-
1 pari passu
adv. pari passu, gelijklopend, gelijkmatig[ pæriepæsoe:] -
2 параллельный
adjgener. parallel, evenwijdig, gelijklopend -
3 parallel
adj. parallel; gelijklopend--------n. parallel, gelijkenis--------v. vergelijkenparallel1[ pærəlel] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:without (a) parallel • zonder weerga————————parallel2♦voorbeelden:parallel parking • fileparkerenparallel to/with • parallel/evenwijdig met; vergelijkbaar met————————parallel3〈werkwoord; Brits-Engels parallelled〉2 evenaren ⇒ overeenstemmen/corresponderen met♦voorbeelden: -
4 parallèle
parallèle1 [paaraalel]〈m.〉♦voorbeelden:parallèle terrestre • breedtecirkel————————parallèle2 [paaraalel]〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉♦voorbeelden:1 une parallèle • parallel, evenwijdige lijn→ marché1. m2) vergelijking2. f 3. adj2) alternatief -
5 gleichlaufend
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский