-
1 безбожный
goddeloos -
2 godless
adj. goddeloos, verdorven[ godləs] 〈 godlessness〉 -
3 impious
-
4 ungodly
-
5 атеистический
atheïstisch, goddeloos -
6 адский
adjgener. hels, goddeloos, infernaal -
7 атеистический
-
8 безбожный
adjgener. goddeloos, godvergeten, heilloos, onheilig, profaan -
9 гнусный
adjgener. zwart, afschuwelijk, foeilelijk, goddeloos, gruwelijk, gruwzaam, laag, onedel, snood, verachtelijk, verfoeienswaard, verfoeienswaardig, verfoeilijk, vuig -
10 грешный
adjgener. goddeloos, zondig -
11 испорченный
adj1) gener. aangestoken, bedorven (о продуктах питания и т.п.), goddeloos, goor, verdorven, verdraaid, wrak, corrupt, defect, mismaakt, rot, rottig, zedeloos2) liter. vuns, vunzig -
12 ужасный
adjgener. goddeloos, godvergeten, ijzig, ontzettend, schrikkelijk, vreeslijk, vreselijk, affreus, afgrijselijk, afgrijslijk, erg, geducht, gruwelijk, gruwzaam, hels, huiveringwekkend, ijselijk, ijzingwekkend, macaber, monsterachtig, monstrueus, schrikbarend, schrikwekkend, schromelijk, verschrikkelijk, vervaarlijk -
13 unhallowed
-
14 athée
athée [aatee]〈m. & v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 atheïst(isch) ⇒ godloochenaar, ongelovige1. m/fatheïst, goddeloze2. adjatheïstisch, goddeloos -
15 païen
païen [paajẽ],païenne [paajen]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:1 un(e) païen(ne) • heiden, heidin1. m (f - païenne) 2. = païenne; adj -
16 impie
impie [ẽpie]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉♦voorbeelden: -
17 gottlos
-
18 gottvergessen
gottvergessen1 godvergeten, -verlaten ⇒ goddeloos; eenzaam -
19 verrucht
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский