-
1 huurcontract
-
2 huurcontract
-
3 huurcontract
договор по найму; договор на аренду, квартирный договор, жилищный договор* * *сущ.общ. договор о найме -
4 huurcontract
hetMietvertrag m -
5 huurcontract
n. lease, contract which gives another the right to use or inhabit a property for a period of time in exchange for rent -
6 huurcontract
kira anlaşması [-nı] s -
7 dit jaar loopt het huurcontract af
dit jaar loopt het huurcontract afDeens-Russisch woordenboek > dit jaar loopt het huurcontract af
-
8 dit jaar loopt het huurcontract af
dit jaar loopt het huurcontract afVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit jaar loopt het huurcontract af
-
9 een huurcontract aangaan
een huurcontract aangaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huurcontract aangaan
-
10 een huurcontract opzeggen
een huurcontract opzeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huurcontract opzeggen
-
11 huurovereenkomst
→ link=huurcontract huurcontract -
12 huurakte
→ link=huurcontract huurcontract -
13 huurovereenkomst
→ link=huurcontract huurcontractVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huurovereenkomst
-
14 договор о найме
ngener. cedel, ceel, huurcontract -
15 aflopen
1 [weglopen] s'éloigner (de)2 [+ op][zich haastig begeven naar] se hâter d'aller (vers)4 [m.b.t. wekkers] sonner5 [wegstromen] s'écouler (de)7 [zich naar beneden uitstrekken] être en pente8 [ergens afgaan] se détacher (de)♦voorbeelden:1 niet van je plaats aflopen! • ne quitte pas ta place!de afgelopen nacht • la nuit dernièregoed aflopen • bien se terminerslecht aflopen • mal tournerhet loopt af met hem • sa fin approchehoe is het met die zaak afgelopen? • comment s'est terminée cette affaire?7 de rivier loopt hier sterk af • ici, la rivière a une forte penteeen aflopende weg • un chemin qui descendII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [doorlopen] parcourir♦voorbeelden:2 in hoeveel tijd kan men die afstand aflopen? • combien de temps faut-il pour parcourir cette distance? -
16 huur
♦voorbeelden:de huur gaat met november in • le bail commence en novembreiemand de huur opzeggen • donner congé à qn.dit huis is te huur • cette maison est à louer2 ƒ 200,- kale huur • un loyer de 200 florins, sans les charges -
17 aflopen
1 [+ op] [zich begeven naar] make for3 [met betrekking tot wekkers] go off4 [wegstromen] run/flow down5 [naar beneden lopen] run/go/walk down6 [zich naar beneden uitstrekken] slope (down/away)♦voorbeelden:dit jaar loopt het huurcontract af • the lease expires this yearen daar is de zaak mee afgelopen • and that's the end of the matterde operatie is goed afgelopen • the operation was successfulhet verhaal liep goed af • the story had a happy endinghet loopt af met hem • he is sinking fast/is near the endniet van je plaats aflopen • not leave your placeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verslijten] wear out♦voorbeelden:in hoeveel tijd kan men die weg aflopen? • how long does it take to walk it? -
18 verhuurder
verhuurder, verhuurster
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский