-
1 object clause
hoofdzin -
2 subject clause
hoofdzin -
3 main clause
-
4 clause
-
5 independent clause
-
6 independent
adj. zelfstandig; onafhankelijk; heeft zijn eigen rechten; vrij--------n. onafhankelijkindependent1[ indippendənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————independent2♦voorbeelden:of independent means • financieel onafhankelijkan independent thinker • een zelfstandig/oorspronkelijk denker -
7 main
adj. hoofd-; voornaamste--------n. hoofdleiding (v. gas, water, elektriciteit); hoofdzakelijke deelmain1[ meen] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈meervoud; ook attributief〉 (elektriciteits)net ⇒ elektriciteit, lichtnet; 〈 ook〉 gasnet, waterleiding♦voorbeelden:————————main21 hoofd- ⇒ belangrijkste, voornaamste♦voorbeelden:main course • hoofdgerechtmain street • hoofdstraatmain deck • hoofddek, opperdek
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский