-
1 la roche s'est éboulée sur la route
la roche s'est éboulée sur la routeDictionnaire français-néerlandais > la roche s'est éboulée sur la route
-
2 faux
faux1 [foo]I 〈m.〉1 (het) valse ⇒ (het) onware, (het) onechte♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 s'inscrire en faux contre une interprétation • de juistheid van een interpretatie aanvechtenII 〈v.〉♦voorbeelden:————————faux2 [foo],fausse [foos]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 vals ⇒ onwaar, onjuist, verkeerd2 ongegrond ⇒ vals, ijdel3 onecht ⇒ nagemaakt, vervalst, schijn-, imitatie-4 onoprecht ⇒ onwaarachtig, vals♦voorbeelden:faire un faux mouvement • een verkeerde beweging makenfaire un faux pas • een misstap doense trouver dans une fausse position • zich in een scheve positie bevindensituation fausse • dubbelzinnige situatiefrapper à faux • misslaanraisonnement qui porte à faux, en porte à faux • ongefundeerde redeneringfaux ami • vriend die geen vriend isc'est une fausse blonde • ze heeft geblondeerd haarfaux bonhomme • iemand die slechts in schijn goedaardig isfaux col • losse boordc'est une fausse maigre • zij lijkt magerder dan ze isfaire une fausse sortie • net doen alsof men weggaat1. m2) vervalsing3) bedrog2. fzeis [landbouw]3. faux/fausseadj, adv1) vals, onwaar, onjuist2) ongegrond3) onecht, nep4) onoprecht5) onzuiver, vals [muziek] -
3 fois
fois [fwaa]〈v.〉♦voorbeelden:1 l'autre fois • een tijdje geleden, onlangsune bonne fois • eens en voor altijdc'est cent fois mieux • dat is veel betervous avez cent fois raison • u hebt volkomen gelijkcertaines fois • somsarbre deux fois centenaire • twee eeuwen oude boomdeux fois plus grand • twee keer zo grootvous avez mille fois raison • u heeft groot gelijktoutes les fois que • steeds alsla seule et unique fois • absoluut de enige keerencore une fois • nogmaals, ik zeg je nog eens, ik herhaalplus d'une fois • vaakà la fois • tegelijk(ertijd)y regarder à deux fois • zich tweemaal bedenken〈 formeel〉 par deux fois, par trois fois • twee keer, drie keerune fois pour toutes • eens en voor altijddes fois • somsil y avait une fois, il était une fois • er was eensune fois en route elle ne s'arrêtait plus • toen ze eenmaal op weg was gegaan, stopte ze niet meerune fois, deux fois, trois fois • één, twee, drie 〈 voor het uitvoeren van een bedreiging〉fkeer, maal -
4 code
code [kod]〈m.〉2 (verzameling) voorschriften, regels♦voorbeelden:code de la route • verkeersregelscode civil • burgerlijk wetboekcode confidentiel • pincodecode électoral • kieswetcode pénal • wetboek van strafrechtle Code • de wetten3 code à barres • streepjes-, barcodecode postal • postcodecode secret • geheimschriften code • in code(taal) in geheim-, cijferschriftêtre en code • dimlicht aan hebbenmettre ses phares en code, se mettre en code • zijn lichten dimmen————————(éclairage, phares) codem1) wetboek2) verzameling voorschriften, regels3) code, geheimschrift -
5 feu
〈m.〉2 brand3 licht ⇒ vlam, verkeerslicht♦voorbeelden:feu de Bengale • Bengaals vuurfeu de braises • houtskoolvuurtje〈 figuurlijk〉 feu du ciel • hemelvuur, bliksemn'avoir ni feu ni lieu • huis noch haard hebbentempérament de feu • gloedvol temperamentle feu céleste • het hemelvuurfaïence de grand feu • hogetemperatuuraardewerkfeu nu • open vuurrouge feu • vuurroodavez-vous du feu? • heeft u een vuurtje voor me?faire feu des quatre fers • 〈 van een paard〉 bij het lopen vonken uit het plaveisel slaan; 〈 figuurlijk〉 zich het vuur uit de sloffen lopenmettre le feu à qc. • iets in brand stekenmettre un pays à feu et à sang • een land te vuur en te zwaard verwoestenfaire du feu de qc., avec qc. • iets verbrandenêtre en feu • in brand staan, gloeienavoir les joues en feu • gloeiende wangen hebbenprendre feu • vlamvatten, in brand raken〈 figuurlijk〉 il n'y a pas le feu! • kalm!, geduld!, niet zo haastig!, waar is de brand?au feu, au feu! • brand, brand!feux de détresse • 〈 auto〉alarmlichten, waarschuwingslichtenfeux de la rampe • voetlichtfeux de recul • achteruitrijlampen, -lichtfeux de route • groot lichtfeu de signalisation • verkeerslicht, stoplichtfeux de signalisation synchronisés • groene golffeu de stationnement • parkeerlichtfeu stop • remlichtfeu arrière • achterlichtfeux clignotants • knipperlichtenfeu follet • dwaallichtfeu tournant d'un phare • zwaailicht van een vuurtorenaller au feu • vuurvast, ovenvast zijnne pas faire long feu • niet lang duren————————feu2 [feu]〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 formeel〉1 wijlen ⇒ zaliger, overledenm1) vuur2) brand3) licht4) brander, pit5) gevecht6) (het) vuren7) pistool8) brandstapel -
6 ordre
ordre [ordr]〈m.〉1 orde ⇒ volgorde, rangorde, ordening4 categorie ⇒ soort, aard5 bevel ⇒ opdracht, verordening, order6 order ⇒ bestelling, opdracht♦voorbeelden:avoir de l'ordre • ordelijk zijnmanquer d'ordre • slordig zijnmettre de l'ordre • orde scheppenmettre bon ordre à • voorgoed een eind maken aanmettre de l'ordre dans • opruimen, ordenendans l'ordre chronologique • chronologischdans l'ordre d'entrée en scène • in volgorde van opkomstmettre en ordre • opruimen, ordenenen ordre de marche • startklaarpar ordre alphabétique • alfabetisch gerangschiktl'ordre établi • de gevestigde ordene pas avoir d'ordre • geen orde kunnen houdenrappeler qn. à l'ordre • iemand tot de orde roepenrentrer dans l'ordre • weer normaal wordenordre monastique • kloosterorde4 de dernier ordre • erbarmelijk slecht; totaal onbelangrijkchoses de même ordre • soortgelijke dingende premier ordre • eersteklas-affaire de premier ordre • bijzonder belangrijke zaakde second ordre • tweederangsd' ordre général • van algemene aardd' ordre philosophique • op het terrein van de filosofiec'est dans l'ordre des choses • dat is de normale gang van zakendans cet ordre d'idées • in verband hiermeeune inquiétude de cet ordre • een dermate grote onrustordre formel • uitdrukkelijk bevelje n'ai pas d'ordre à recevoir • ik kan mijn eigen boontjes wel doppenà vos ordres! • tot uw orders!être aux ordres de • ter beschikking staan vanjusqu'à nouvel ordre • tot nader orderpar ordre de, sur l'ordre de • in opdracht van6 ordre d'achat • kooporder, bestelformulierprendre des ordres • bestellingen opnemen; bevelen in ontvangst nemenà l'ordre du jour • actueel, in de modem1) orde, volgorde3) genootschap4) categorie5) bevel6) bestelling -
7 rester
rester [restee]〈 werkwoord〉1 blijven2 overblijven ⇒ overschieten, resten♦voorbeelden:où en sommes-nous restés? • waar zijn we gebleven?restons-en là pour aujourd'hui • laten we het voor vandaag daarbij houden〈 onpersoonlijk〉 il reste vrai, entendu que • het blijft waar, het spreekt vanzelf datil n'en reste pas moins que • desalnietteminrester en arrière • achterblijvenrester court • niet verder kunnen, blijven stekenrester debout • blijven staanrester dans l'ignorance • onkundig blijvenne pas rester en place • niet stil kunnen zittenrester sans bouger • roerloos blijven staan, zittenrester tout un jour sans manger • een dag lang niet etenrester sur un travail • lang doen over een werk→ paroleil me reste trois francs • ik heb nog drie frankil ne me reste plus qu'à vous remercier • rest mij slechts u te bedankenrester à faire • gedaan moeten wordenreste à savoir si • blijft nog de vraag ofv1) blijven2) overblijven -
8 ébouler
ébouler [eeboelee]1 instorten ⇒ in-, verzakken, afbrokkelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 instorten ⇒ in-, verzakken, afbrokkelen♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Route du bord de mer (Alpes-Maritimes) — Route départementale 6098 D 6098 Côte d Azur est Caractéristiques Longueur 98 km … Wikipédia en Français
Route du bord de mer (Alpes Maritimes) — La route du bord de mer des Alpes Maritimes (citée ci après : la Route) est une route touristique de la Côte d Azur qui longe la Méditerranée depuis Le Trayas (dans le département du Var) jusqu à Menton et la frontière Italienne, sur une… … Wikipédia en Français
Route du bord de mer (alpes maritimes) — La route du bord de mer des Alpes Maritimes (citée ci après : la Route) est une route touristique de la Côte d Azur qui longe la Méditerranée depuis Le Trayas (dans le département du Var) jusqu à Menton et la frontière Italienne, sur une… … Wikipédia en Français
route — [ rut ] n. f. • XIIe; lat. médiév. rupta, ellipse de via rupta, lat. class. rumpere viam « ouvrir un passage » 1 ♦ Voie de communication terrestre aménagée, plus importante que le chemin, située hors d une agglomération ou reliant une… … Encyclopédie Universelle
Route Transcanadienne — Longueur 7821km (4869 mi) Ouverture 1962 Direction Ouest/Est Extrémité Ouest … Wikipédia en Français
Route transcanadienne — Longueur 7821km (4869 mi) Ouverture … Wikipédia en Français
Route 175 — (Québec) Route 175 Longueur 243,0 km [1] … Wikipédia en Français
Route 175 (Quebec) — Route 175 (Québec) Route 175 Longueur 243,0 km [1] … Wikipédia en Français
Route 175 (québec) — Route 175 Longueur 243,0 km [1] … Wikipédia en Français
Route de glace — sur le Lac Saimaa en Finlande. Les routes de glace sont fabriqués par l homme c est une structure qui est congelé à la surface des baies, rivières, lacs, mers ou dans l extrême nord. Ils relient la terre ferme, sur des cours d eau gelés, portages … Wikipédia en Français
Route des Grandes Alpes — Route des Grandes Alpes, indiquée à la sortie de Bourg Saint Maurice dans la direction du Cormet de Roselend et du Beaufortain. La route des Grandes Alpes est un itinéraire touristique de 684 kilomètres qui traverse les Alpes françaises du nord… … Wikipédia en Français