-
1 Flügel
Flügel〈m.; Flügels, Flügel〉♦voorbeelden:die Flügel einer Mühle • de wieken van een molender linke Flügel einer Armee • de linkerflank van een legerder rechte Flügel einer Partei • de rechtervleugel van een partijdie Flügel ausbreiten, spreizen • de vleugels uitslaanjemandem die Flügel beschneiden, stutzen • iemand kortwieken -
2 clip someone's wings
-
3 wing
n. vleugel (v.e. vogel); vleugel (bij luchtmacht); afdeling; gedeelte v.h. toneel; arm (i.d. spreektaal)--------v. de lucht doorklieven (vogel); van vleugels voorzien; vleugelen doen aanschieten, bevleugelenwing12 〈 bouwkunst〉vleugel, zijstuk3 〈 leger〉vleugel, flank♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 take under one's wings • onder zijn vleugels/hoede nemenon the wing • in de vlucht————————wing2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 aile
aile [el]〈v.〉1 vleugel♦voorbeelden:vouloir voler avant d'avoir des ailes • vliegen willen eer men vleugels heeftf1) vleugel2) molenwiek3) spatbord [auto] -
5 ailé
aile [el]〈v.〉1 vleugel♦voorbeelden:vouloir voler avant d'avoir des ailes • vliegen willen eer men vleugels heeftadj -
6 ongle
ongle [õgl]〈m.〉1 nagel3 hoef♦voorbeelden:avoir les ongles en deuil • rouwrandjes aan de nagels hebbenfaire les ongles • de nagels (knippen en) verzorgense ronger les ongles • nagelbijtenm1) nagel2) klauw -
7 rogner les ailes à qn.
rogner les ailes à qn. -
8 rogner les ongles à qn.
rogner les ongles à qn.
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский