-
1 tissu
tissu1 [tiesuu]〈m.〉♦voorbeelden:tissu éponge • badstoftissu de laine • wollen stoftissu grand teint • kleurechte stoftissu métallique • metaalgaastissu cartilagineux • kraakbeentissu conjonctif • bindweefsel————————tissu2 [tiesuu]→ tisserm1) geweven stof2) weefsel4) structuur -
2 aertex
n. (Brits Engels) Aertex, merknaam voor een luchtig geweven katoenen stof gebruikt in vervaardiging van hemden en sportkleding[ eəteks] 〈 Brits-Engels〉 -
3 cloth
n. stof; lap[ kloθ]1 stuk stof ⇒ doek, lap2 beroepskledij 〈 in het bijzonder van geestelijken〉 ⇒ 〈 the, figuurlijk〉 de clerus, de geestelijkheid♦voorbeelden: -
4 clairière
clairière [klerjer]〈v.〉f1) open plek [bos]2) dunne plek [stof] -
5 camlet
n. geweven stof oorspronkelijk gemaakt van kamelenhaar; duurzame waterdichte kleding -
6 textile
-
7 le textile
le textilehet textiel, geweven stof, textielvezel, -waren; de textiel(industrie) -
8 textile
adj. textiel-, geweven--------n. textiel[ tekstajl]♦voorbeelden:2 textiles • textiel, weefstoffen -
9 ikat
n. Indonesische methode waarin draden of garen vastgebonden geverfd worden voor dat ze geweven worden; stof gemaakt met gebruikmaking van deze Indonesiche techniek -
10 weaved
adj. geweven, gesponnen (v.e. stof)
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский