-
1 арендная плата
adjgener. pacht, rente, huurprijs, pachtgeld, pachtpenningen, pachtsom -
2 квартирная плата
adjgener. kamerhuur, huurprijs -
3 квартплата
ngener. huurprijs -
4 плата за прокат
ngener. huurprijs -
5 put up the rent
-
6 put up
zich kandidaat stellen; voorstellenput up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opsteken ⇒ hijsen, ophangen3 bekendmaken ⇒ afkondigen, ophangen♦voorbeelden:put up a show • iets voor de show doen4 put up a case • een zaak naar voren brengen/verdedigenput up a proposal • een voorstel voorleggen7 who will put up money for new research? • wie stelt geld beschikbaar voor nieuw onderzoek?the rebels put up strong resistance • de rebellen boden hevig weerstand¶ put someone up to something • iemand opstoken/aanzetten tot iets; iemand op de hoogte brengen van iets -
7 rent
n. huur; pacht; scheur--------v. huren, pachtenrent1[ rent] 〈zelfstandig naamwoord; in betekenis 0.1 en 0.2 meestal enkelvoud〉3 scheur(ing) ⇒ kloof, barst; tweespalt, schisma♦voorbeelden:————————rent2♦voorbeelden:1 this flat rents at/for \\td150 a month • de huurprijs van deze flat is \\td150 per maandII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 huren————————rent3→ rend rend/ -
8 this flat rents at/for \\td150 a month
this flat rents at/for \\td150 a monthde huurprijs van deze flat is \\td150 per maandEnglish-Dutch dictionary > this flat rents at/for \\td150 a month
-
9 location
location [lokkaasjõ]〈v.〉2 huur ⇒ (het) huren, huurprijs3 plaatsbespreking ⇒ reservering, voorverkoop♦voorbeelden:donner en location à qn. • aan iemand verhuren2 prendre une location meublée, en garni • een gemeubileerde woning, kamer hurenprendre en location à qn. • van iemand huren3 bureau de location • bespreekbureau, plaatsbesprekingf1) verhuur2) huur(prijs)3) reservering, plaatsbespreking -
10 louage
-
11 Benutzungsgebühr
-
12 Kostenmiete
-
13 Leihgebühr
-
14 Miete
Miete〈v.; Miete, Mieten〉1 huur, huurprijs2 〈 geen meervoud〉het huren, huur♦voorbeelden:die Miete eintreiben • de huur innenzur Miete wohnen • gehuurd wonen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский