede wil die telt • c'est l'intention qui comptemet een beetje goeie wil gaat het best • avec un peu de bonne volonté ça iramoeders wil is wet • ±ce que femme veut, Dieu le veuteen stalen wil • une volonté de fereen sterke wil hebben • avoir de la volontéde vrije wil • le libre arbitreiets uit (eigen) vrije wil doen • faire qc. de son plein gréiemands wil doen • faire la volonté de qn.uw wil geschiede • que ta volonté soit faite(voor) elk wat wils • il y en a pour tous les goûtshet gebeurde buiten zijn wil (om) • cela arriva malgré luialleen de wil om te leven redde de patiënt • seule la volonté de vivre sauva le maladede wil om te leren • le goût d'apprendretegen de wil van iemand ingaan • aller contre la volonté de qn.iets tegen zijn wil doen • faire qc. contre son gréiets tegen iemands wil doen • passer outre à la volonté de qn.ter wille van • pour l'amour dewil tot verandering • volonté de changement -
18 wil
♦voorbeelden:met de beste wil van de wereld kan ik niet komen • I couldn't come with the best will in the worldhet was haar eigen wil • it was her own wisheen/geen eigen wil hebben • have a/no mind of one's own(mensen) van goede wil • (people) of goodwillvol goede wil • full of good willmet een beetje goeie wil gaat het best • with a little good will it'll all work outzijn laatste wil • one's last will (and testament)een sterke wil hebben • be strong-willediets uit (eigen) vrije wil doen • do something of one's own free willde vrije wil • free williemands wil doen • do someone's willuw wil geschiede • thy will be donezijn wil is wet • his word is lawzijn goede wil tonen • show one's good will(voor) elk wat wils • something for everybodytegen de wil van iemand ingaan • go against someone's wishesiemand ter wille zijn • do someone a favour -
19 stroom
1 [zich voortbewegende massa vloeistof] stream ⇒ flow, 〈 stroming〉 current, 〈 grote hoeveelheid〉 flood4 [rivier] river♦voorbeelden:een stroom van tranen • a flood of tearsde zwemmer werd door de stroom meegesleurd • the swimmer was carried/swept away by the current/tidede regen viel in stromen neer • rain came down in torrents/streamstegen de stroom oproeien • 〈 ook figuurlijk〉 row/go against the currenter kwam een stroom van klachten binnen • complaints came pouring inde stroom volgen, met de stroom meegaan • 〈 ook figuurlijk〉 go/swim with the stream/tidetegen de stroom ingaan • 〈 ook figuurlijk〉 go/swim against the stream/tide3 de stroom is uitgevallen • there is a power failure/cuter staat stroom op die draad • that is a live wirezonder stroom zitten • be without (electric) power -
20 dwars
1 [in een richting loodrecht op een andere] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 transversal; 〈 bijwoord〉 en travers♦voorbeelden:dwars gestreept • à lignes transversalesdwars tegen iets ingaan • s'opposer radicalement à qc.ergens dwars doorheen gaan • traverser qc.hij stak hem dwars door het lijf • il lui transperça le corpsdwars door het veld • à travers champsdwars op de golven liggen • être en travers à la lamedwars over de weg • en travers du cheminiemand dwars in de weg, voor de voeten komen • 〈 hinderen〉 mettre des bâtons dans les roues à qn.; 〈 onverwacht aantreffen〉 faire une rencontre inattendue→ link=dubbel dubbel〈 figuurlijk〉 iemand dwars zitten • tirer dans les pattes de qn.
- 1
- 2