-
61 door
door1〈 bijwoord〉1 through♦voorbeelden:de hele dag door • all day long, throughout the dayde kast kan de deur niet door • the cupboard won't go through the doorzijn hele leven door • his whole life long, throughout his lifemijn schoenen zijn door • my shoes are worn outde tunnel gaat onder het water door • the tunnel passes under the waterik ben door en door nat/koud • I'm wet through (and through), I'm chilled to the bonezij kent het land door en door • she knows the country like the back of her handdoor en door slecht • rotten to the core, thoroughly bad————————door2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een zijde/ruimte/opening/doorgang] through3 [middels] by (means of)5 [in passieve zinnen] by♦voorbeelden:door rood/oranje rijden • jump the lighthij vertrok door de tuin • he left via/through the gardenalles lag door elkaar • everything was in a messdoor haar heb ik hem leren kennen • it was thanks to her that I met him4 door het slechte weer • because of/owing to the bad weatherdoor ziekte verhinderd • prevented by illness from coming/attending/goingdat komt door jou • that's (all) because of youdoor wie is het geschreven? • who was it written by?door de week • through the week -
62 een advocaat de zaak overgeven
een advocaat de zaak overgevenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een advocaat de zaak overgeven
-
63 een handje helpen
een handje helpengive/lend a (helping) hand; give someone a boost 〈 om over iets heen te klimmen〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een handje helpen
-
64 geef op!
geef op!(come on,) hand it over! -
65 gerecht
♦voorbeelden:1 als volgende gerecht hebben we … • the next course is …voor het gerecht verschijnen • appear in courtiemand voor het gerecht brengen • bring someone to court/to trial -
66 het woord geven aan
het woord geven aanhand/give the floor over toVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het woord geven aan
-
67 hiertegenover
2 [tegenover deze zaak] against this♦voorbeelden:2 hiertegenover staat, dat … • on the other hand, … -
68 iemand aan de politie uitleveren
iemand aan de politie uitleverenhand someone over/turn someone in to the policeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aan de politie uitleveren
-
69 iemand aan het gerecht overleveren
iemand aan het gerecht overleverenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aan het gerecht overleveren
-
70 iemand iets overhandigen
iemand iets overhandigenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand iets overhandigen
-
71 iemand overdragen aan de politie
iemand overdragen aan de politieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand overdragen aan de politie
-
72 iemand overleveren aan de politie
iemand overleveren aan de politieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand overleveren aan de politie
-
73 kwistig
1 lavish♦voorbeelden:kwistig met iets zijn • be lavish with somethingkwistig zijn met lof over … • be lavish in one's praise of …kwistig zijn met geld • be extravagant with money -
74 oprapen
♦voorbeelden:1 ze liggen voor het oprapen • they grow on trees, they're all over the placeze hebben het daar voor het oprapen • they have got it for the asking -
75 werk
2 [plaats] work♦voorbeelden:het betere werk • the right thingzijn werk goed/slecht doen • make a good/bad job of one's workhet grote werk • the big jobgeen half werk doen • not stop at half measures, go the whole hogze houden hier niet van half werk • they don't do things by halves heredat is een heel werk • it's quite a joblos werk hebben • have a casual jobhet is onbegonnen werk • it's a hopeless taskpublieke werken • public workshet vuile werk opknappen (voor iemand) • do the dirty work (for someone)aangenomen werk • contract workeen nieuwe fabriek geeft werk aan 250 mensen • a new factory provides jobs/work for 250 people(vast) werk hebben • have a regular jobhet is zijn werk • it's his businesshij kan het werk niet aan • 〈 te zwaar〉 he isn't up to his work; 〈 te veel〉 he's up to the neck in workveel werk maken van de aankleding van zijn huis • take great pains over the furnishing of one's houseiemand werk opdragen • give someone a task(op school) werk opgeven • give an assignmentwerk zoeken • look for work/employment〈 figuurlijk〉 heb je altijd zo lang werk met het eten klaarmaken • do you always take so long preparing dinner/breakfast/ 〈enz.〉aan het werk gaan • set to workaan het werk houden • keep goingiedereen aan het werk! • everybody to their work!iemand aan het werk zetten • put someone to workhard aan het werk gaan • set to work at full tilt〈 figuurlijk〉 er is werk aan de winkel • there's work to be done, there's a lot to do/to be doneer is weinig werk in de bouw • work is slack in the building tradehoe gaat dat in z'n werk? • how is it done?werk in uitvoering • road workshoe is dat allemaal in zijn werk gegaan • how did it all come abouthet ging allemaal zo razendsnel in zijn werk • it was all such very quick workonder het werk mag er niet gerookt worden • smoking is forbidden at work/during working hourste werk stellen • employ, set to workheel behoedzaam te werk gaan • go very carefullyimpulsief te werk gaan, oneerlijk te werk gaan • act on impulse, act unfairlyieder ging op zijn eigen manier te werk • each took his/her own linezonder werk zitten • be out of work/unemployedniet op zijn werk komen • fail to turn up for work/dutywerk van iemand maken • play up to someonewerk van iets maken • do something about something; take action; 〈 sterker〉 put some work into something; 〈 klacht indienen〉 complain about somethingze wilden er geen werk van maken • they didn't want to take the matter in handalles in het werk stellen • make every effort to, strain every nerve (to), leave no stone unturneddat is geen werk • that's unfair
См. также в других словарях:
hand over — [v] give back; release abandon, cede, commend, commit, consign, deliver, dispense, donate, entrust, feed, find, fork out*, fork up*, give up, hand, leave, present, provide, relegate, relinquish, supply, surrender, transfer, turn over, waive,… … New thesaurus
hand over — (someone/something) to give someone or something to someone else. The prisoners were handed over to the marshals to be taken to another jail to serve their sentences. The old man handed his passport over … New idioms dictionary
hand over — index abalienate, bestow, consign, contribute (supply), delegate, discharge (pay a debt), dole … Law dictionary
hand over to — index bequeath Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
hand over — phrasal verb Word forms hand over : present tense I/you/we/they hand over he/she/it hands over present participle handing over past tense handed over past participle handed over 1) [transitive] to give something to someone by holding it in your… … English dictionary
hand over — verb to surrender someone or something to another (Freq. 5) the guard delivered the criminal to the police render up the prisoners render the town to the enemy fork over the money • Syn: ↑fork over, ↑fork out, ↑ … Useful english dictionary
hand over — 1) PHRASAL VERB If you hand something over to someone, you pass it to them. [V P n (not pron)] He also handed over a letter of apology from the Prime Minister... [V n P] I ve got his card. Judith said, handing it over. 2) PHRASAL VERB When you… … English dictionary
hand over — UK US hand (sth) over Phrasal Verb with hand({{}}/hænd/ verb ► to give someone else control of or responsibility for something: »to hand over control/power/responsibility hand sth over to sb »The founder handed the company over to his sons. »The… … Financial and business terms
hand over — {v.} To give control or possession of; give (something) to another person. * /When the teacher saw Johnny reading a comic book in study period, she made him hand over the book./ * /When Mr. Jones gets old, he will hand over his business to his… … Dictionary of American idioms
hand over — {v.} To give control or possession of; give (something) to another person. * /When the teacher saw Johnny reading a comic book in study period, she made him hand over the book./ * /When Mr. Jones gets old, he will hand over his business to his… … Dictionary of American idioms
hand\ over — v To give control or possession of; give (smth) to another person. When the teacher saw Johnny reading a comic book in study period, she made him hand over the book. When Mr. Jones gets old, he will hand over his business to his son. Syn.: fork… … Словарь американских идиом