-
1 gelijk
gelijk1〈 het〉1 right♦voorbeelden:iemand gelijk geven • agree with someonedaar heb je gelijk aan/in • you are right theregelijk heb je • right you are(groot/volkomen) gelijk hebben • be (perfectly) righthet gelijk aan zijn kant hebben, in zijn gelijk staan • be (in the) rightje moet niet altijd je gelijk willen halen • you must learn to take no for an answer/ 〈 informeel〉 to know when you're lickedzijn gelijk willen halen • want to have the last wordiemand in het gelijk stellen • declare/say that someone is right————————gelijk23 [de juiste tijd aanwijzend] right♦voorbeelden:1 twee mensen een gelijke behandeling geven • treat two people equally/(in) the same (way)ze zijn van gelijke grootte • they are the same size/of a sizehet water staat op gelijke hoogte met de kade • the water is level with the quayin gelijke mate • to the same extent/degreeop gelijke voet staan met • be on an equal footing/on a par withmet gelijke wapenen strijden • fight on equal termsop gelijke wijze • in the same way, likewisehet is mij gelijk • it's all the same to megelijk aan • equal toalle burgers zijn voor de wet gelijk • all citizens are equal before the law〈 tennis〉 veertig gelijk • deuce, forty allmet de grond gelijk maken • level, raze (to the ground)II 〈 bijwoord〉2 [gelijkelijk] equally3 [op hetzelfde punt, even ver] level♦voorbeelden:1 zij zijn gelijk gekleed • they are dressed alike/the samegelijk spelen • draw4 de twee treinen kwamen gelijk aan • the two trains came in simultaneously/at the same time -
2 gelijk
adj. equal, equivalent, corresponding; like, identical; even, able to be divided exactly by two (Mathematics); level, smooth--------adv. equally, alike, similarly; simultaneously--------n. right, correctness -
3 gelijk (op)delen
gelijk (op)delenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gelijk (op)delen
-
4 gelijk aan
gelijk aan -
5 gelijk heb je
gelijk heb je -
6 gelijk op rijden/werken
gelijk op rijden/werkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gelijk op rijden/werken
-
7 gelijk spel
gelijk spel -
8 gelijk spelen
gelijk spelen -
9 gelijk krijgen
v. out argue -
10 gelijk maken
v. assimilate, equalize, level -
11 gelijk spel
n. draw, duck's egg -
12 gelijk staan met
v. rank with -
13 gelijk stellen
v. assimilate -
14 gelijk-georiënteerde zender
• co-sited transmitterNederlands-Engels Technisch Woordenboek > gelijk-georiënteerde zender
-
15 gelijk aan
• equal to• identical to• similar to -
16 gelijk met
• even with• flush with• level with -
17 gelijk verdeeld
• equally divided• equally spaced• equispaced• uniformly distributed -
18 gelijk worden aan
• to equal -
19 gelijk zijn aan
• to equal -
20 mijn horloge loopt gelijk
mijn horloge loopt gelijkmy watch is right/keeps good time————————mijn horloge loopt gelijkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mijn horloge loopt gelijk
См. также в других словарях:
gelijk / gelijke — leti / speri … Woordenlijst Sranan
Gleich — 1. Ale wenig wir einander gleich sehen vnder augen, so wenig auch im sinn. – Henisch, 1654, 46. 2. Dat is so lik as de Weg na Bremen. 3. Du siehst ihm gleich wie der Apostel Paulus dem Kehrusbub. – Kirchhofer, 336. 4. Ein jeder ist gleich, wie er … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Pferd — (s. ⇨ Ross). 1. A blind Ferd trefft gleich (gerade) in Grüb herein. (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. Alte Pferde achten der Peitsche nicht. Lat.: Psittacus senex ferulam negligit. (Gaal, 926.) 3. Alte Pferde gehen nicht durch. Holl.: Het hollen is… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Same-sex marriage in the Netherlands — Two men marrying in Amsterdam, Netherlands, in the first month marriage there was opened to same sex couples (2001).[clarification needed] … Wikipedia
Hase (Lepus) — 1. Bai (wer) den Hâsen fangen well, maut den Rüen (Hund) wagen. – Woeste. 2. Bai wäsket de Hasen un de Vösse un se sitt doch glatt, sag de Frau, da lait se iäre Blagen ungerüstert lopen. (Iserlohn.) – Hoefer, 316; Woeste, 62, 13. Wer wäscht Hasen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Vorwärts — 1. De vorwärts will, môt den Dûmen stîf holen. – Goldschmidt, 153; Frommann, IV, 143, 380; Eichwald, 300. 2. Der vorwärts wil, sol man die Hand bieten. – Schottel, 1130a. 3. Die zu hastig vorwärts treiben, müssen am Ende hinten bleiben. – Körte,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Afrikaans — Infobox Language name=Afrikaans familycolor=Indo European states=South Africa Namibia Botswana Lesotho Swaziland region=Southern Africa speakers=est. 6.45 million (home language) 6.75 million (second or third language) 12 to 16 million (basic… … Wikipedia
Marnix Gijsen — 20 October 1899 29 September 1984) was a Flemish writer. His real name was Joannes Alphonsius Albertus Goris, his pseudonym relates to Marnix van Sint Aldegonde and the surname of his mother (Gijsen). Contents … Wikipedia
Mohammed Enait — Mohammed Faizel Ali Enait (* 1975/1976) ist ein surinamisch niederländischer Jurist. Er wurde landesweit bekannt, als er 2006 nach einer abgelehnten Bewerbung die Gemeinde Rotterdam verklagte und als er 2009 sich weigerte, bei Gericht aufzustehen … Deutsch Wikipedia
sitzen — Sitzenbleiben: als Schüler nicht in die nächsthöhere Klasse aufgenommen werden, weil die Leistungen zu schwach sind. Das Zeugnis erhält den Vermerk: ›Wird nicht versetzt!‹ Vergleiche französisch ›redoubler (une classe)‹ (wörtlich: [eine Klasse]… … Das Wörterbuch der Idiome
Aussehen — 1. Das sieht bös aus, sagte Steffen, da hatte ihn eine Mücke auf die Nase gestochen. Holl.: Dat is een erg gat, zei meester Jan, en het was een kakhiel. (Harrebomée, I, 32.) 2. Elendiglich aussehen, ist genug gebeten. *3. A sieht aos, as wan a… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon