-
1 grundlos
grundlos1 ongegrond, zonder reden ⇒ zonder (enige) aanleiding, ongemotiveerd2 grondeloos, bodemloos ⇒ oneindig, onpeilbaar diep3 grondeloos ⇒ moerassig, onbegaanbaar -
2 бездонный
adjgener. boomloos, bodemloos, grondeloos, onpeilbaar, peilloos -
3 безмерный
-
4 бесконечный
adj1) gener. oeverloos, onbepaald, oneindig, eeuwig, eindeloos, onafzienbaar, perpetueel, (о собрании) urenlang2) liter. grondeloos3) poet. ongemeten -
5 огромный
adj1) gener. vervaarlijk, geducht, geweldig, machtig, massaal, onnoembaar, onnoemelijk, onnoemlijk, allemachtig, allemenselijk, bovenmenselijk, duizelingwekkend, enorm, formidabel, grenzeloos, grondeloos, immens, kolossaal, oneindig, onmetelijk, ontzaglijk, ontzettend, reusachtig, reuze, reuzig, ruim2) colloq. piramidaal -
6 unfathomable
adj. onpeilbaar, grondeloos, ondoorgrondelijk[ unfæðəməbl] 〈 unfathomably〉
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский