-
1 huismerk
1 own/generic brand♦voorbeelden: -
2 huismerk
-
3 huismerk
deEigenmarke f -
4 huismerk
n. own brand, brand specific to a retail store -
5 wij hebben ook wijn van ons eigen huismerk
wij hebben ook wijn van ons eigen huismerkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wij hebben ook wijn van ons eigen huismerk
-
6 brand
n. koopmerk, soort (ook van het produkt); brandmerk; merk; witheet staal--------v. bandmerken; uitstotenbrand1[ brænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 merk(naam) ⇒ soort, type2 brandmerk ⇒ schandteken, stigma3 〈 formeel〉brandend/verkoold stuk hout♦voorbeelden:own brand • huismerk, eigen merk————————brand2〈 werkwoord〉3 tekenen♦voorbeelden:3 his experiences in Vietnam branded him for life • zijn ervaringen in Vietnam hebben hem voor het leven getekend -
7 own brand
huismerk, eigen merk -
8 subbrand
subbrand -
9 Hausmarke
Hausmarke〈v.〉 -
10 Hauszeichen
См. также в других словарях:
Geuzen medals — Geuzen or Beggar’s (also Sea Beggar‘s) Medals were coined during the early days of the Dutch Revolt and the first half of the Eighty Years War in the 16th century. During that period a lot of medals, tokens and jetons with a political message… … Wikipedia