-
21 verfraaien
• to embellish• to improve -
22 aan zijn conditie werken
aan zijn conditie werkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan zijn conditie werken
-
23 aantrekken
2 [vaster doen sluiten] tighten5 [aandoen] put on♦voorbeelden:een knoop aantrekken • draw a knot tighter3 zich aangetrokken voelen door/tot iemand/iets • feel attracted to someone/somethingdat trekt mij wel aan • that appeals to menieuwe medewerkers aantrekken • take on/recruit new staffik heb niets om aan te trekken • I have nothing to wearII 〈wederkerend werkwoord; zich aantrekken〉♦voorbeelden:zich verwijten aantrekken • take reproaches to hearttrek het je niet aan • don't let that worry youzich alles persoonlijk aantrekken • take everything personallyzich niets aantrekken van • not care aboutze scheen zich van de hele zaak niets aan te trekken • she seemed unconcerned about the whole affair♦voorbeelden: -
24 beter maken
beter maken -
25 beter van kwaliteit worden
beter van kwaliteit wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > beter van kwaliteit worden
-
26 beter worden
beter worden -
27 bijtrekken
2 [in een beter humeur komen] come (a)round♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naderbij trekken] pull up ⇒ draw up/near♦voorbeelden: -
28 bijwerken
1 [gelijkbrengen, aanvullen] improve ⇒ catch up (on), 〈 bij de tijd brengen〉 bring up to date, 〈 bij de tijd brengen〉 update, coach 〈 leerling〉2 [netter afwerken] touch up♦voorbeelden:nieuwe bijgewerkte druk • new updated edition -
29 copuleren
II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een wilde boom veredelen] improve by splicing -
30 de geest ontwikkelen
de geest ontwikkelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de geest ontwikkelen
-
31 de levensstandaard verbeteren
de levensstandaard verbeterenimprove/raise the standard of livingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de levensstandaard verbeteren
-
32 de verstandhouding verbeteren
de verstandhouding verbeterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de verstandhouding verbeteren
-
33 een eerdere prestatie overtreffen
een eerdere prestatie overtreffenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een eerdere prestatie overtreffen
-
34 ervoor
2 [voor het genoemde in volg-/rangorde] before (it)3 [met betrekking tot een bestemming/oorzaak; ten behoeve van] for it5 [in de plaats van] for it 〈 enkelvoud〉 /them 〈 meervoud〉 ⇒ instead (of it 〈 enkelvoud〉 /them 〈 meervoud〉)♦voorbeelden:2 dat was ervoor, niet erna • that was before, not after(wards)3 hij heeft geen gevoel ervoor • 〈 geen gevoelsvermogen bezittend〉 he has no feeling for it; 〈 niet ontvankelijk〉 he is not sensitive to itdat dient ervoor om … • that is for …, that serves to …hij moet ervoor boeten • he will pay for it/thishij streed ervoor om hun lot te verbeteren • he strove to improve their lotervoor zorgen dat … • see to it that …het ervoor houden • take it for (something else)wat krijg ik ervoor? • what will I get for it?zoals de zaken ervoor staan • as things stand -
35 hij streed ervoor om hun lot te verbeteren
hij streed ervoor om hun lot te verbeterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij streed ervoor om hun lot te verbeteren
-
36 kwaliteit
1 [deugdelijkheid] quality4 [goede hoedanigheid, vaak in samenstellingen] quality♦voorbeelden:1 eerste kwaliteit wol • first-/top-quality/grade A wool(hout) van goede/slechte kwaliteit • high-/low-quality (wood)van inferieure/ongelijke kwaliteit, inferieur/ongelijk van kwaliteit • (of) inferior/uneven (quality)kwaliteit leveren • deliver a quality productin kwaliteit achteruitgaan • lose qualitybeter van kwaliteit worden • improve (in quality)3 in mijn kwaliteit van voorzitter • in my capacity/quality as chairmandeze wijn heeft kwaliteit • this is a quality/superior wine -
37 morgen treedt er een weersverbetering op
morgen treedt er een weersverbetering opVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > morgen treedt er een weersverbetering op
-
38 ontplooien
♦voorbeelden:1 zich geestelijk ontplooien • improve one's mind, broaden one's horizonszich ontplooien • blossom, expandiemand de gelegenheid geven zich/zijn talenten ten volle te ontplooien • offer full scope to someone to develop his talents -
39 ontwikkelen
1 [tot volle wasdom brengen] develop4 [kennis bijbrengen] educate5 [fotografie] develop6 [ten toon spreiden] display♦voorbeelden:ontwikkelde landen • developed countrieszich ontwikkelen • educate oneselfII 〈wederkerend werkwoord; zich ontwikkelen〉♦voorbeelden:de zaak ontwikkelt zich gunstig • the affair is shaping (up) wellzich ontwikkelen tot • develop/grow into -
40 overtreffen
♦voorbeelden:alles overtreffende • superlative, supremehij heeft zichzelf overtroffen • he has excelled himselfiemand in schoonheid overtreffen • surpass someone in beautyin aantal overtreffen • outnumberdat is niet meer te overtreffen • that cannot be surpassed
См. также в других словарях:
improve — im‧prove [ɪmˈpruːv] verb 1. [intransitive, transitive] FINANCE if shares, prices etc improve by a particular amount, they rise by that amount: • Jaguar improved 21p, closing at 665p. improve by • Hungary s dollar current account improved by a… … Financial and business terms
improve — 1 Improve, better, help, ameliorate are comparable when denoting to mend or correct in part or in some de gree. Improve, the general term, and better, more vigorous and homely, apply both to objects and to states or conditions that are not of… … New Dictionary of Synonyms
Improve — Im*prove , v. t. [imp. & p. p. {Improved}; p. pr. & vb. n. {Improving}.] [Pref. in in + prove, in approve. See {Approve}, {Prove.}] 1. To make better; to increase the value or good qualities of; to ameliorate by care or cultivation; as, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Improve — Im*prove , v. i. 1. To grow better; to advance or make progress in what is desirable; to make or show improvement; as, to improve in health. [1913 Webster] We take care to improve in our frugality and diligence. Atterbury. [1913 Webster] 2. To… … The Collaborative International Dictionary of English
improve — [im pro͞ov′] vt. improved, improving [earlier improw < Anglo Fr emprower < en , in + prou, gain, advantage < LL prode, advantage (back form. < L prodesse, to be of advantage): see PRO 2 & IS1] 1. Now Rare to use profitably or to good… … English World dictionary
Improve — Im*prove , v. t. [Pref. im not + prove: cf. L. improbare, F. improuver.] 1. To disprove or make void; to refute. [Obs.] [1913 Webster] Neither can any of them make so strong a reason which another can not improve. Tyndale. [1913 Webster] 2. To… … The Collaborative International Dictionary of English
improve\ on — • improve (up)on v To make or get one that is better than (another). Dick made good marks the first year, but he thought he could improve on them. Charles built a new model racer for the derby race, because he knew he could improve upon his old… … Словарь американских идиом
improve — I verb advance, ameliorate, amend, appreciate, beautify, correct, cultivate, cure, develop, doctor, edify, edit, elaborate, elevate, embellish, emend, enhance, ennoble, enrich, fix, flourish, gain, gain strength, heighten, help, increase,… … Law dictionary
improve — (v.) late 15c., to use to one s profit, to increase (income), from Anglo Fr. emprouwer to turn to profit (late 13c.), from O.Fr. en , causative prefix, + prou profit, from L. prode advantageous (see PROUD (Cf. proud)). Spelling with v was rare… … Etymology dictionary
improve — ► VERB 1) make or become better. 2) (improve on/upon) achieve or produce something better than. 3) (improving) giving moral or intellectual benefit. DERIVATIVES improvability noun improvable adjective improver … English terms dictionary
Improve — means to make something better. It may also refer to:Improver* Bread improver * Improver Corporation: Improver v Remington, a 1990 United Kingdom patent infringement law court caseImproved* Improved clinch knot, a knot * Most Improved Player, a… … Wikipedia