-
1 Fell
〈o.; Fell(e)s, Felle〉1 (dieren)vel, huid ⇒ vacht, pels♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 jemandem das Fell über die Ohren ziehen • iemand het vel over de oren halen, trekkennur noch Fell und Knochen sein • vel over been zijn -
2 blanc
blanc1 [blã]〈m.〉♦voorbeelden:blanc d'oeuf • eiwitblanc de poulet • kippenborst, kipfiletblanc de zinc • zinkwitbattre des blancs d'oeufs en neige • eiwit stijfkloppentirer à blanc • met los kruit schietenà blanc • zonder gevolgen, proef-en blanc • open, onbeschreven, onbedruktchèque en blanc • blanco chequepeint en blanc • wit geverfdnoir sur blanc • zwart op wit————————blanc2 [blã],blanche [blãsĵ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 wit ⇒ blank, bleek, blanco3 schijn- ⇒ proef-, zonder resultaat♦voorbeelden:1 bois blanc • wit hout, vurenhoutcheveux blancs • grijs haarespace blanc • opengelaten ruimteproduit blanc • merkloos productêtre blanc • bleek zijn, er wit uitzienun blanc, une blanche • blankeblanc comme neige • onschuldig als een lammariage blanc • schijnhuwelijk, platonisch huwelijkvoix blanche • klankloze stem1. m1) (het) wit2) witte wijn4) doelwit, roos2. blanc/blanchem/f3. blanc/blancheadj1) wit, blank, bleek2) onbeschreven, blanco3) schoon4) onschuldig5) schijn-6) proef- -
3 white
adj. witte; heldere; bleek; eerlijk--------n. witte kleur; wit; helder, bleek; wit v.h. ei (eiwit); witte kleren; wit mens (albino); oogwitwhite1[ wajt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 blanke♦voorbeelden:————————white2〈bijvoeglijk naamwoord; whiter; whiteness〉♦voorbeelden:white Christmas • witte kerst〈 Brits-Engels〉 white coffee • koffie met melk/roomwhite magic • witte magiewhite as a sheet • lijkbleek, wit als een doek2 white hunter • blanke jager/safarileiderwhite slave • blanke slavinwhite slavery • handel in blanke slavinnenwhite ant • termietwhite ensign • Britse marinevlagshow the white feather • zich lafhartig gedragenWhite Friar • karmelietwhite hope • iemand van wie men grote verwachtingen heeftwhite horses • witgekuifde golvenwhite lead • loodwitwhite lie • leugentje om bestwilWhite Russia • Wit-Ruslandwhite spirit • terpentinebleed someone white • iemand uitkleden, iemand het vel over de oren halengo white about the gills • bleek/wit om de neus worden van schrik/angst -
4 saigner qn. à blanc
saigner qn. à blanc -
5 bleed someone white
iemand uitkleden, iemand het vel over de oren halen -
6 laine
laine [len]〈v.〉1 wol♦voorbeelden:laine de verre • glaswolde haute laine • hoogpoliglaine peignée • kamwollaine vierge • scheerwolse laisser manger, tondre la laine sur le dos • zich de kaas van het brood laten etentondre la laine sur le dos de qn. • iemand het vel over de oren halenbêtes à laine • wolveeen laine • wollen→ bas -
7 fleecer
n. afzetter, iemand het vel over de oren halen -
8 tondre la laine sur le dos de qn.
tondre la laine sur le dos de qn.Dictionnaire français-néerlandais > tondre la laine sur le dos de qn.
-
9 jemandem das Fell über die Ohren ziehen
jemandem das Fell über die Ohren zieheniemand het vel over de oren halen, trekkenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem das Fell über die Ohren ziehen
-
10 fleece
n. (schaaps)vacht; vlies--------v. scheren; het vel over de oren halen, afzetten, (met een vacht bedekken)fleece1[ flie:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————fleece2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский