-
1 grilligheid
♦voorbeelden:2 aan iemands grilligheden toegeven • céder aux caprices de qn. -
2 grilligheid
1 [veranderlijkheid] capriciousness, whimsicality ⇒ fickleness♦voorbeelden: -
3 grilligheid
прихотливость; затейливость* * *сущ.общ. каприз, причудливость, непостоянство, прихотливость, фантастичность -
4 grilligheid
n. whimsicality, capriciousness -
5 grilligheid
-
6 de grilligheid van een gebouw
de grilligheid van een gebouw -
7 de grilligheid van een gebouw
de grilligheid van een gebouwVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de grilligheid van een gebouw
-
8 whimsicality
n. grilligheid, vreemdheid[ wimzikælətie] 〈meervoud: whimsicalities〉 -
9 bizarrerie
-
10 каприз
n1) gener. frats, grilligheid, luim, part, stuip, gril, bevlieging, caprice, kippekuur, kuur, marot, nuk2) liter. krul -
11 непостоянство
ngener. grilligheid, wankeling, wankelmoedigheid, wisselvalligheid, wuftheid -
12 прихотливость
ngener. bizarriteit, grilligheid, kieskeurigheid -
13 причудливость
ngener. grilligheid, onvoorspelbaarheid -
14 фантастичность
ngener. grilligheid -
15 caprice
-
16 whimsy
-
17 capriciousness
n. wispelturigheid, grilligheid -
18 fickleness
n. onbestendigheid, wispelturigheid, grilligheid -
19 fitfulness
n. ongeregeld; onbestendig; grilligheid, nukkigheid -
20 flightiness
n. grilligheid; wispelturigheid, wuftheid; halfgaar zijn
Страницы
- 1
- 2