-
1 blottir
blottir (se) [blottier]〈 werkwoord〉2 wegkruipen ⇒ weg-, ineenduiken, zich verschuilen3 zich nestelen ⇒ zich vlijen, (lekker) gaan zittenv( se blottir)1) wegkruipen, zich verschuilen2) ineenduiken, zich klein maken3) zich vlijen -
2 crouch
n. gehurkte/knielende houding--------v. bukken, kruipen; inkrimpencrouch1[ krautsj]1 gehurkte/knielende houding ⇒ hurkzit1 het hurken/knielen————————crouch2〈 werkwoord〉1 zich (laag) bukken ⇒ ineenduiken, zich buigen♦voorbeelden: -
3 huddle
n. warboel--------v. bijeenkruipenhuddle1[ hudl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (dicht opeengepakte) groep/massa ⇒ kluwen, menigte♦voorbeelden:¶ go into a huddle • de koppen bij elkaar steken, krijgsraad houden————————huddle22 〈+up〉in elkaar kruipen/duiken ⇒ ineenduiken/krimpen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bijeenbrengen/voegen ⇒ samendringen/hopen -
4 ramasser
ramasser [raamaasee]1 bijeenbrengen ⇒ verzamelen, bijeenvegen3 oprapen ⇒ lezen, plukken♦voorbeelden:v1) verzamelen, bijeenbrengen2) oppakken [politie]3) oprapen, plukken4) oplopen [ziekte]5) krijgen [slaag] -
5 recroqueviller
recroqueviller [rəkrokviejee]1 doen verschrompelen ⇒ krommen, doen buigen2 ineenduiken ⇒ zich oprollen, ineenkrimpen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский