-
21 de reorganisatie is overhaast gebeurd
de reorganisatie is overhaast gebeurdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de reorganisatie is overhaast gebeurd
-
22 gehaast
-
23 gezwind
〈 formeel〉♦voorbeelden: -
24 haast je langzaam
haast je langzaammore haste, less speedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > haast je langzaam
-
25 haast
haast1〈de〉1 [(te grote) snelheid] haste2 [noodzaak/drang om snel te werk te gaan] hurry♦voorbeelden:haast maken • hurry upgeen haast maken met betalen • be in no hurry to payhaast zetten achter iets • hurry something upin de(r) haast iets vergeten • forget something in the rushin der haast genomen beslissingen • hasty decisionsdie brief heeft haast • that letter cannot waitdat heeft geen haast • there is no rusher is haast bij • the matter is urgentwaarom zo'n haast? • what's the rush?————————haast2〈 bijwoord〉2 [spoedig] soon♦voorbeelden:1 men zou haast denken dat … • one would almost think that …hij durfde haast niet te komen • he hardly dared (to) comehij was haast gevallen • he nearly fellik zou haast willen dat … • I half wish that …haast niets • hardly anythinghaast niet • hardlyhaast nooit • scarcely ever2 het wordt haast weer lente • spring will be here soon, spring is not far off -
26 haastige spoed is zelden goed
more haste, less speedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > haastige spoed is zelden goed
-
27 iets met gezwinde spoed regelen
iets met gezwinde spoed regelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets met gezwinde spoed regelen
-
28 ijlings
♦voorbeelden: -
29 in de gauwigheid vergat hij haar te feliciteren
in de gauwigheid vergat hij haar te feliciterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in de gauwigheid vergat hij haar te feliciteren
-
30 in ijltempo
in ijltempoat top speed, in great haste -
31 inderhaast
♦voorbeelden:ze had inderhaast haar portemonnee vergeten • in her haste she had forgotten her purse -
32 langzaam
1 [niet vlug] slow♦voorbeelden:1 een langzame dood sterven • die a slow/lingering deathhaast je langzaam • more haste, less speedlangzaam vooruitkomen • make slow progresslangzaam wegsterven • fade outlangzaam aan! • slow down!, (take it) easy!het langzaam aan doen • go slowheel langzaam • very slowly, at a snail's pacelangzaam aan • gradually -
33 met spoed
met spoedwith haste, urgently -
34 overhaast vertrekken
overhaast vertrekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > overhaast vertrekken
-
35 voortmaken
♦voorbeelden:1 maak wat voort met je werk • get on with your work/with it -
36 ze had inderhaast haar portemonnee vergeten
ze had inderhaast haar portemonnee vergetenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ze had inderhaast haar portemonnee vergeten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
hasté — hasté … Dictionnaire des rimes
haste — n Haste, hurry, speed, expedition, dispatch are comparable when meaning quickness or swiftness in movement or in action. Haste implies quickness or swiftness in persons rather than in machines, vehicles, or methods of transportation; thus, a… … New Dictionary of Synonyms
hasté — hasté, ée [ aste ] adj. • 1789; de hast ♦ Bot. Qui a la forme d un fer de lance. Feuilles hastées. ● haste nom féminin (latin hasta) Lance dont étaient dotés dans la légion les triarii. ● haste … Encyclopédie Universelle
haste — hasté, ée [ aste ] adj. • 1789; de hast ♦ Bot. Qui a la forme d un fer de lance. Feuilles hastées. ● haste nom féminin (latin hasta) Lance dont étaient dotés dans la légion les triarii. ● haste (homonymes) nom féminin ( … Encyclopédie Universelle
haste — HASTE. s. f. (L H s aspire.) Precipitation, promptitude. La haste, la grande haste avec laquelle il fait toutes choses, est cause qu il ne fait jamais rien d achevé. L usage le plus ordinaire de ce mot est, ou de se construire avec le verbe Avoir … Dictionnaire de l'Académie française
Haste — (h[=a]st), n. [OE. hast; akin to D. haast, G., Dan., Sw., & OFries. hast, cf. OF. haste, F. h[^a]te (of German origin); all perh. fr. the root of E. hate in a earlier sense of, to pursue. See {Hate}.] 1. Celerity of motion; speed; swiftness;… … The Collaborative International Dictionary of English
haste — 1. (ha st ) s. f. 1° Terme d antiquité. Longue lance. 2° Terme de numismatique. Javelot sans fer ou sceptre long, qui est l attribut des divinités bienfaisantes. 3° Terme d épigraphie. La barre verticale dans les F, les P, les R, etc. Les… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
haste — [heıst] n [U] [Date: 1200 1300; : Old Frenc] 1.) great speed in doing something, especially because you do not have enough time = ↑hurry ▪ I soon regretted my haste. in your haste to do sth ▪ In his haste to leave, he forgot his briefcase. 2.) in … Dictionary of contemporary English
haste — [ heıst ] noun uncount FORMAL great speed in doing something because of limited time: in someone s haste to do something: In my haste to escape, I tripped over a fallen branch. haste makes waste used for saying that if you do something too… … Usage of the words and phrases in modern English
haste — [hāst] n. [ME < OFr < Frank * haist, violence, akin to OE hæst < IE base * k̑eibh , quick, violent > Sans s̍ibham, quick] 1. the act of hurrying; quickness of motion; rapidity 2. the act of hurrying carelessly or recklessly [haste… … English World dictionary
Haste — Haste, v. t. & i. [imp. & p. p. {Hasted}; p. pr. & vb. n. {Hasting}.] [OE. hasten; akin to G. hasten, D. haasten, Dan. haste, Sw. hasta, OF. haster, F. h[^a]ter. See {Haste}, n.] To hasten; to hurry. [Archaic] [1913 Webster] I ll haste the writer … The Collaborative International Dictionary of English