-
1 herverdeling
-
2 herverdeling
n. redistribution, reallocation -
3 herverdeling
-
4 shuffle
n. geschuifel; schuifelende danspas; schudden (v. kaarten); verandering van positie; reorganisatie--------v. heen en weer bewegen; schuifelen, sloffen; schudden (kaarten); (in zijn papieren) rommelenshuffle1[ sjufl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————shuffle2♦voorbeelden:¶ shuffle out of one's responsibility • zich aan zijn verantwoordelijkheid onttrekken, zich eruit draaien♦voorbeelden:3 schuiven ⇒ al schuivend aan/uittrekken♦voorbeelden:shuffle one's papers • in zijn papieren rommelen3 〈 figuurlijk〉 try to shuffle off one's responsibility • zijn verantwoordelijkheid proberen af te schuivenshuffle on/off one's slippers • zijn pantoffels al schuifelend aan/uittrekken -
5 Cabinet shuffle
-
6 reshuffle
n. grondige verandering--------v. grondig veranderenreshuffle1♦voorbeelden:————————reshuffle2〈 werkwoord〉 -
7 redeal
n. herverdeling (in bijzonder van spelkaarten in een kaartspel); het opnieuw verkopen -
8 redistribution
n. herverdeling -
9 redivision
n. herverdeling
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский