-
1 знать лучшие дни
Когда-то Жан Шамет знал лучшие дни. Он служил солдатом в армии [Маленького Наполеона] во время мексиканской войны. (К. Паустовский, Золотая Роза) — As a private in the army of Napoleon le Petit during the Mexican War, Jean Chamette had known better days.
Русско-английский фразеологический словарь > знать лучшие дни
-
2 знавать лучшие дни
General subject: have known better days, know have known better daysУниверсальный русско-английский словарь > знавать лучшие дни
-
3 что было, то сплыло
Set phrase: bygones are bygones (used to mean: what has been, has been, it is different now), the days of our pride are gone, the mill cannot grind with the water that is past (дословно: Мельница не может молоть на утёкшей воде), we have known better days, we have seen better days, what's been before, is now no moreУниверсальный русско-английский словарь > что было, то сплыло
-
4 знавать лучшие времена
General subject: have seen better days, have had one's day, have known better daysУниверсальный русско-английский словарь > знавать лучшие времена
-
5 устареть
1) General subject: be out of fashion, go out of date, have had one's day, outlive, outmode, stale, superannuate, to be out of court, to be out of fashion, date, have known better days, get old2) Colloquial: crack up, have had it3) Jargon: wash up4) Information technology: be out of date5) Patents: turn old -
6 выйти из употребления
1) General subject: date, fall into desuetude, have had one's day, pass out of use, superannuate, to be out of use, be out of use, grow out of use, pass out of existence, have known better days2) Architecture: become obsolete3) Mining: combustion into disuse4) Business: grow out of5) Makarov: get into disuse, come into disuse, fall into disuse, fall out of useУниверсальный русско-английский словарь > выйти из употребления
-
7 отжить свое
General subject: have had one's day, have known better days -
8 отжить свой век
General subject: superannuate, have had one's day, have known better days -
9 tijd
1 [als ononderbroken eenheid; tijdsduur] time2 [tijdstip; juiste/geschikte moment] time5 [taalkunde] tense♦voorbeelden:in de helft van de tijd • in half the timein een jaar tijd • (with)in a yearna bepaalde tijd • after some/a time, eventuallygeruime tijd • a considerable time, a good whilede hele tijd • all the time, the whole timeeen hele tijd geleden • quite a while agohet is hoog tijd om te vertrekken • it's high time we leften dat is hoog tijd ook! • and about time too!het is de hoogste tijd! • 〈 in kroeg〉 time, (gentlemen,) please!een tijd lang • for a while/timeik heb haar lange tijd niet gezien • I haven't seen her for/in ages/quite a whileeen lange/korte tijd duren • last a long/short timevoor onbepaalde tijd • indefinitely, for an indefinite periodsedert onheuglijke tijden • since time immemorial〈 sport〉 een scherpe tijd neerzetten • record/run a fast timevrije tijd • spare/free time, time off, leisure (time)waar blijft de tijd? • where's the time gone (to)?het zal mijn tijd wel duren • I won't be around to see ithet duurde een tijdje voor ze eraan gewend was • it was/took a while before/until she got used to itik ben niet aan tijd gebonden • I'm not pressed for timeik geef je vijf seconden de tijd • I'm giving you five secondsje moet jezelf de tijd geven • take your timeiemand de tijd geven/gunnen • give someone timezich de tijd niet gunnen (om) • not take the time (to)heb je even tijd? • have you got a moment/a sec?die tijd heb ik gehad • I'm past that now, I've been through thatgeen/genoeg tijd hebben om … • have no/enough time to …tijd genoeg hebben • have plenty of/enough timede tijd hebben • have timewe hebben hem een tijd niet gezien • we haven't seen him for a/some while/some timewe hebben de tijd aan onszelf • our time is our ownweinig tijd hebben • not have got much time, be pressed for timeje hebt nog 14 dagen de tijd • you've got 14 days lefttijd kosten • take timeals je geen tijd hebt, maak je maar tijd • if you haven't got time, make timede tijd nemen voor iets • take one's time about/over somethingtijd opnemen • record the timeer is geen tijd te verliezen • there's no time to lose/to be lostde tijd verstrijkt • time passesdat was me nog eens een tijd! • what a time that was!, those were the days!mijn tijd zit erop • ±I've done my stintin de baas zijn tijd • during/on the boss's timeuw tijd is om • your time is upbinnen afzienbare tijd • within the foreseeable futurebinnen niet al te lange tijd • (with)in the not too distant future, before (too) longbinnen de kortst mogelijke tijd • in (next to) no timehet heeft in tijden niet zo geregend • it hasn't rained like this for agesmet de tijd breidde de hongersnood zich uit • as time went on the famine spreaddit zal met de tijd wel beter gaan • it'll probably get better in timemet zijn tijd geen raad weten • have time on one's handsna korte tijd lukte het ons om … • we soon managed to …sinds enige tijd • for some time (past)een tijd van 11 seconden • a time of 11 secondshet is maar voor korte tijd • it's only for a short whilevoor de tijd van • for a period ofvorig jaar om dezelfde tijd • (at) the same time last yearde plaatselijke tijd • local timede tijd is rijp om … • the time is ripe to …heeft u de tijd ? • have you got the time?'t is allang tijd geweest • it's long past/ 〈 informeel〉way past/way over timeals de tijd daar is • when the time/day comesde tijd verdrijven/korten/doden • kill timeeindelijk! het werd tijd • at last! it was about time (too)!het wordt tijd dat … • it is (high) time that …〈 pregnant〉 het wordt mijn tijd • I must be off, it's time for me to gobij tijd en wijle • now and again/thenmorgen/gisteren om deze tijd • (about/ Aaround) this time tomorrow/yesterdaytijd om te eten/te slapen • time to eat/to go to bedop vaste tijden • at set/fixed timesnet op tijd • just in timeop tijd • in time 〈om iets te doen/voorkomen〉; on time 〈 volgens een bepaald tijdschema, afspraak e.d.〉de bussen lopen precies op tijd • the buses run to/on time/scheduleruim op tijd • with plenty of time to spareop tijd naar bed gaan • not go to bed latezij is over tijd • she's late with her period, her period's late/overduerond die tijd • around then/that timesinds korte tijd • recently, latelyte allen tijde • at all timeste zijner tijd • in due course, when appropriatetegen die tijd • by that time, by thenten tijde van hun huwelijk • at the time of their marriageten tijde van Hendrik VIII • in the days/time/age of Henry VIIIvan tijd tot tijd • from time to timevan die tijd af • from that time (on/onward(s), (ever), since (that time)een tijd van komen en een tijd van gaan • ±nothing lasts foreverwarm voor de tijd van het jaar • warm for the/this time of yearsterven voor zijn tijd • die before one's time/prematurelyje moet de eerste tijd nog rustig aandoen • to begin with/at first you must take it easyin minder dan geen tijd • in (less than) no timeeen tijdje • a whileveel tijd in beslag nemen • take up a lot of timetijd te kort komen • run out/run short of time3 betere tijden gekend hebben • have known better times/seen better dayseen dure tijd • a time/period when the cost of living is highgoede/slechte tijden • good/bad timesde laatste tijd • lately, recentlyhij heeft een moeilijke tijd gehad • he's been through/had a hard timede goede oude tijd • the good old daysdat is allemaal verleden tijd • that's all in the past/water under the bridgezijn (beste) tijd gehad hebben • be past one's best/prime, have seen better daysdie tijd is geweest/‘voorbij’ • those days are gone/past/overer is een tijd geweest dat … • there was a time when …niet met zijn tijd meegaan • be behind the timesde tijden zijn veranderd • times have changedbij tijden • at times/intervals(goed) bij de tijd zijn • be right up to date, be on the ballin tijden van oorlog • in times of warin deze/onze tijd • in these times, nowadaysin deze tijd van het jaar • at this time of (the) yearin vroeger tijd • in earlier times/the pastmet zijn tijd meegaan • keep up with/move with the timesuit de tijd raken • go/get/become out of date; become outdateddie muziek is uit de tijd • that music is out of date/old-fashioneddat was voor mijn tijd • that was before my time/daydat was voor die tijd heel ongebruikelijk • in/for those days it was most unusualvóór die tijd was het een klooster • it used to be/previously it was a monasteryvóór de tijd van de auto • before the era of the car5 de tegenwoordige/verleden tijd • the present/past tense〈 figuurlijk〉 dat is voltooid verleden tijd • that's over and done with, that's ancient history -
10 нещо
1. същ. object, thing; something(с въпросителни глаголи) anythingиди си вземи нещата go and get your things/belongingsискам да ти кажа нещо I want to tell you somethingнещо друго? anything else?имаш ли да ми кажеш още нещо? have you anything else to tell me? is there anything else you want to tell me?нещо ново? what news?нещо такова/подобно something like this/that, something of the kind/sort, something in that lineтова е все пак нещо that's something (anyway)как може такова нещо? how's that possible?(как можа да стане такова нещо?) how did that come about?той ще постигне нещо, от него ще стане/излезе нещо he'll get somewhere, he'll make something out of himselfимат го за нещо he's thought highly ofтой се мисли за (много) нещо he thinks a lot of himself, he thinks no end of himself, разг. he thinks no small beer of himselfоставям нещата да следват своя ход/своето развитие let things take their courseсъстоянието на нещата the state of affairsпри сегашното положение на нещата as things areи той е бил нещо някога he has known better daysчаках два часа и нещо I waited for a little more than two hoursедна миля и нещо a little over than a mileнещо естествено a matter of courseнаричам/назовавам нещата със собствените им имена call things by their proper names, call a spade a spadeв реда на нещата е it's a matter of course, it's the natural order of things2. нар. slightly, a bit, somewhatтой е нещо като поет he is a kind of a poet, he is by way of being a poet, he is something of a poetпренебр. he is a poet of sortsнещо повече and what is moreда не ти е нещо роднина? is he by (any) chance a relative of yours? does he happen to be your relative?нещо си неспокоен you seem to be worried* * *нѐщо,ср., -а̀ object, thing; something; ( във въпросителни изречения) anything; в реда на \нещоата е it’s a matter of course, it’s the natural order of things; две мили и \нещоо a little over than two miles; иди си вземи \нещоата go and get your things/belongings; и той е бил \нещоо някога he has known better days; имат го за \нещоо he’s thought highly of; как може такова \нещоо? how’s that possible? какво \нещоо! what a thing? какво \нещоо е човекът man is a funny creature; наричам/назовавам \нещоата със собствените им имена call things by their proper names, call a spade a spade; \нещоата вървят добре it’s all smooth sailing; \нещоо друго? anything else? \нещоо естествено a matter of course; \нещоо ново? what news? \нещоо такова/подобно something like this/that, something of the kind/sort, something in that line; оставям \нещоата да следват своя ход/своето развитие let things take their course; при сегашното положение на \нещоата as things are; сега \нещоо друго and another thing; there’s something else; това е все пак \нещоо that’s something (anyway); той не е \нещоо особено he’s nothing special/much, разг. he’s no great shakes; той се мисли за (много) \нещоо he thinks a lot of himself, he thinks no end of himself, разг. he thinks no small beer of himself; той ще постигне \нещоо, от него ще стане/излезе \нещоо he’ll get somewhere, he’ll make something out of himself.——————нареч. slightly, a bit, somewhat; да не ти е \нещо роднина? is he by (any) chance a relative of yours? does he happen to be your relative? малко \нещо не ми е добре I’m slightly off colour, I’m one degree under; \нещо като (a) sort of; \нещо повече and what is more; \нещо си неспокоен you seem to be worried; той е \нещо като музикант he is a kind of a musician, he is by way of being a musician, he is something of a musician; пренебр. he is a musician of sorts.* * *anything: Give me s.th. to eat. - Дай ми нещо да ям.; stuff; thing* * *1. (как можа да стане такова НЕЩО?) how did that come about? 2. (с въпросителни глаголи) anything 3. 1 същ. object, thing;something 4. 2 нар. slightly, a bit, somewhat 5. НЕЩО друго, още НЕЩО something else 6. НЕЩО друго? anything else? 7. НЕЩО естествено a matter of course 8. НЕЩО като (a) sort of 9. НЕЩО ново? what news? 10. НЕЩО повече and what is more 11. НЕЩО си неспокоен you seem to be worried 12. НЕЩО такова/подобно something like this/that, something of the kind/sort, something in that line 13. в реда на нещата е it's a matter of course, it's the natural order of things 14. да не ти е НЕЩО роднина? is he by (any) chance a relative of yours?does he happen to be your relative? 15. дай ми НЕЩО за ядене give me something to eat 16. една миля и НЕЩО a little over than a mile 17. знаеш ли НЕЩО за нея? do you know anything about her? 18. и той е бил НЕЩО някога he has known better days 19. иди си вземи нещата go and get your things/belongings 20. има НЕЩО в това, което казваш there is something/much in what you say, you have something there 21. имат го за НЕЩО he's thought highly of 22. имаш ли да ми кажеш още НЕЩО ? have you anything else to tell me?is there anything else you want to tell me? 23. искам да ти кажа НЕЩО I want to tell you something 24. как може такова НЕЩО ? how's that possible? 25. какво НЕЩО! what a thing! какво НЕЩО е човекът man is a funny creature 26. малко НЕЩО глух slightly deaf 27. малко НЕЩО не ми е добре I'm slightly off colour, I'm one degree under 28. малко НЕЩО художник a bit of an artist 29. наричам/назовавам нещата със собствените им имена call things by their proper names, call a spade a spade 30. пренебр. he is a poet of sorts 31. при сегашното положение на нещата as things are 32. сега НЕЩО друго and another thing;there's something else 33. състоянието на нещата the state of affairs 34. това е все пак НЕЩО that's something (anyway) 35. той е НЕЩО като поет he is a kind of a poet, he is by way of being a poet, he is something of a poet 36. той е НЕЩО неразположен he is somewhat indisposed 37. той не е НЕЩО особено he's nothing special/much, разг. he's no great shakes: оставям нещата да следват своя ход/своето развитие let things take their course 38. той се мисли за (много) НЕЩО he thinks a lot of himself, he thinks no end of himself, разг. he thinks no small beer of himself 39. той ще постигне НЕЩО, от него ще стане/излезе НЕЩО he'll get somewhere, he'll make something out of himself 40. чаках НЕЩО около половин час I waited for half an hour or so 41. чаках два часа и НЕЩО I waited for a little more than two hours -
11 giorno
m daygiorno di arrivo/partenza arrival/departure dategiorno di paga paydaygiorno feriale weekday, working daygiorno festivo (public) holidayilluminato a giorno floodlitl'altro giorno the other dayogni giorno every daya giorni ( fra pochi giorni) in a few days (time)al giorno a dayal giorno d'oggi nowadaysin pieno giorno in broad daylightdi giorno by day* * *giorno s.m.1 ( periodo di 24 ore) day: un giorno d'estate, a summer day; un giorno di pioggia, a rainy day; giorno festivo, holiday; giorno lavorativo, feriale, workday (o working day); giorno libero, di riposo, day off; i miei giorni liberi sono..., my free days are...; un bambino di pochi giorni, a baby a few days old; la carica di questo orologio dura tre giorni, this watch goes for three days without having to be wound up; che giorno è oggi?, what's the date today? (o what's today's date?); che giorno parti?, what day are you leaving?; per partire, un giorno vale l'altro, one day is as good as the next for leaving; lavora 8 ore al giorno, he works eight hours a day (o an eight-hour day); lavora tutto il ( santo) giorno, he works all day (o all day long o the whole day); si sveglia tutti i giorni alle 8, he wakes up at 8 every day; mancano ancora molti giorni alla fine della vacanza, there's still a long way to go before the end of the holiday; è in ospedale da molti giorni, he has been in hospital for many days now; lo so già da molti giorni, I've known about it for a few days (o for quite a long time) now; l'ho visto l'altro giorno, ( l'altro ieri) I saw him the day before yesterday; ( qualche giorno fa) I saw him the other day; l'ho visto qualche giorno fa, I saw him a few days ago; l'ho visto il giorno dopo e stava già meglio, I saw him the day after and he was already better; due volte al giorno, twice a day; un giorno sì e uno no, every other day; un giorno ti dirò, some day I'll tell you; e un ( bel) giorno partì..., and one day he left // un giorno o l'altro ti pentirai di questa scelta, one of these days (o sooner or later) you'll regret this choice; ti verrò a trovare un giorno o l'altro, uno di questi giorni, one of these days I'll come and see you // un giorno dopo l'altro, giorno dopo giorno, day after day // è sparito da un giorno all'altro, he disappeared overnight; ci è capitato tutto da un giorno all'altro, it all happened overnight (o very suddenly); potrebbe succedere da un giorno all'altro, it could happen at any moment (o any moment now) // migliora di giorno in giorno, he's getting better and better each day (o day by day) // la situazione va affrontata giorno per giorno, the situation has to be dealt with on a day to day basis // il suo amore per lui diminuiva giorno dopo giorno, day by (o after) day her love for him grew weaker and weaker // è questione di giorni e sapremo chi ha vinto, we'll know who has won in a few days' time // arriverà a giorni, he'll be arriving any day now // a giorni è allegro, a giorni è triste, sometimes (o at times) he is cheerful, sometimes (o at times) he is sad // al giorno d'oggi, ai giorni nostri, nowadays (o at the present time) // (da) oggi a otto ( giorni), otto giorni (da) oggi, today week (o a week from today) // il dirottamento del jumbo è il fatto del giorno, the jumbo hijack is today's big event (o main story); l'uomo del giorno, the man of the moment // di tutti i giorni, for everyday use; everyday: un servizio di piatti per tutti i giorni, a set of plates for everyday use; sono problemi di tutti i giorni, they are everyday problems // mettere qlcu. a giorno di qlco., to acquaint s.o. with sthg.; essere a giorno di qlco., to be acquainted with sthg. // ho conosciuto giorni migliori, I have seen better days // finì i suoi giorni in ospedale, he ended his days in a hospital // avere i giorni contati, (fig.) to be at death's door // il giorno dei morti, All Soul's Day // il giorno del Signore, the Lord's Day // il buon giorno si conosce dal mattino, (prov.) you can tell the day from the morning2 ( ore di luce) day, daylight: i giorni si stanno allungando, the days are drawing out; di giorno, by day; studia giorno e notte, he studies night and day; sta facendo giorno, day is dawning; sul far del giorno, at the break of day; è ancora giorno, it's still day (light); al cadere del giorno, at sunset // luce del giorno, daylight; fare qlco. alla luce del giorno, (fig.) to do sthg. in broad daylight; la sua innocenza è chiara come la luce del giorno, (fig.) his innocence is crystal clear // giorno pieno, fatto, broad daylight; la rapina è avvenuta in pieno giorno, the robbery took place in broad daylight; si alzò a giorno fatto, he got up late in the morning (o when it was broad daylight) // illuminato a giorno, floodlit (o brightly lit); l'illuminazione della piazza era a giorno, the square was floodlit // tra i loro racconti ci corre quanto dal giorno alla notte, their two versions are as different as chalk and cheese // fare di notte giorno, to be a night bird (o a night owl)3 (astr.) day: giorno civile, calendar (o civil) day; giorno solare, calendar day; giorno solare vero, apparent solar day4 (comm., econ., fin.) day; date: giorno di consegna, delivery day; giorno di mercato, market day; giorno di paga, payday; (amm.) ultimo giorno utile, last clear day; giorni data, after date; a 30 giorni data, at 30 days after date; (mar.) giorni di controstallie, demurrage days // dare gli otto, i quindici giorni, to give a week's, a fortnight's notice // (econ.): essere all'ordine del giorno, to be on the agenda; giorno di chiusura del bilancio, balance-sheet date; giorno uomo, man-day; giorni lavorativi ( operativi), stream days; giorni consecutivi, running days // ( banca): giorno di valuta, value date; giorni di scadenza, term days; giorni di grazia, ( giorni di tolleranza concessi per i pagamenti) days of grace // ( Borsa): giorno dei compensi, di liquidazione, settlement ( o settling) day; giorno dei riporti, continuation ( o contango o making-up) day; giorno di presentazione fogli, name day; giorni intermedi, intermediate days* * *['dʒorno]sostantivo maschile1) dayogni quindici -i — every two weeks o fortnight BE
che giorno è oggi? — (della settimana) what day is it today? (del mese) what's the date today? what's today's date?
un giorno o l'altro — some day, one day
da un giorno all'altro — [ essere atteso] any day (now); [ cambiare] overnight, from one day to the next
ai -i nostri o al giorno d'oggi — nowadays, today
2) (ore di luce) daylight, daytimesul far del giorno — at the break of day, at daybreak
•giorno feriale — weekday, workday, working day
giorno del Giudizio — relig. Judgment Day, day of judgment, doomsday
giorno di paga — payday, account day
••tutti i santi -i — every blessed o single day, each and every day
* * *giorno/'dʒorno/ ⇒ 19sostantivo m.1 day; fra otto -i in a week('s time); ogni quindici -i every two weeks o fortnight BE; a due -i di treno two days away by train; due voli al giorno two daily flights; giorno per giorno day by day; verranno -i migliori better times will come; che giorno è oggi? (della settimana) what day is it today? (del mese) what's the date today? what's today's date? è il giorno in cui faccio la spesa it's my shopping day; un giorno o l'altro some day, one day; un bel giorno one fine day; tornerà a -i he'll be back in a few days; da un giorno all'altro [ essere atteso] any day (now); [ cambiare] overnight, from one day to the next; notizia del giorno news of the day; ai -i nostri o al giorno d'oggi nowadays, today2 (ore di luce) daylight, daytime; di giorno by o in daylight, in the daytime; sul far del giorno at the break of day, at daybreak; fare giorno to dawn; in pieno giorno in broad daylightandare a -i to depend on the day; tutti i santi -i every blessed o single day, each and every day; tutto il santo giorno the whole blessed day; tra i due ce ne corre quanto dal giorno alla notte they are as different as chalk and cheese\giorno di chiusura closing day; giorno feriale weekday, workday, working day; giorno festivo holiday; giorno del Giudizio relig. Judgment Day, day of judgment, doomsday; giorno lavorativo→ giorno feriale; giorno di paga payday, account day. -
12 kennen
2 [geleerd hebben] know3 [+ in] [raadplegen] consult4 [herkennen] recognize, know♦voorbeelden:ik wil eerst de feiten kennen • first I want to know the factsgeen gevaar kennen • be oblivious to dangerje kent Jan toch wel! • you must know John!geen medelijden kennen • know no pitygeen schaamte kennen • have no shamede Engelse wet kent dat onderscheid niet • English law does not make that distinctiongeen zorgen kennen • be carefreezich doen kennen als • prove/show oneself to be〈 figuurlijk〉 laat je niet kennen ! • give 'em hell!zich van zijn beste kant laten kennen • show oneself at one's best〈 figuurlijk〉 hij wilde zich niet laten kennen en deed toch mee • he didn't want to be thought badly of and joined iniemand leren kennen • get to know someone, make someone's acquaintanceelkaar (beter) leren kennen • become/get (better) acquainted, get to know each other (better)ken je deze al? • have you heard this one?ik ken haar al jaren • I've known her for yearszo ken ik je helemaal niet • I've never known you like this beforesinds ik jou ken … • since I met you …dan ken je me nog niet • you haven't seen anything yetdat kennen we hier niet • we don't have that sort of thing hereiemand van gezicht/van naam kennen • know someone's face/someone by namehij kent de omgeving als zijn broekzak • he knows the area like the back of his handiemand door en door kennen • know someone inside out2 een taal kennen • know/speak a languageons kent ons • we know what to expectiets van buiten/uit zijn hoofd kennen • know something by heart¶ te kennen geven dat … • indicate that …een wens te kennen geven • express a desirezijdelings te kennen geven • intimate, hint -
13 kende
2знать, быть знако́мым (с кем-л.)jeg kénder ham (íkke) — я с ним (не) знако́м
* * *be acquainted with, know* * *[ en kende] a trifle ( fx pale), a shade ( fx better), a thought ( fxmore salt).II. sb:[ give sig til kende] make oneself known;(se også tilkendegive).III. * know;( genkende) recognize;(jur) find ( fx he was found guilty);[ have kendt bedre dage] have seen better days;[ med præp & adv:][ kende ham af udseende (, navn)] know him by sight (, name);[ kende den ene melodi fra den anden] know (el. tell) one tune from another;[ kende dem fra hinanden] know (el. tell) them apart;[ kende ham på gangen (, stemmen)] recognize (el. know) him by his walk (, voice);[ kende til] know of (el. about);[ kende noget ud og ind] know something inside out (el. backwards and forwards), know the ins and outs of something,( om sted) know something like the back of one's hand;[ kendes ved] own ( fx a child), recognize as one's own. -
14 betere tijden gekend hebben
betere tijden gekend hebbenhave known better times/seen better daysVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > betere tijden gekend hebben
-
15 schon bessere Tage gesehen haben
to have seen/known better daysDeutsch-Englisches Wörterbuch > schon bessere Tage gesehen haben
-
16 noch
I Adv.1. still; immer noch oder noch immer still; noch nicht not yet; noch ist es nicht zu spät it’s not too late yet; noch nie never (before); noch lange nicht umg. not by a long chalk (Am. shot); wir sind noch lange nicht fertig etc. we’re not nearly ( oder nowhere near) ready etc.2. geringen zeitlichen Abstand ausdrückend: noch am selben Tag that (very) same day; noch gestern only yesterday; heute noch (bis heute) to this day; noch jetzt even now; sie war eben oder gerade noch hier she was here only a moment ago; noch im 11. Jahrhundert... as late as the 11th century...; noch im 11. Jahrhundert benutzte man sie auch they were still in use in the 11th century3. begrenzten zeitlichen Rahmen ausdrückend: der Brief muss heute noch oder noch heute zur Post I etc. have to get this letter to the post office by the end of today; er starb noch an der Unfallstelle he died at the scene of the accident; noch bevor er etwas sagen konnte, ging sie hinaus she left before he could say anything4. (nicht mehr als): er hat nur noch 10 Dollar he’s only got 10 dollars left; es sind ( nur) noch 5 Kilometer bis zur Raststätte it’s (only) 5 more kilomet|res (Am. -ers) to the service station5. (ein weiteres Mal, zusätzlich) more; noch ( ein) mal once more, one more time, again; umg., nach Versprecher: let’s try that (one) again; das ist noch einmal gut gegangen that was close ( oder a close thing [Am. call]), umg. talk about lucky; noch dazu on top of that; dazu kommt noch, dass er trinkt not only that - he drinks too, auch and then he drinks on top of it (all); noch einer one more, another one; noch ein Stück another ( oder one more) piece; noch ein Bier, bitte! the same again, another beer, please; noch zwei Kaffee, bitte! two more coffees, please; auch das noch! that’s all I etc. needed; er hat Geld noch und noch oder nöcher umg. he’s got piles ( oder stacks) of money; es gab zu essen noch und noch oder nöcher umg. there was loads to eat; sie redet noch und noch she never stops talking; noch einmal so viel as much again; und noch etwas and another thing; noch etwas? anything else?; was wollen Sie noch? what more do you want?; ( und) was noch? umg. (and) what else?; wer kommt noch? who else is coming?; noch fünf Minuten five minutes to go; bittend: five more minutes, another five minutes; fehlen 1, 4, gerade II 2, 36. (möglicherweise): du kommst noch zu spät! you’ll be late if you’re not careful; er landet noch im Gefängnis umg. he’ll end up in prison if he’s not careful; sie wird ( schon) noch anrufen she’ll still call7. (zuvor, vorher): sie will erst noch duschen she just wants to have a shower first; ich mache das noch fertig I’ll just finish this8. (später): er wird noch kommen he will come; vielleicht kann man das noch ( ein) mal gebrauchen perhaps it can be used again sometime9. beim Komparativ einen höheren Grad ausdrückend: noch besser / mehr even better / more; noch schlauer als du even smarter than you; es klingt etc. nur noch verdächtiger even ( oder all the) more suspicious; schön I 610. einräumend: jede noch so kleine Spende zählt every donation counts however small it is; sei es noch so klein no matter how small it is, however small it may be; mag sie auch noch so sehr schimpfen oder wenn sie auch noch so sehr schimpft however ( oder no matter how) much she grumbles11. verstärkend: das ist noch Qualität that’s what I call quality; da bekommt man noch etwas für sein Geld at least there you get value for money (Am. auch something for your money); da haben wir ja noch Glück gehabt we were lucky there; der wird sich noch wundern he’s in for a surprise; noch im Fallen zog er die Pistole he drew the pistol before he hit the ground; man wird ( doch) noch fragen dürfen I etc. was only asking; das wirst du noch bereuen drohend: you’re going to regret that12. fragend: da kannst du noch lachen? how can you find that funny?; jetzt will er noch baden? he wants to go for a swim now?; nach Vergessenem: wie heißt sie noch? what’s ( oder what was) her name again?; was hattest du noch gesagt? what was it you said (again)?; wann war die Party noch ( mal)? umg. when was the party again?13. (weniger als): das kostet noch keine 5 Dollar it costs less than 5 dollars; es dauert noch keine 10 Minuten it won’t even take 10 minutes; er kann noch nicht einmal kochen he can’t even cookII Konj.: sie hat keine Bekannten, noch Freunde in der Stadt geh. she has no acquaintances or friends in the town; weder* * *nor (Konj.); even; yet; still* * *nọch [nɔx]1. advnoch nicht — still not, not yet
er ist noch nicht da — he still isn't here, he isn't here yet
immer noch, noch immer — still
sie ist immer noch nicht fertig — she still isn't ready (yet), she isn't ready yet
er dachte noch lange an sie — it was a long time before he stopped thinking of her
ich gehe kaum noch aus — I hardly go out any more
ich möchte gern[e] noch bleiben — I'd like to stay on longer
2) (= irgendwann) some time, one dayer wird sich ( schon) noch daran gewöhnen — he'll get used to it (some time or one day)
das kann noch passieren — that just might happen, that might still happen
3)(= eben, nicht später als)
das muss noch vor Dienstag fertig sein — it has to be ready by Tuesdayich tue das noch heute or heute noch — I'll do it today or this very day
noch im 18. Jahrhundert — as late as the 18th century
4) (einschränkend) (only) just5)(= außerdem, zusätzlich)
wer war noch da? — who else was there?(gibt es) noch etwas? — (is there) anything else?
ich will noch etwas sagen — there's something else or another thing I want to say
noch etwas Fleisch — some more meat, a bit more meat
noch zwei Bier — two more beers, another two beers
noch einmal or mal — (once) again, once more
und es regnete auch noch or noch dazu — and on top of that it was raining
dumm und noch dazu frech — stupid and impudent with it (inf)
6) (bei Vergleichen) even, still, yetdas ist noch besser — that's even better, that's better still or still better
das ist noch viel wichtiger als... — that is far more important yet or still than...
(und) seien sie auch noch so klein — however small they may or might be
und wenn du auch noch so bittest... — however much you ask...
7) (inf)wir fanden Fehler noch und nöcher (hum inf) — we found tons (inf) or loads (inf) of mistakes
sie hat noch und nöcher versucht,... — she tried again and again to...
2. conj(weder... noch...) nornicht X, noch Y, noch Z — not X nor Y nor Z
* * *1) (yet; still: My boots were dirty, but his were even dirtier.) even2) (even: He seemed very ill in the afternoon and in the evening looked still worse.) still3) (again: We'll play it once more.) more4) (up till now: He hasn't telephoned yet; Have you finished yet?; We're not yet ready.) yet5) (used for emphasis: He's made yet another mistake / yet more mistakes.) yet6) ((with a comparative adjective) even: a yet more terrible experience.) yet* * *[ˈnɔx]I. adv1. (außerdem, zusätzlich) in additionsie hat ein Auto und auch \noch ein Motorrad he has a car and a motorbike as well\noch ein Wort! [not] another word![sonst] \noch etwas? anything else?bitte \noch ein/zwei Bier! another beer/two more beers, please!möchten Sie \noch eine Tasse Kaffee? would you like another cup of coffee?bist du satt oder möchtest du \noch etwas essen? are you full or would you like something more to eat?mein Geld ist alle, hast du \noch etwas? I don't have any money left, do you have any?es fehlt mir \noch ein Euro I need another euroes dauert \noch zehn Minuten it'll be another ten minutes\noch einmal so lang as long againwer war \noch da? who else was there?hat er dir \noch etwas gesagt? did he tell you anything else?ich will \noch etwas sagen there's another thing I want to sayes war \noch anders it was different againdas ist nicht alles, diese Kisten kommen \noch dazu that's not everything, there are these crates tooich gebe dir \noch zwei dazu I'll give you two extraauch \noch [o \noch dazu]:er ist dumm und \noch dazu frech he's thick and cheeky into the bargainund es regnete auch \noch and on top of that it was raining▪ \noch eine(r, s) anotherhaben Sie \noch einen Wunsch? [can I get you] anything else?lass die Tür bitte auf, da kommt \noch einer leave the door open please, there's somebody else coming\noch [ein]mal [once] again, once moresie hat das \noch einmal/noch einige Male gemacht she did it again/several times morenur \noch onlyich habe nur \noch fünf Euro I've only five euros lefter ist \noch da he's still heresie schläft \noch she's still asleepich möchte gerne \noch bleiben I'd like to stay on longerbleib doch \noch ein bisschen! stay a bit longer!ein \noch ungelöstes Problem an as yet unsolved problemich rauche kaum \noch I hardly smoke any moredu bist \noch zu jung you're still too youngauch wenn es nicht leichtfällt, \noch müssen wir schweigen even though it might not be easy, we have to keep quiet for now\noch nach Jahren... even years later...sie dachte \noch lange an ihn it was a long time before she stopped thinking of him\noch heute [o heute \noch] still today, even now [or today]\noch heute gibt es Leute, die alte Bräuche pflegen even today some people maintain their old customs [or traditions3. (bis jetzt)\noch immer [nicht] still [not]sie hat [bis jetzt] \noch immer gewonnen she's won every time up until nowwir wissen \noch immer nicht mehr we still don't know anything elseer ist immer \noch nicht fertig he still isn't ready, he isn't ready yetsie ist immer \noch nicht da she's still not here\noch nicht not yet, still nothalt, warte, tu das \noch nicht! stop, wait, don't do it yet!bist du fertig? — \noch nicht are you ready? — not yet\noch regnet es nicht it hasn't started raining yet\noch nichts nothing yetzum Glück ist \noch nichts davon an die Öffentlichkeit gedrungen luckily, none of this has yet become public knowledgebisher habe ich \noch nichts Definitives erfahren I haven't heard anything more definite yet\noch nie [o niemals] neverich habe \noch nie Bagels gegessen I've never eaten bagels beforedas habe ich \noch nie gehört I've never known that [before]die Sonne schien und die Luft war klar wie \noch nie the sun was shining and the sky was clearer than ever before\noch niemand [o keiner] nobody yetsie wird \noch kommen she'll come [yet]du wirst ihn [schon] \noch kennen lernen you'll get to know him yetich will \noch schnell duschen I just want to have a quick showerich mache das jetzt \noch fertig I'll just get this finishedvielleicht kann man den Karton \noch mal brauchen, ich hebe ihn jedenfalls auf I'll hang on to the box, it might come in handy some timesie wird sich [schon] \noch daran gewöhnen she'll get used to it [some time [or one day]]das kann [schon] \noch passieren that just might happen, that might still happen5. (bis zu einem Zeitpunkt) by the end ofdas Projekt dürfte \noch in diesem Jahr abgeschlossen sein the project should be finished by the end of the yeardas muss \noch vor Dienstag/Monatsende passieren that's got to happen by Tuesday/by the end of the month\noch in diesen Tagen werden wir erfahren, was beschlossen wurde we will find out what was decided in the next few daysich habe das \noch am selben Abend/Tag gemacht I did it the very same evening/day\noch bevor [o ehe] even before\noch ehe er antworten konnte, legte sie auf even before he could reply she hung up\noch heute [o heute \noch] todayich mache das \noch heute [o heute \noch] I'll do it today [or this very daygestern habe ich sie \noch gesehen I saw her only yesterday\noch gestern habe ich davon nicht das Geringste gewusst even yesterday I didn't have the slightest idea of it\noch im 20. Jahrhundert... as late as the 20th century...es ist \noch keine Woche her, dass... it is less than a week ago that...ich habe Peter \noch vor zwei Tagen gesehen I saw Peter only two days agoer war gerade \noch hier he was here only a moment ago7. (drückt etw aus, das jetzt nicht mehr möglich ist)ich habe ihn \noch gekannt I'm old enough to have known him\noch als Junge wollte er Fälscher werden (veraltend) even as a boy he wanted to become a forger8. (womöglich) if you're/he's etc. not carefulwir kommen \noch zu spät we're going to be late [if we're not careful]du landest \noch im Gefängnis you'll land up in prison if you don't watch out9. (bei Vergleichen) even [more], still\noch größer/schneller even bigger/quicker, bigger/quicker stilldas ist \noch besser that's even better [or better still]sie will \noch mehr haben she wants even [or still] more\noch höhere Gebäude verträgt dieser Untergrund nicht this foundation can't support buildings that are higherseinen Vorschlag finde ich sogar \noch etwas besser I think his suggestion is even slightly better stillgeht bitte \noch etwas langsamer, wir kommen sonst nicht mit please walk a bit more slowly, we can't keep up otherwiseach, ich soll Ihnen die Leitung übergeben? das ist ja \noch schöner! (iron) oh, so you want me to hand over the management to you? that's even better!▪ ... \noch so however...er kommt damit nicht durch, mag er auch \noch so lügen he won't get away with it, however much he liesder Wein mag \noch so gut schmecken, er ist einfach zu teuer however good the wine may taste, it's simply too expensivedu kannst \noch so bitten,... you can beg as much as you like..., however much you plead...das ist im Vergleich \noch billig that's still cheap in comparisones ist immer \noch teuer genug it's still expensive enoughdas ist ja \noch mal gut gegangen it was just about all rightdas ist \noch zu tolerieren, aber auch nur gerade \noch that's just about tolerable but only justsie hat \noch Glück gehabt, es hätte viel schlimmer kommen können she was lucky, it could have been much worsewenn sie sich wenigstens \noch entschuldigt hätte if she had apologized at least12.▶ \noch und \noch [o nöcher] heaps, dozensich habe diese undankbare Frau \noch und \noch mit Geschenken überhäuft! I showered this ungrateful woman with heaps of giftser hat Geld \noch und nöcher he has oodles [and oodles] of moneyich kann dir Beispiele \noch und nöcher geben I can give you any number of examplessie hat \noch und nöcher versucht,... she tried again and again to...II. konj▪ weder... \noch neither... norer kann weder lesen \noch schreiben he can neither read nor writeweder er \noch Peter \noch Richard neither he nor Peter nor Richard▪ nicht... \noch neither... nornicht er \noch seine Frau haben eine Arbeit neither he nor his wife are in workIII. partdas ist \noch Qualität! that's what I call quality!das dauert \noch keine fünf Minuten it won't even take five minutes2. (drohend)die wird sich \noch wundern! she's in for a [bit of a] shock!das wirst du \noch bereuen! you'll regret it!hat der sie eigentlich \noch alle? is he round the twist or what?sag mal, was soll der Quatsch, bist du \noch normal? what is this nonsense, are you quite right in the head?4. (nach Vergessenem fragend)wie heißt/hieß er \noch gleich? what's/what was his name again?* * *1.ich sehe ihn kaum noch — I hardly ever see him any more
ich habe [nur] noch zehn Euro — I've [only] ten euros left
es fehlt [mir/dir usw.] noch ein Euro — I/you etc. need another euro
3) (bevor etwas anderes geschieht) justich mache das [jetzt/dann] noch fertig — I'll just get this finished
4) (irgendwann einmal) some time; one daydu wirst ihn [schon] noch kennen lernen — you'll get to know him yet
5) (womöglich) if you're/he's etc. not careful6) (drückt eine geringe zeitliche Distanz aus) onlysie war eben od. gerade noch hier — she was here only a moment ago
es ist noch keine Woche her, dass... — it was less than a week ago that...
noch am selben Abend — the [very] same evening
Er hat noch Glück gehabt. Es hätte weit schlimmer kommen können — He was lucky. It could have been much worse
das geht noch — that's [still] all right or (coll.) OK
das ist ja noch [ein]mal gut gegangen — (ugs.) it was just about all right
10) (außerdem, zusätzlich)er hat [auch/außerdem] noch ein Fahrrad — he has a bicycle as well
noch etwas Kaffee? — [would you like] some more coffee?
noch ein/zwei Bier, bitte! — another beer/two more beers, please!
ich habe das noch einmal/noch einige Male gemacht — I did it again/several times more
er ist frech und noch dazu dumm od. dumm dazu — he's cheeky and stupid with it
Geld/Kleider usw. noch und noch — heaps and heaps of money/clothes etc. (coll.)
er ist noch größer [als Karl] — he is even taller [than Karl]
er will noch mehr haben — he wants even or still more
das ist noch besser — that's even better or better still
12) (nach etwas Vergessenem fragend)2.wie heißt/hieß sie [doch] noch? — [now] what's/what was her name again?
3.der wird sich noch wundern — (ugs.) he's in for a surprise
Konjunktion (und auch nicht) norweder... noch — neither... nor
* * *A. adv1. still;noch immer still;noch nicht not yet;noch ist es nicht zu spät it’s not too late yet;noch nie never (before);noch am selben Tag that (very) same day;noch gestern only yesterday;heute noch (bis heute) to this day;noch jetzt even now;gerade noch hier she was here only a moment ago;noch im 11. Jahrhundert … as late as the 11th century …;noch im 11. Jahrhundert benutzte man sie auch they were still in use in the 11th centurynoch heute zur Post I etc have to get this letter to the post office by the end of today;er starb noch an der Unfallstelle he died at the scene of the accident;noch bevor er etwas sagen konnte, ging sie hinaus she left before he could say anything4. (nicht mehr als):er hat nur noch 10 Dollar he’s only got 10 dollars left;es sind (nur) noch 5 Kilometer bis zur Raststätte it’s (only) 5 more kilometres (US -ers) to the service station5. (ein weiteres Mal, zusätzlich) more;das ist noch einmal gut gegangen that was close ( oder a close thing [US call]), umg talk about lucky;noch dazu on top of that;dazu kommt noch, dass er trinkt not only that - he drinks too, auch and then he drinks on top of it (all);noch einer one more, another one;noch ein Stück another ( oder one more) piece;noch ein Bier, bitte! the same again, another beer, please;noch zwei Kaffee, bitte! two more coffees, please;auch das noch! that’s all I etc needed;nöcher umg there was loads to eat;sie redet noch und noch she never stops talking;noch einmal so viel as much again;und noch etwas and another thing;noch etwas? anything else?;was wollen Sie noch? what more do you want?;(und) was noch? umg (and) what else?;wer kommt noch? who else is coming?;noch fünf Minuten five minutes to go; bittend: five more minutes, another five minutes; → fehlen 1, 4, gerade B 2, 36. (möglicherweise):du kommst noch zu spät! you’ll be late if you’re not careful;er landet noch im Gefängnis umg he’ll end up in prison if he’s not careful;sie wird (schon) noch anrufen she’ll still call7. (zuvor, vorher):sie will erst noch duschen she just wants to have a shower first;ich mache das noch fertig I’ll just finish this8. (später):er wird noch kommen he will come;vielleicht kann man das noch (ein)mal gebrauchen perhaps it can be used again sometimenoch besser/mehr even better/more;noch schlauer als du even smarter than you;es klingt etc10. einräumend:jede noch so kleine Spende zählt every donation counts however small it is;sei es noch so klein no matter how small it is, however small it may be;wenn sie auch noch so sehr schimpft however ( oder no matter how) much she grumbles11. verstärkend:das ist noch Qualität that’s what I call quality;da bekommt man noch etwas für sein Geld at least there you get value for money (US auch something for your money);da haben wir ja noch Glück gehabt we were lucky there;der wird sich noch wundern he’s in for a surprise;noch im Fallen zog er die Pistole he drew the pistol before he hit the ground;man wird (doch) noch fragen dürfen I etc was only asking;das wirst du noch bereuen drohend: you’re going to regret that12. fragend:da kannst du noch lachen? how can you find that funny?;jetzt will er noch baden? he wants to go for a swim now?; nach Vergessenem:wie heißt sie noch? what’s ( oder what was) her name again?;was hattest du noch gesagt? what was it you said (again)?;wann war die Party noch (mal)? umg when was the party again?13. (weniger als):das kostet noch keine 5 Dollar it costs less than 5 dollars;es dauert noch keine 10 Minuten it won’t even take 10 minutes;er kann noch nicht einmal kochen he can’t even cookB. konj:sie hat keine Bekannten, noch Freunde in der Stadt geh she has no acquaintances or friends in the town; → weder* * *1.1) ([wie] bisher, derzeit) stillich habe [nur] noch zehn Euro — I've [only] ten euros left
es fehlt [mir/dir usw.] noch ein Euro — I/you etc. need another euro
3) (bevor etwas anderes geschieht) justich mache das [jetzt/dann] noch fertig — I'll just get this finished
4) (irgendwann einmal) some time; one daydu wirst ihn [schon] noch kennen lernen — you'll get to know him yet
5) (womöglich) if you're/he's etc. not carefulsie war eben od. gerade noch hier — she was here only a moment ago
es ist noch keine Woche her, dass... — it was less than a week ago that...
noch am selben Abend — the [very] same evening
8) (drückt aus, dass etwas unwiederholbar ist)9) (drückt aus, dass sich etwas im Rahmen hält)Er hat noch Glück gehabt. Es hätte weit schlimmer kommen können — He was lucky. It could have been much worse
das geht noch — that's [still] all right or (coll.) OK
das ist ja noch [ein]mal gut gegangen — (ugs.) it was just about all right
10) (außerdem, zusätzlich)er hat [auch/außerdem] noch ein Fahrrad — he has a bicycle as well
noch etwas Kaffee? — [would you like] some more coffee?
noch ein/zwei Bier, bitte! — another beer/two more beers, please!
ich habe das noch einmal/noch einige Male gemacht — I did it again/several times more
er ist frech und noch dazu dumm od. dumm dazu — he's cheeky and stupid with it
Geld/Kleider usw. noch und noch — heaps and heaps of money/clothes etc. (coll.)
er ist noch größer [als Karl] — he is even taller [than Karl]
er will noch mehr haben — he wants even or still more
das ist noch besser — that's even better or better still
12) (nach etwas Vergessenem fragend)2.wie heißt/hieß sie [doch] noch? — [now] what's/what was her name again?
3.der wird sich noch wundern — (ugs.) he's in for a surprise
Konjunktion (und auch nicht) norweder... noch — neither... nor
* * *adj.another adj.still adj. adv.nor adv. -
17 temps
temps [tɑ̃]━━━━━━━━━2. compounds━━━━━━━━━1. <a. (qui passe) time• réaliser un très bon temps to achieve a very good time (PROV) le temps c'est de l'argent(PROV) time is money (PROV) il y a un temps pour tout there's a time for everything• s'accorder un temps de réflexion to give o.s. time to think• les temps sont durs ! times are hard!• il est grand temps de réagir it's high time we took action► il était temps ! ( = ce n'est pas trop tôt) about time too! ; ( = c'était juste) it came in the nick of time!► avoir + temps• vous avez tout votre temps you have plenty of time► faire + temps• ma machine à laver est morte, elle a fait son temps my washing machine is past praying for► mettre + temps• il a mis beaucoup de temps à se préparer he took a long time to get ready► passer + temps• comme le temps passe ! how time flies!► perdre + temps• le temps presse time is short► prendre + temps• travailler à temps partiel to work part-time► au + temps• au temps où... in the days when...• avec le temps, ça s'arrangera things will sort themselves out in time► dans + temps• être dans les temps (Sport) to be within the time limit ; [travail] to be on schedule ; ( = pas en retard) to be in time► de + temps• de temps en temps from time to time► en + tempsb. ( = conditions atmosphériques) weather• quel temps fait-il ? what's the weather like?• avec le temps qu'il fait ! in this weather!c. ( = phase) l'opération s'est déroulée en trois temps the operation was carried out in three phasese. [de verbe] tense2. <• comment occupes-tu ton temps libre ? what do you do in your spare time? ► temps mort (Football, rugby) injury time uncount ; (dans le commerce, le travail) slack period ; (dans la conversation) lull* * *tɑ̃nom masculin invariable1) Météorologie weather [U]un temps de cochon — (colloq) lousy (colloq) weather
par temps clair — ( de jour) on a clear day; ( de nuit) on a clear night
2) ( durée) time(pendant) quelque or un certain temps — ( assez courte période) for a while; ( période plus longue) for some time
pendant or pour un temps — for a while
depuis le temps que ça existe, tu devrais être au courant — you should have known, it's been around for so long
un an, le temps d'écrire un roman — a year, just long enough to write a novel
le temps de me retourner, il avait disparu — by the time I turned round GB ou around, he had disappeared
(j'ai) pas l'temps! — (colloq) not now!
avoir dix or cent fois le temps — to have all the time in the world
ça a pris or mis un temps fou — (colloq) it took ages (colloq)
tu y as mis le temps!, tu en as mis du temps! — you (certainly) took your time!
j'y mettrai le temps qu'il faudra, mais je le ferai — however long it takes, I'll get it done
j'ai perdu un temps fou — (colloq) I've wasted loads (colloq) of time
3) ( moment) timede temps en temps, de temps à autre — from time to time
il était temps! — ( marquant l'impatience) (and) about time too!; ( marquant le soulagement) just in the nick of time!
il est grand temps — it's high time ( de faire to do)
en temps voulu — ( à venir) in due course; ( quand il aurait fallu) at the right time
4) ( époque) timeau or du temps où — in the days when
dans le temps, j'étais sportif — in my day, I did a bit of sport
dans le temps, on n'avait pas l'électricité — in those days, we didn't have electricity
depuis le temps, les choses ont dû bien changer — since then things must have really changed
avoir fait son temps — [prisonnier, militaire] to have served one's time; [fonctionnaire, diplomate] to have put in one's time; [personne usée] to have outlived one's usefulness, to be past it (colloq); [produit à la mode, appareil, voiture] to have had its day
5) ( phase) stage6) Linguistique ( de verbe) tense7) ( de travail) timeavoir un travail à temps partiel/plein — to have a part-/full-time job
temps de travail quotidien — working day GB, workday US
8) Sport time9) ( de moteur) stroke10) Musique time•Phrasal Verbs:••le temps perdu ne se rattrape jamais — Proverbe you can't make up for lost time
prendre or se payer (colloq) du bon temps — to have a whale of a time
* * *tɑ̃ nm1) (atmosphérique) weather2) (qui passe) timeJe n'ai pas le temps. — I haven't got time.
Cette idée a fait son temps. — This idea has had its day.
3) (= époque) time, times plDans le temps, on pouvait circuler à vélo sans danger. — In the old days, it was safe to go around by bike.
du temps que — at the time when, in the days when
du temps où; au temps où — at the time when
4) (= moment)il est temps de... — It's time to...
Il est temps qu'il prenne sa retraite. — It's time for him to retire.
en temps utile; en temps voulu — in due time, in due course
de temps en temps; de temps à autre — from time to time, now and again
Il est arrivé à temps pour le match. — He arrived in time for the match.
5) LINGUISTIQUE tense6) MUSIQUE beat7) TECHNIQUE strokeà plein temps; à temps complet [travailler] — full time, (emploi) full-time
Elle travaille à plein temps. — She works full time.
à temps partiel [travailler] — part time, (emploi) part-time
* * *temps ⇒ La mesure du temps nm inv1 Météo weather ¢; un or du temps gris grey GB ou gray US weather; un beau temps fine weather; quel beau/sale temps! what lovely/awful weather!; il faisait un temps merveilleux/de cochon it was marvellousGB/lousy weather; le mauvais temps nous a empêchés de sortir the bad weather stopped us from going out; le temps est à la pluie/neige it looks like rain/snow; le temps est à l'orage there's going to be a storm; le temps se met à la pluie the weather is turning to rain; vu le temps qu'il fait (what) with the weather as it is; quel temps fait-il? what's the weather like?; ça dépendra du temps qu'il fera it'll depend on the weather; par beau/mauvais temps in fine/bad weather, when the weather's fine/bad; par beau temps, on peut voir la tour on a clear day ou when the weather's fine, you can see the tower; par un si beau temps, tu devrais sortir! with such fine weather, you should go out!; par temps clair ( de jour) on a clear day; ( de nuit) on a clear night; par temps de pluie/neige when it rains/snows, in rainy/snowy weather; par tous les temps in all weathers; ⇒ pluie;2 ( notion) time; la fuite du temps the swift passage of time; le temps efface tout everything fades with time; oublier avec le temps to forget in ou with time; avec le temps, on s'y fait you get used to it in ou with time; le temps arrangera les choses time will take care of everything, it'll be all right in the end; ⇒ vivre;3 ( durée) peu de temps avant/après shortly before/after; en peu de temps in a short time; dans peu de temps shortly, before long; il y a or ça fait peu de temps que le train est parti the train left a short time ago; d'ici or dans quelque temps before long; (pendant) quelque or un certain temps ( assez courte période) for a while; ( période plus longue) for some time, for quite a while; depuis quelque or un certain temps il est bizarre he has been behaving oddly for a while now ou for some time now; il y a quelque or beau or un certain temps qu'on ne l'a pas vue it's been some time since anyone saw her; pendant or pour un temps for a while; pendant tout un temps for quite a while; pendant ce temps(-là) meanwhile, in the meantime; qu'as-tu fait tout ce temps(-là)? what have you been doing all this time?; qu'as-tu fait pendant (tout) ce temps(-là)? what did you do all that time?; en un rien de temps in next to no time, in no time at all; la plupart or les trois quarts du temps most of the time; tout le temps all the time; depuis le temps que j'en parle all this time I've been talking about it; depuis le temps que ça existe, tu devrais être au courant you should have known, it's been around for so long; le temps d'installation a été plus long que prévu it took longer than expected to install; le temps de la fouille m'a paru interminable the search seemed to go on forever; le temps d'un après-midi/d'un week-end/d'un instant just for an afternoon/a weekend/a minute; ils sont restés le temps de l'élection they stayed just for the duration of the election; il a souri le temps de la photo he smiled just long enough for the photo to be taken; un an, le temps d'écrire un roman a year, just long enough to write a novel; le temps de me retourner or que je me retourne, il avait disparu by the time I turned round GB ou around, he had disappeared; le temps de ranger mes affaires et j'arrive just let me put my things away and I'll be with you; avoir/ne pas avoir le temps to have/not to have (the) time (pour for; de faire to do); je n'ai plus beaucoup de temps I haven't got much time left; (j'ai) pas l'temps○! not now!; on a le temps we've got (plenty of) time; si tu as le temps, pourrais-tu…? if you've got time, could you…?; avoir juste le temps to have just (enough) time; avoir tout le temps to have bags○ of time ou plenty of time; avoir dix or cent fois le temps to have all the time in the world; je n'avais que le temps de faire I only had time to do; vous avez combien de temps pour le déjeuner? how long do you have for lunch?; avoir du temps (de) libre to have (some) free time; nous avons du temps devant nous we have plenty of time, we have time to spare; tu as vraiment du temps devant toi! iron have you got time to kill?; je n'ai pas le temps matériel de faire, je n'ai matériellement pas le temps de faire there just aren't enough hours in the day (for me) to do; consacrer du temps à qn/qch to devote time to sb/sth GB, to spend time on sb/sth; donner or laisser à qn le temps de faire to give sb time to do; mettre or prendre du temps to take time (à faire, pour faire to do); il faut du temps pour faire it takes time to do; beaucoup de temps [mettre, prendre] a long time; moins de temps que [falloir, mettre, prendre] less time than; plus de temps que [falloir, mettre, prendre] longer than; prendre peu de temps not to take a long time, not to take long; ne pas prendre beaucoup de temps not to take long; il m'a fallu or cela m'a pris or j'ai mis beaucoup de temps it took (me) a long time; il t'a fallu or cela t'a pris or tu as mis combien de temps? how long did it take you?; ça a pris or mis un temps fou○ it took ages○; prendre le temps de faire to take the time to do; prendre son temps to take one's time; prendre tout son temps to take all the time one needs; les enfants prennent tout mon temps the children take up all my time; tu y as mis le temps!, tu en as mis du temps! you (certainly) took your time!; j'y mettrai le temps qu'il faudra, mais je le ferai however long it takes, I'll get it done; le temps que met sa lumière à nous parvenir the time its light takes to reach us; si tu savais le temps que ça (m')a pris! if you knew how long it took (me)!; le temps passe vite time flies; le temps passe et rien n'est prêt time's slipping by and nothing's ready; laisser passer le temps to let time slip by; ça passe le temps it passes the time; faire passer le temps to while away the time (en faisant doing); passer (tout) son temps à faire to spend (all of) one's time doing; passer le plus clair de son temps à faire to spend most of one's time doing; perdre du temps to waste time (à qch, en qch on sth; à faire doing); perdre son temps to waste one's time; nous avons perdu beaucoup de temps à discuter or en discussions we've wasted a lot of time arguing; j'ai perdu un temps fou○ I've wasted loads○ of time (à faire doing); avoir du temps à perdre to have time on one's hands; c'est du temps perdu, c'est une perte de temps it's a waste of time; cette visite, c'était vraiment du temps (de) perdu that visit was a real waste of time; faire qch à temps perdu to do sth in one's spare time; il n'y a plus de temps/pas de temps à perdre there's no more time/no time to lose; le temps presse! time is short!; être pressé par le temps to be pressed ou pushed for time; trouver le temps de faire to find (the) time to do; j'ai trouvé le temps long (the) time seemed to drag, time went really slowly; être dans les temps Sport to be within the time; nous sommes dans les temps we've still got time; finir dans les temps to finish in time;4 ( moment) time; à temps [partir, terminer] in time; juste à temps just in time; de temps en temps, de temps à autre from time to time, now and then; en même temps at the same time (que as); je suis arrivé en même temps qu'elle I arrived at the same time as her ou as she did; le temps est venu de faire the time has come to do; il y a un temps pour tout there's a time for everything; il était temps! ( marquant l'impatience) (and) about time too!; ( marquant le soulagement) just in the nick of time!; il est temps, il n'est que temps it's about time; il est grand temps it's high time (de faire to do); il n'est que temps de partir it's high time we left; il est temps de partir or que nous partions it's time we left; il est temps que tu fasses it's time you did ou for you to do; il n'est plus temps de faire it's too late to do; en temps utile in time; en temps voulu in due course; en temps opportun at the appropriate time; en temps et lieu at the right time and place; la mesure/décision a été prise en son temps the measure/decision was taken at the right time ou when it should have been;5 ( époque) au or du temps des Grecs in the time of the Greeks; au or du temps de mes grand-parents/de César in my grandparents'/Caesar's time; les temps modernes/préhistoriques modern/prehistoric times; le temps des semailles/examens sowing/exam time; au temps des dinosaures/de l'exploration spatiale in the age of the dinosaurs/of space exploration; au or du temps où in the days when; regretter le temps où to feel nostalgia for the days when; l'échelle des temps géologiques the scale of geological ages; les temps héroïques de the heroic days of; le bon or beau temps de l'expansion the good old days (pl) of expansion; le bon vieux temps the good old days (pl); comme au bon vieux temps as in the good old days; c'était le bon temps! those were the days!; au plus beau temps de in the heyday of; au pire temps de in the worst days of; l'événement le plus grand/extraordinaire de tous les temps the greatest/most extraordinary event of all time; les temps sont durs times are hard; ces derniers temps, ces temps derniers recently; ces temps-ci lately; en tout temps at all times; de mon/leur temps in my/their day ou time; dans le temps, j'étais sportif in my day, I did a bit of sport; dans le temps, on n'avait pas l'électricité in those days, we didn't have electricity; depuis le temps, les choses ont dû bien changer since then things must have really changed; il est loin le temps où the days are long gone when; il n'est pas loin le temps où tu n'étais qu'une enfant it's not so long ago that you were but a child; n'avoir or ne durer qu'un temps to be short-lived; en un temps où at a time when; en temps normal or ordinaire usually; en d'autres temps at any other time; en temps de paix/guerre in peacetime/wartime; en ces temps de pénurie/d'abondance in these times of hardship/of plenty; en ce temps-là at that time; être de son temps to move with the times; être en avance sur son temps to be ahead of one's time; être en retard sur son temps to be behind the times; avoir fait son temps [prisonnier, militaire] to have served one's time; [fonctionnaire, diplomate] to have put in one's time; pej [personne usée] to have outlived one's usefulness, to be past it○; [produit à la mode, appareil, voiture] to have had its day; ⇒ mœurs;6 ( phase) stage; en deux temps in two stages; temps mort (d'activité, de travail) slack period; dans un premier temps first; dans un deuxième temps subsequently; dans un dernier temps finally; ⇒ deux;7 Ling ( de verbe) tense; les temps simples/composés/du passé simple/compound/past tenses; adverbe de temps adverb of time;8 Entr ( de travail) time; avoir un travail à temps partiel/plein to have a part-/full-time job; travailler à temps partiel to work part-time; travailler à temps plein or à plein temps or à temps complet to work full-time; être employé à plein temps to be in full-time work; je cherche un temps partiel○ I'm looking for a part-time job; temps de travail working hours (pl); temps de travail quotidien working day GB, workday US; temps de travail hebdomadaire working week GB, workweek US;9 Sport time; un excellent temps an excellent time; il a fait or réalisé le meilleur temps he got the best time; améliorer son temps d'une seconde to knock a second off one's time; être or rester dans les temps to be inside the time; jouer les temps d'arrêt ( au football) to play injury time;11 Mus time; temps de valse waltz time; mesure à deux/trois/quatre temps two-four/three-four/four-four time.temps d'accès access time; temps d'antenne airtime; temps d'arrêt Ordinat down time; temps atomique international, TAI international atomic time, TAI; temps d'attente Ordinat latency, waiting time; temps choisi Entr flexitime; temps civil Admin local time; temps différé Ordinat batch mode; temps d'exploitation operating time; temps faible Mus piano; temps fort Mus forte; fig high point; temps d'indisponibilité unavailable time; temps légal Admin local time; temps mort Ordinat idle time; temps partagé Ordinat time-sharing; en temps partagé time-sharing ( épith); temps de pose Phot exposure time; temps de positionnement Ordinat seek time; temps primitifs Ling principal parts of the verb; temps de réaction Psych reaction time; temps de recherche = temps de positionnement; temps réel Ordinat real time; en temps réel real-time ( épith); temps de réponse response time; temps sidéral sidereal time; temps solaire solar time; temps solaire moyen/vrai mean/true solar time; temps universel Greenwich Mean Time, GMT, universal time; temps universel coordonné, TUC universal time coordinated, UTC; temps de vol flying time.au temps pour moi! my mistake!; il y a un temps de se taire et un temps de parler there is a time to keep silence and a time to speak; le temps perdu ne se rattrape jamais or ne revient point Prov you can't make up for lost time; par le temps qui court, par les temps qui courent with things as they are; prendre le temps comme il vient to take things as they come; prendre or se donner or se payer○ du bon temps to have a whale of a time.[tɑ̃] nom masculinA.[CLIMAT] weatheravec le temps qu'il fait, par ce temps in this weatherpar beau temps ou par temps clair, on voit la côte anglaise when it's fine ou on a clear day, you can see the English coastB.[DURÉE]1. [écoulement des jours]comme le temps passe!, comme ou que le temps passe vite! how time flies!2. [durée indéterminée] time (substantif non comptable)mettre du temps à se décider to take a long time deciding ou to decidepour passer le temps to while away ou to pass the time3. [durée nécessaire] time (substantif comptable)le temps que: calculer le temps que met la lumière pour aller du Soleil à la Terre to compute the time that light takes to go from the Sun to the Earthva chercher du lait, le temps que je fasse du thé go and get some milk while I make some teaun temps plein ou plein temps a full-time jobêtre ou travailler à temps partiel to work part-timeêtre ou travailler à plein temps ou à temps plein to work full-timefaire un trois quarts (de) temps ≃ to work 30 hours per week4. [loisir] time (substantif comptable)maintenant qu'elle est à la retraite, elle ne sait plus quoi faire de son temps now that she's retired, she doesn't know how to fill her timeavoir du temps ou le temps to have timemon train est à 7 h, j'ai grandement ou tout le temps my train is at 7, I've plenty of time (to spare)avoir du temps devant soi to have time to spare ou on one's hands5. [moment favorable]la voilà — il était temps! here she is — it's about time ou and not a minute too soon ou and about time too!il était temps, le bol allait tomber that was close, the bowl was about to fallil n'est plus temps de discuter, il faut agir the time for discussion is past ou enough talking, we must actil est temps que tu t'inscrives you'd better enrol soon, it's time you enrolledle temps était venu pour moi de partir the time had come for me to ou it was time for me to leave6. [époque déterminée] time (substantif comptable)le temps n'est plus aux querelles we should put quarrels behind us, the time for quarelling is pastil fut un temps où... there was a time when...le temps n'est plus où... gone are the days when...être en avance/en retard sur son temps to be ahead of/behind one's timea. [en retard] he was out of step with his timeb. [en avance] he was ahead of his timedans mon jeune temps when I was young, in my younger daysj'ai cru, un temps, que... I thought, for a while, that...elle est fidèle — ça n'aura ou ne durera qu'un temps she's faithful — it won't lastfaire son temps [détenu, soldat] to do ou to serve one's timela cafetière/mon manteau a fait son temps (familier) the coffee machine's/my coat's seen better daysen temps normal ou ordinaire usually, in normal circumstancesen temps utile in due time ou coursele temps des cerises/pêches the cherry/peach season8. [phase - d'une action, d'un mouvement] stage9. INFORMATIQUE timetemps d'accès/d'amorçage access/start-up time10. LINGUISTIQUE tense13. RELIGIONle temps de l'avent/du carême (the season of) Advent/Lentle temps pascal Easter time, Eastertideelle a fait le meilleur temps aux essais hers was the best time ou she was the fastest in the trials————————[tɑ̃] nom masculin plurielles temps sont durs ou difficiles! times are hard!les temps modernes/préhistoriques modern/prehistoric times————————à temps locution adverbialeje n'arriverai/je ne finirai jamais à temps! I'll never make it/I'll never finish in time!————————à temps perdu locution adverbiale————————→ link=enen même temps————————→ link=enen même temps que————————au temps de locution prépositionnelleau temps jadis locution adverbialeau temps où locution conjonctive,au temps que locution conjonctive————————avec le temps locution adverbialeavec le temps, tout s'arrange time is a great healerces temps-ci locution adverbialedans ce temps-là locution adverbiale→ link=enen même temps→ link=enen même temps quedans le temps locution adverbiale————————dans les temps locution adverbialea. [pour un travail] to be on schedule ou timeb. [pour une course] to be within the time (limit)de temps à autre locution adverbiale,de temps en temps locution adverbiale————————du temps de locution prépositionnelledu temps de notre père, tu n'aurais pas osé when our father was (still) alive, you wouldn't have daredde mon temps, ça n'existait pas when I was young ou in my day, there was no such thing→ link=auau temps où→ link=dansdans ce temps-làen même temps locution adverbialeen même temps que locution conjonctive————————en temps de locution prépositionnelleen temps de guerre/paix in wartime/peacetimeen temps de prospérité/récession in times of prosperity/recessionen temps et lieu locution adverbialeen un temps où locution conjonctive————————par les temps qui courent locution adverbiale(familier) (things being as they are) these days ou nowadaystout le temps locution adverbiale————————temps fort nom masculinun des temps forts du festival one of the high points ou highlights of the festival————————temps mort nom masculin1. [au basketball, au volleyball] time-out -
18 sempre
alwaysci conosciamo da sempre we've known each other practically for everè quello di sempre he's the same as alwaysper sempre for eversempre più more and moresempre più vecchio older and olderpiove sempre di più the rain's getting heavier and heaviersempre che as long as, on condition that* * *sempre avv.1 ( in ogni tempo, invariabilmente) always; at all times; all the time: telefona sempre a quest'ora, he always phones at this time; è sempre nervosa, she's always on edge; arriva sempre in ritardo, he always arrives late (o he arrives late all the time); fatti del genere sono sempre accaduti, such things have always happened; tipi come lui sono sempre esistiti, types like him have always existed; non sarà sempre così, it won't always be like that; non sempre si può fare quello che si vuole, you can't always do as you like; bisogna sempre stare attenti quando si è alla guida, you must be alert at all times (o all the time) when driving // quasi sempre, nearly always: gli inverni sono quasi sempre rigidi qui al nord, winters are nearly always severe here up north // come sempre, as usual: quella sera, come sempre, ero rincasato tardi, that evening, as usual, I had got home late2 ( senza interruzione, senza fine) always; throughout; ever (since): lo ricorderemo sempre, we shall always remember him; sono sempre andati d'accordo, they have always got on well together; d'ora in poi, staremo sempre insieme, from now on we'll always stick together; è sempre stato in piedi per tutta la durata del film, he remained standing throughout the film; abbiamo sempre avuto bel tempo quest'estate, the weather has been good all (o throughout the) summer; da quando la conosco è sempre ammalata, she's been ill ever since I've known her; da quando ha perso il marito è sempre depressa, she has been unhappy ever since she lost her husband; diffida sempre di tutti da quando gli hanno venduto una macchina rubata, he's been suspicious of everyone ever since he was sold a stolen car // ora e sempre, now and for ever // per sempre, for ever (and ever); addio per sempre, (poet.) farewell for ever // una volta per sempre, once and for all; è partito per sempre?, has he gone for good? // da sempre, always: è così da sempre, he's always been like that; lo conosco da sempre, I've always known him // di sempre, ( di ogni tempo) as ever; ( solito) usual (attr.): non è cambiato, è rimasto quello di sempre, he hasn't changed, he's the same as ever; mi sorrise col suo sorriso di sempre, she gave me her usual smile // sempre tuo, vostro ecc., ( nella chiusa di una lettera) Yours ever3 (con agg. o avv. compar., con valore intensivo): salire sempre più in alto, to climb higher and higher; ci capisco sempre meno, I understand less and less; fa sempre più caldo, it is getting hotter and hotter; nevicava sempre più forte, it was snowing harder and harder; in primavera le giornate diventano sempre più lunghe, in spring the days get longer and longer; mi sembra sempre più affaticato, he looks more and more tired to me; spero che le cose vadano sempre meglio, I hope things go better and better; malgrado le cure, il malato stava sempre peggio, in spite of the treatment the patient got worse and worse; mi piace sempre di più, I like it more and more; si fa sempre più scuro, it's getting darker and darker sempre avanti!, ( per indicare direzione) go straight on4 ( per indicare il persistere di una condizione) still: abita sempre a Roma, he still lives in Rome; le sue condizioni sono sempre gravi, his condition is still serious; sei sempre il solito prepotente!, you're still as domineering as ever!; sei sempre in collera con me?, are you still angry with me?; è sempre valida quella proposta?, is that proposal still valid?; è sempre lì che aspetta, he's still waiting5 (con agg. nell'uso attr.) ever: una pianta sempre fiorita, an ever-flowering plant; l'inquinamento è un pericolo sempre presente, pollution is an ever-present danger; la trasmissione ha un indice sempre crescente di ascolto, the programme has an ever-increasing audience rating ∙ Come si nota dagli esempi, in questo significato l'avv. ever può essere presente come primo elemento di aggettivi composti6 ( con valore avversativo o restrittivo) but, still: è una macchina vecchia, sempre però in buone condizioni, it's an old car, but still in good condition; è un po' bizzarro, ma è pur sempre una persona geniale, he's a bit eccentric, but brilliant all the same; è ( pur) sempre vero che..., it's still true that...; resta sempre il fatto che..., the fact still remains that... // sono ( pur) sempre ragazzi, boys will be boys.* * *['sɛmpre]1) (per esprimere continuità, ripetizione) alwaysda sempre — all along, always
come sempre — as always, as ever
come sempre, era pronto a criticare — he was, as ever, ready to criticize
sempre tuo — (nelle lettere) ever yours, yours ever
sempre più — ever more, more and more
sempre più lavoro, tempo — more and more work, time
sempre meglio, peggio — better and better, worse and worse
3) (ancora) still4) (comunque)5) sempre che providing (that)••Note:L'equivalente inglese di sempre è generalmente always, che precede il verbo quando questo è in forma semplice (tranne to be) e segue il primo ausiliare quando il verbo è composto: si dimentica sempre le chiavi = she always forgets her keys; è sempre in ritardo = she is always late; ci siamo sempre aiutati = we've always helped each other. - Quando è usato in italiano come rafforzativo davanti al comparativo, sempre non si traduce e si usa un doppio comparativo: sempre più stanco = more and more tired; sempre più grasso = fatter and fatter; sempre meglio = better and better. - Va infine notato che, sebbene always indichi azione ripetuta e pertanto si usi normalmente con il presente abituale, è impiegato con il presente progressivo quando si vuole dare una connotazione negativa all'azione: mia moglie è sempre al telefono = my wife is always speaking on the phone* * *sempre/'sεmpre/L'equivalente inglese di sempre è generalmente always, che precede il verbo quando questo è in forma semplice (tranne to be) e segue il primo ausiliare quando il verbo è composto: si dimentica sempre le chiavi = she always forgets her keys; è sempre in ritardo = she is always late; ci siamo sempre aiutati = we've always helped each other. - Quando è usato in italiano come rafforzativo davanti al comparativo, sempre non si traduce e si usa un doppio comparativo: sempre più stanco = more and more tired; sempre più grasso = fatter and fatter; sempre meglio = better and better. - Va infine notato che, sebbene always indichi azione ripetuta e pertanto si usi normalmente con il presente abituale, è impiegato con il presente progressivo quando si vuole dare una connotazione negativa all'azione: mia moglie è sempre al telefono = my wife is always speaking on the phone.1 (per esprimere continuità, ripetizione) always; è sempre in ritardo he's always late; si lamenta sempre he's always complaining; l'hanno sempre saputo they knew it all along; sarai sempre il benvenuto you're always welcome; ora e sempre now and forever; per sempre forever; da sempre all along, always; si conoscono da sempre they have known each other all their lives; come sempre as always, as ever; come sempre, era pronto a criticare he was, as ever, ready to criticize; vuole sempre di più he wants more and more; è quello di sempre he hasn't changed (at all); sempre tuo (nelle lettere) ever yours, yours ever2 (come rafforzativo) sempre più ever more, more and more; sempre più lavoro, tempo more and more work, time; sempre più spesso more and more often; sempre più in fretta faster and faster; sempre più interessante more and more interesting; sempre meno sovente less and less often; la vediamo sempre meno we see her less and less; sempre meno gente fewer and fewer people; sempre meglio, peggio better and better, worse and worse3 (ancora) still; è sempre malato? is he still ill? 20 anni dopo era sempre lo stesso 20 years on he was still the same4 (comunque) si può sempre provare we can always try; è sempre meglio di niente it's still better than nothing5 sempre che providing (that); sempre che ci possa andare providing he can go there. -
19 connaître
connaître° [kɔnεtʀ]➭ TABLE 571. transitive verba. to know• connais-tu un bon restaurant ? do you know of a good restaurant?• connaître qn de vue/nom/réputation to know sb by sight/name/reputation• il l'a connu à l'université he met or knew him at university• vous connaissez la dernière (nouvelle) ? have you heard the latest (news)?b. [+ langue, science, auteur] to know• connaître les oiseaux/les plantes to know about birds/plants• il n'y connaît rien he doesn't know anything or a thing about itc. ( = éprouver) [+ faim, privations] to know ; [+ humiliations] to experienced. ( = avoir) [+ succès] to enjoy• cette pièce l'a fait connaître en Angleterre this play brought him to the attention of the English public2. reflexive verba.se connaître (soi-même) to know o.s.b. ( = se rencontrer) to meet• quand il s'agit d'embêter les autres, il s'y connaît ! (inf) when it comes to annoying people he's an expert! (inf)* * *kɔnɛtʀ
1.
1) to know [fait, nom, événement]il ne tient jamais ses promesses, c'est (bien) connu — it is common knowledge that he never keeps his promises
2) to know, to be acquainted with [sujet, méthode, auteur]la mécanique, je ne connais que ça or ça me connaît! — I know quite a bit about mechanics
3) to know [faim]; to experience [crise]; to enjoy [gloire]; to have [difficultés]les problèmes d'argent, ça me connaît! — (colloq) I could tell you a thing or two (colloq) about money problems!
connaître des hauts et des bas — to have one's/its ups and downs
4) to know [personne, acteur]c'est bien mal la connaître — they/you're misjudging her
5) (dated) ( coucher avec) to know (dated), to have a sexual relationship with6) Droitconnaître de — to have jurisdiction over [affaire, cause]
avoir à connaître de — to judge ou hear [cas]
2.
se connaître verbe pronominal1) ( soi-même) to know oneself‘connais-toi toi-même’ — ‘know thyself’
il ne se connaissait plus de joie — fml he was beside himself with joy
2) ( l'un l'autre) to know each other3) ( être compétent)c'est le carburateur qui est bouché ou je ne m'y connais pas — (colloq) if I know anything about it, it's the carburettor GB ou carburetor US that's blocked
••on connaît la chanson or musique! — we've heard it all before!
* * *kɔnɛtʀ vt1) [technique, matière] to know2) [ville, personne] to knowJe ne connais pas du tout cette région. — I don't know this area at all.
Je le connais de vue. — I know him by sight.
faire connaître qch [région, culture] — to introduce people to sth
se faire connaître en faisant qch; Le groupe s'est fait connaître en gagnant le concours Eurovision. — the group found fame when it won the Eurovision song contest.
3) [personne] (= éprouver) [sensation, sentiment] to experience, (= faire l'expérience de) [difficultés, misère, guerre] to experienceIl a fini dans la misère après avoir connu le faste et la gloire. — He ended up destitute, after having known fame and riches.
4) [film, chanson, économie, secteur] (= avoir, rencontrer) to have, to enjoyL'industrie du tourisme connaît une période exceptionnelle. — The tourist industry is having a very good period.
Ce film connaît actuellement un grand succès. — This film is currently enjoying a huge success.
* * *connaître verb table: connaîtreA vtr1 ( avoir connaissance de) to know [fait, nom, événement, résultat]; ne pas connaître sa force not to know one's own strength; vous connaissez la suite you know the rest; je connais les raisons de ta colère I know why you're angry; il nous a fait connaître son avis/ses intentions he made his opinion/his intentions known (to us); tu connais l'histoire de Toto qui… do you know the one about Toto who…; il ne tient jamais ses promesses, c'est (bien) connu it is common knowledge that he never keeps his promises; tes promesses, on connaît! we know all about your promises!; la rue de la Glacière? connais pas○! rue de la Glacière? never heard of it!; je lui connais de grands talents I know that he/she is very talented; je ne leur connais aucun vice I don't know them to have any vices; on te connaît plusieurs amants we know you to have several lovers; ne connaître ni le pourquoi ni le comment de qch not to know the whys and the wherefores of sth; leur vie privée est connue de tous everybody knows about their private life; tu connais la nouvelle? have you heard the news?; tu ne connais pas ta chance you don't know how lucky you are; j'en connais long sur ton passé I know a lot about your past; ne connaître que son plaisir/devoir to think of nothing but one's pleasure/duty; ⇒ Dieu, loup;2 ( pour avoir étudié) to know, to be acquainted with [sujet, méthode, auteur]; la mécanique, je ne connais que ça or ça me connaît! I know quite a bit about mechanics; elle connaît tout du solfège she knows all about music theory; c'est lui qui m'a fait connaître la musique cajun it was he who introduced me to Cajun music; connaître un poème/une partition musicale par cœur to know a poem/a score (off) by heart; en connaître un rayon○ en histoire/théâtre to know one's stuff○ when it comes to history/the theatreGB;3 ( faire l'expérience de) to know, to experience [faim, froid, pauvreté, amour]; to experience [crise, défaite, échec]; to enjoy [gloire, succès]; to have [difficultés, problèmes]; il connaît l'humiliation de la défaite he knows ou has experienced the humiliation of defeat; ils ont connu la défaite they were defeated; il a connu la prison he's been to prison before; il ne connaît pas la pitié/la honte he knows no pity/shame; c'est un homme qui connaît la vie he's a man who knows what life is about; connaître les femmes/hommes to know something about women/men; il a connu son heure de gloire he has had his hour of glory; les problèmes d'argent, ça me connaît○! I could tell you a thing or two○ about money problems!; connaître des hauts et des bas to have one's/its ups and downs; connaître une fin tragique to come to a tragic end; connaître une situation difficile to be in a difficult situation; connaître une forte croissance to show a rapid growth; le club sportif connaît un nouvel essor the sports club is having a new lease of GB ou on US life; ils auraient pu connaître un meilleur sort they could have had a better fate;4 ( de réputation) to know [personne, acteur]; elle est très connue she's (very) well-known; connaître qn de nom/vue to know sb by name/sight; je le connais de réputation mais je ne l'ai jamais rencontré I know ou I've heard of him but I've never met him; une œuvre connue/peu connue a well-known/little-known work (de by); être d'abord connu comme violoniste to be chiefly known as a violinist;5 ( personnellement) to know [ami, parent, relation]; je le connais depuis longtemps I've known him for a long time; vous ne me connaissez pas you don't know me; j'ai appris à connaître mon père en grandissant I got to know my father as I grew up; j'aimerais bien la connaître I'd really like to get to know her; c'est bien mal la connaître que de croire que… they/you're misjudging her if they/you think that…; je le connais trop bien I know him only too well; faire connaître qn à qn to introduce sb to sb; mes parents? je les connais, ils seront ravis! my parents? if I know them, they'll be delighted; Bernadette? je ne connais qu'elle! Bernadette? I know her very well!; il ne me connaît plus depuis qu'il est passé officier he ignores me now that he's an officer;6 †( coucher avec) to know†, to have a sexual relationship with;7 Jur connaître de to have jurisdiction over [affaire, cause]; avoir à connaître de to judge ou hear [cas].B se connaître vpr1 ( soi-même) to know oneself; il se connaît mal he doesn't know himself very well; ‘connais-toi toi-même’ ‘know thyself’; il ne se connaissait plus de joie fml he was beside himself with joy; quand il a bu, il ne se connaît plus when he's drunk, he goes berserk;2 ( l'un l'autre) to know each other; nous nous sommes connus chez des amis communs we met (each other) at the home of some mutual friends;3 ( être compétent) s'y connaître en électricité/théâtre to know all about electricity/theatre; c'est le carburateur qui est bouché ou je ne m'y connais pas if I know anything about it, it's the carburettor GB ou carburetor US that's blocked.on connaît la chanson or musique! we've heard it all before!, it's the same old story!; c'est un air connu it's the same old story; connaître qch comme sa poche to know sth like the back of one's hand, to know sth inside out.[kɔnɛtr] verbe transitifA.[AVOIR UNE IDÉE DE]1. [avoir mémorisé - code postal, itinéraire, mot de passe] to know2. [être informé de - information, nouvelle] to knowje suis impatient de connaître les résultats I'm anxious to know ou to hear the resultsa. [avis, sentiment] to make knownb. [décision, jugement] to make known, to announceje vous ferai connaître ma décision plus tard I'll inform you of my decision ou I'll let you know what I've decided later3. [avoir des connaissances sur - langue, ville, appareil, œuvre] to know, to be familiar with ; [ - technique] to know, to be acquainted with ; [ - sujet] to know (about)je ne connais pas l'italien I don't know ou can't speak Italianje connais un peu l'informatique I have some basic knowledge of computing, I know a little about computingson dernier film l'a fait connaître dans le monde entier his latest film has brought him worldwide famesa traduction a fait connaître son œuvre en France her translation has brought his work to French audiencescette émission est destinée à faire connaître des artistes étrangers this programme is aimed at introducing foreign artistsça me/le connaît (familier) : les bons vins, ça le connaît! he knows a thing or two about ou he's an expert on good wine!connaît pas (familier) : à cet âge-là, la propreté, connaît pas at that age they don't know the meaning of the word cleanlinessy connaître quelque chose en to have some idea ou to know something aboutje ne mange pas de cette horreur! — tu n'y connais rien! I won't eat that horrible stuff! — you don't know what's good for you!B.[IDENTIFIER, ÊTRE EN RELATION AVEC]1. [par l'identité] to knowconnaître quelqu'un de vue/nom/réputation to know somebody by sight/name/reputationa. [révéler son identité] to make oneself knownb. [devenir une personne publique] to make oneself ou to become knownnotre auditeur n'a pas voulu se faire connaître our listener didn't want his name to be known ou wished to remain anonymousla connaissant, ça ne me surprend pas knowing her, I'm not surprisedsi tu fais ça, je ne te connais plus! if you do that, I'll have nothing more to do with you!je te connais comme si je t'avais fait! (familier) I know you as if you were my own ou like the back of my hand!2. [rencontrer] to meetah, si je t'avais connue plus tôt! if only I'd met you earlier!C.[ÉPROUVER]2. [faire l'expérience de] to experienceah, l'insouciance de la jeunesse, j'ai connu ça! I was young and carefree once!enfin, elle connut la consécration she finally received the highest accolade3. [subir - crise] to go ou to live through (inseparable), to experience ; [ - épreuve, humiliation, guerre] to live through (inseparable), to suffer, to undergoil a connu bien des déboires he has had ou suffered plenty of setbacksD.[ADMETTRE]1. [suj: chose] to haveson ambition ne connaît pas de bornes ou limites her ambition is boundless ou knows no bounds2. [suj: personne]ne connaître que: il ne connaît que le travail work is the only thing he's interested in ou he knowscontre les rhumes, je ne connais qu'un bon grog there's nothing like a hot toddy to cure a cold————————se connaître verbe pronominal (emploi réfléchi)je n'oserai jamais, je me connais I'd never dare, I know what I'm like————————se connaître verbe pronominal (emploi réciproque)————————se connaître verbe pronominal intransitifc'est un escroc, ou je ne m'y connais pas! I know a crook when I see one! -
20 DAY
• Another day, another dollar - Бог даст день, Бог даст и пищу (Б)• As the days grow longer, the storms are stronger - Чем дальше в лес, тем больше дров (4)• Bad day never has a good night (A) - Каково начало, таков и конец (K), Плохое начало не к доброму концу (П), Худо начинается, худо и кончается (X)• Be the day never so long, at length comes evensong - И у самого длинного дня есть конец (И), Каков ни будь грозен день, а вечер настанет (K)• Blustering night, a fair day (A) - После грозы - ведро (П), После дождичка будет солнышко (П)• Come day, go day /, God send Sunday/ - День да ночь и сутки прочь (Д)• Days of our pride are gone (The) - Был конь, да изъездился (Б)• Every day brings bread with it - Бог даст день, Бог даст и пищу (B)• Every day has its night, every weal its /own/ woe - Без горести нет радости (Б), Мое - мое и твое - мое (H), Нет сладкого без горького (H)• Every day is not a holiday (Sunday) - Не все коту масленица (H), Праздник бывает не каждый день (П)• Every day is not yesterday - Пора на пору не приходится (П), Раз на раз не приходится (P)• Foul morning may turn to a fair day (A) - Серенькое утро - красненький денек (C)• Foul morn turns into a fine day (A) - Серенькое утро - красненький денек (C)• Go day, come day, God send Sun - day - День да ночь и сутки прочь (Д)• I have had my day - Был конь, да изъездился (Б), Укатали Сивку крутые горки (У)• Lay by (off, up) for a rainy day - Хорошо беречь белую денежку на черный день (X)• Let the cock crow or not, the day will come - Прокукарекает петух или нет, а день будет (П)• Long as the day may be, the night comes at last - И у самого длинного дня есть конец (И)• Longest day has an end (The) - И у самого длинного дня есть конец (И)• Misty morn may have a fine day (A) - Серенькое утро - красненький денек (C)• New day, a new dollar (A) - Бог даст день, Бог даст и пищу (Б)• No day is over until the sun has set - Хвали утро днем, а день вечером (X)• No day passes without /some/ grief - День придет и заботу принесет (Д)• One day does not a summer make - Один раз не в счет (0), Одна ласточка весны не делает (0)• One of these days is none of these days - Отложил на осень, а там и вовсе бросил (O)• One of these days is no time - Отложил на осень, а там и вовсе бросил (O)• Other days, other ways - Иные времена, иные нравы (И)• Put something away for a rainy day - Хорошо беречь белую денежку на черный день (X)• Save it for a rainy day - Хорошо беречь белую денежку на черный день (X)• Some days are darker than others - Год на год не приходится (Г), Пора на пору не приходится (П), Раз на раз не приходится (P)• There are no two days alike - Пора на пору не приходится (П)• We have known (seen) better days - Был конь, да изъездился (B)• We shall have our day too - Будет и на нашей улице праздник (Б), Доведется и нам свою песенку спеть (Д), Придет время, и мы ногой топнем (П)• What is done in the night appears in the day - Все тайное становится явным (B)• Yesterday is past; tomorrow may never come; this day is ours - Один раз живем (O)• You can tell the day by the morning - Каково начало, таков и конец (K)
См. также в других словарях:
have known better days — see ↑better, 1 • • • Main Entry: ↑know * * * have seen/known better ˈdays idiom (humorous) to be in poor condition • Our car has seen better days! … Useful english dictionary
have seen/known better days — see ↑better, 1 • • • Main Entry: ↑day … Useful english dictionary
have seen better days — ● see * * * have seen better days informal phrase to be in bad condition That old couch has seen better days. Thesaurus: in a bad conditionhyponym condition of somethingsynonym Main entry … Useful english dictionary
I Should Have Known Better — «I Should Have Known Better» Сингл The Beatles … Википедия
Better Days (album) — Infobox Album | Name = Better Days Type = Studio Artist = Joe Released = December 11, 2001 (U.S.) January 11, 2002 (JP) Recorded = Genre = R B Length = Label = Jive Records Producer = Joe The Neptunes Allstar Joshua Thompson Reviews = *Allmusic… … Wikipedia
better — 1 adjective (comparative of good) 1 more useful, interesting, satisfactory, effective, suitable etc: Your stereo is better than mine. | a better job with a better salary | It was one of the better Broadway shows I ve seen. | There must be a… … Longman dictionary of contemporary English
better — bet|ter1 W1S1 [ˈbetə US ər] adj [: Old English; Origin: betera] 1.) [comparative of good] more useful, interesting, satisfactory, effective, suitable etc ≠ ↑worse ▪ Your stereo is better than mine. ▪ a better job with a better salary ▪ There must … Dictionary of contemporary English
Days in Avalon — Studio album by Richard Marx Released October 24, 2000 … Wikipedia
List of artists who have covered The Beatles — This is a list of music artists who have covered one or more songs originally recorded by the English pop band The Beatles. Artists who have covered songs from the solo career of John Lennon, George Harrison, Paul McCartney and Ringo Starr are… … Wikipedia
Eight Days a Week — Исполнитель The Beatles Альбом Beatles For Sale Дата выпуска 18 октября 1964 Дата записи 6 октяб … Википедия
Days of our Lives storylines — This is an overview of major historical storylines from the daytime drama Days of our Lives .1960sThe HortonsWhen the show debuted in 1965, it centered around the Horton family. Dr Tom Horton and his wife Alice had five children: Tom Jr., who had … Wikipedia