-
21 pelt
n. vacht; huid--------v. (neer)kletteren, (neer)kletsenpelt1[ pelt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vacht ⇒ huid, vel→ full full/————————pelt21 (neer)kletteren ⇒ (neer)kletsen/plenzen4 vuren ⇒ gooien, schieten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 raken♦voorbeelden:1 the journalists pelted the president with questions • de journalisten onderwierpen de president aan een vragenvuur -
22 tan
adj. zongebruind--------n. bruine kleur (v.d. huid door zonnebrand)--------v. bruinen, bruin worden; looien, tanen; iemand afrossentan1[ tæn] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tan2————————tan3〈 tanned〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:————————tan4〈 verkorting〉 [tangent]1 tg -
23 welt
n. striem (op huid)--------v. afranselen, striemen; omboordsel, rand (aan bovenschoenleer); omboorden[ welt] -
24 candescence
n. leukoderma, ontkleuring v.d. huid, witte huid door het ontbreken van pigment -
25 candescent
adj. ontkleuring v.d. huid, witte huid door het ontbreken van pigment -
26 dermato
pref. huid, van de huid -
27 livedo
n. (Dermatologie) huidafwijking gekenmerkt door blauwzwarte vlek op de huid door verstopping veroorzaakt; verkleurde vlek op de huid -
28 melanous
adj. Zwarte huid, donkere huid -
29 rubefacient
adj. roodmakend (de huid, weefsel)--------n. spul wat de huid rood maakt -
30 skin graft
huidtransplant (stukje gezond huid dat op een verbrande of door andere oorzaken verwonde huid wordt getransplanteerd) -
31 éruption
-
32 pelage
pelage [pəlaazĵ]〈m.〉1 haar(kleed) ⇒ huid, vachtm1) huid, vacht2) (het) ontharen [huiden]3) (het) schillen [vrucht] -
33 robe
robe [rob]〈v.〉2 toga ⇒ toog, soutane♦voorbeelden:1 robe de chambre • ochtendjas, kamerjasrobe chemisier • overhemdjurkrobe de grossesse • positiejurk→ hommef1) jurk, japon2) toga3) schil4) huid [dier] -
34 rougeur
-
35 blinder
blinder [blẽdee] -
36 fendiller
fendiller [fãdiejee] -
37 Pelz
〈m.; Pelzes, Pelze〉3 bontjas, -mantel♦voorbeelden:jemandem auf dem Pelz sitzen • iemand op zijn huid zitten -
38 шкура
vel, huid, pels -
39 без остатка
part.gener. met huid en haar -
40 весь
adjgener. al, gezamenlijk, heel, gans, geheel, met huid en haar, vol
См. также в других словарях:
huid — ˈhœ̅d, u̅e̅ Scotland variant of hood * * * huid Sc. f. hood … Useful english dictionary
huid — a knot used to join two parts of a fishing line (Scottish dialect) … Dictionary of ichthyology
huid — buba / skin … Woordenlijst Sranan
blanke huid — wetibuba … Woordenlijst Sranan
Haut — 1. A junge Haut schreit überlaut. (Schwäb.) 2. Alt heut bedörffen vil gerbens. – Franck, II, 36b; Eyering, I, 48; Egenolff, 47b; Petri, II, 10; Henisch, 1507, 43; Gruter, I, 4; Schottel, 1113; Gaal, 926; Körte, 2691. Lat.: Senem erigere durum.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Marita de Sterck — (* 16. August 1955 in Antwerpen) ist eine flämische Schriftstellerin. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Bibliographie 3 Auszeichnungen 4 Weblinks … Deutsch Wikipedia
Kong Kristian — Kong Christian stod ved højen mast Español: El Rey Christian estaba en el palo mayor Información general Himno Real de … Wikipedia Español
HUIR — (Del lat. fugere.) ► verbo intransitivo/ pronominal 1 Irse una persona o un animal de un lugar precipitadamente: ■ el ladrón huyó de la cárcel. REG. PREPOSICIONAL + de SINÓNIMO fugarse escapar ANTÓNIMO permanecer ► verbo intransitivo/ transitivo… … Enciclopedia Universal
Liste der Biografien/Hui — Biografien: A B C D E F G H I J K L M N O P Q … Deutsch Wikipedia
Orden del Císter — Nombre latino Ordo Cisterciensis Siglas O. Cist. Nombre común … Wikipedia Español
Erwin Mortier — Nom de naissance Erwin Mortier Activités écrivain Naissance 28 novembre 1965 Nevele, Belgiqu … Wikipédia en Français