-
1 geknars
1 gnashing 〈 in het bijzonder tanden〉 ⇒ grating, creak(ing) 〈 scharnier, verroest ijzer〉, grind(ing) 〈 wiel, remmen〉 -
2 geknars
n. gritting, grinding -
3 gepiep
1 [geknars] squeak(ing)2 [dierengeluid] 〈 van een jonge vogel〉 peep(ing) ⇒ chirp, cheep(ing), 〈 van een muis〉 squeak(ing), 〈 schril〉 squeal(ing), 〈van angst/pijn ook〉 screech(ing)3 [ademhaling] wheeze, wheezing
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский
- Шведский