-
1 herkennen
1 [weer (terug)kennen] recognize♦voorbeelden:een film waarin iedereen zich kan herkennen • a film everyone can identify withik herkende hem aan zijn manier van lopen • I recognized him by his walk2 ik kan de man die ik zoek herkennen • I shall (be able to) recognize/spot the man I am looking foriemand herkennen als de dader • identify someone as the culprit -
2 herkennen
v. recognize, identify, distinguish -
3 herkennen van plannen
• plan recognitionNederlands-Engels Technisch Woordenboek > herkennen van plannen
-
4 blinden herkennen iets op de tast
blinden herkennen iets op de tastVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > blinden herkennen iets op de tast
-
5 een film waarin iedereen zich kan herkennen
een film waarin iedereen zich kan herkennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een film waarin iedereen zich kan herkennen
-
6 een stem herkennen
een stem herkennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stem herkennen
-
7 iemand aan zijn loop herkennen
iemand aan zijn loop herkennenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aan zijn loop herkennen
-
8 iemand aan zijn spraak herkennen
iemand aan zijn spraak herkennenknow/recognize someone by his languageVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aan zijn spraak herkennen
-
9 iemand herkennen als de dader
iemand herkennen als de daderVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand herkennen als de dader
-
10 ik kan de man die ik zoek herkennen
ik kan de man die ik zoek herkennenI shall (be able to) recognize/spot the man I am looking forVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik kan de man die ik zoek herkennen
-
11 in iemand een bondgenoot herkennen/begroeten
in iemand een bondgenoot herkennen/begroetensee/greet someone as an allyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in iemand een bondgenoot herkennen/begroeten
-
12 bondgenoot
♦voorbeelden:2 in iemand een bondgenoot herkennen/begroeten • see/greet someone as an ally -
13 kenbaar
1 [te herkennen] recognizable, distinguishable2 [waarvan men kennis kan verkrijgen] knowable3 [bekend] known♦voorbeelden:zij zijn kenbaar aan • they can be identified/recognized by2 kenbare waarheden • knowable/cognizable truthsiemand iets kenbaar maken • make something known to someone -
14 kennen
2 [geleerd hebben] know3 [+ in] [raadplegen] consult4 [herkennen] recognize, know♦voorbeelden:ik wil eerst de feiten kennen • first I want to know the factsgeen gevaar kennen • be oblivious to dangerje kent Jan toch wel! • you must know John!geen medelijden kennen • know no pitygeen schaamte kennen • have no shamede Engelse wet kent dat onderscheid niet • English law does not make that distinctiongeen zorgen kennen • be carefreezich doen kennen als • prove/show oneself to be〈 figuurlijk〉 laat je niet kennen ! • give 'em hell!zich van zijn beste kant laten kennen • show oneself at one's best〈 figuurlijk〉 hij wilde zich niet laten kennen en deed toch mee • he didn't want to be thought badly of and joined iniemand leren kennen • get to know someone, make someone's acquaintanceelkaar (beter) leren kennen • become/get (better) acquainted, get to know each other (better)ken je deze al? • have you heard this one?ik ken haar al jaren • I've known her for yearszo ken ik je helemaal niet • I've never known you like this beforesinds ik jou ken … • since I met you …dan ken je me nog niet • you haven't seen anything yetdat kennen we hier niet • we don't have that sort of thing hereiemand van gezicht/van naam kennen • know someone's face/someone by namehij kent de omgeving als zijn broekzak • he knows the area like the back of his handiemand door en door kennen • know someone inside out2 een taal kennen • know/speak a languageons kent ons • we know what to expectiets van buiten/uit zijn hoofd kennen • know something by heart¶ te kennen geven dat … • indicate that …een wens te kennen geven • express a desirezijdelings te kennen geven • intimate, hint -
15 loop
2 [deel van een vuurwapen] barrel4 [voortbeweging van een zaak] course5 [voortgang in de tijd] course8 [doorgang] aisle, gangway♦voorbeelden:1 de loop van het verhaal • the thread/line of the storyzijn gedachten de vrije loop laten • give one's thoughts/imagination free rein3 op de loop zijn • be on the run/in flight, fleezijn tranen de vrije loop laten • not hold back one's tears5 in de loop van de dag • in the course of/during the dayin de loop der jaren • through the years -
16 spraak
1 [vermogen om te spreken] speech2 [wijze van spreken] language♦voorbeelden:zijn spraak hervinden • find one's tongue (again)zijn spraak verloren hebben • have lost one's tongue2 iemand aan zijn spraak herkennen • know/recognize someone by his language -
17 tast
-
18 terugvinden
См. также в других словарях:
Herkenhoff — is a surname. Its origin seems to be nowadays boarder area between Germany and the Netherlands. That s why there are various ways to tell the meaning of the name. It could be explained though Dutch, German or dialectic words. The second part of… … Wikipedia
Jean Renshaw — (* 4. November 1964 in Manchester) ist eine englische Choreografin und Regisseurin. Inhaltsverzeichnis 1 Ausbildung und Engagements als Tänzerin 2 Choreographin 3 Regisseurin … Deutsch Wikipedia
Liste falscher Freunde — Die Liste falscher Freunde listet eine Auswahl häufiger falscher Freunde (Übersetzungsfallen bzw. Verständnisprobleme) zwischen Deutsch und anderen Sprachen, dem in der Bundesrepublik Deutschland und in anderen Staaten gesprochenen Deutsch sowie… … Deutsch Wikipedia
Pepperoni — Die Liste falscher Freunde listet eine Auswahl häufiger falscher Freunde (Übersetzungsfallen bzw. Verständnisprobleme) zwischen Deutsch und anderen Sprachen, dem in der Bundesrepublik Deutschland und in anderen Staaten gesprochenen Deutsch sowie… … Deutsch Wikipedia
Geblök — Am Geblök erkennt man die Schafe. Holl.: Het schaap en het lam herkennen elkander aan hun geblaat. (Harrebomée, I, 208.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schaf — 1. An skürw d Schep kan an hian Hokfal umstegh. (Nordfries.) Ein räudig Schaf kann eine ganze Hürde voll anstecken. 2. An suart Schep laat hör egh witi thau. (Nordfries.) 3. Annem nackte Schoffe ies nischte abzuscharen. – Robinson, 240; Gomolcke … Deutsches Sprichwörter-Lexikon