-
81 O
n. zuurstof, niet-metaal tweeatomig element zonder geur, kleur en smaak, meest overvloedig element op aarde, element nodig voor levenO1 o♦voorbeelden:1 O God! • o God! -
82 Occident
n. het westen; Europa en Amerika; westelijk gedeelte van aardbol -
83 Occidental
adj. westers--------n. Westers, occidentaal -
84 Rex
-
85 Sapphic
n. lied in trand van liederen van Sappho (Griekse dichteres)[ sæfik]1 sapfisch ⇒ saffisch, met betrekking tot Sappho -
86 abdicate
v. aftreden,afstand doen van[ æbdikkeet] 〈zelfstandig naamwoord: abdication〉♦voorbeelden: -
87 abed
-
88 abeyance
-
89 abide
v. gehoorzamen; blijven; voortbestaan1 blijven♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:2 how can you abide such cruelty? • hoe kun je zo'n wreedheid verdragen? -
90 abode
-
91 above
adj. bovenstaande; boven, bovenvermeld--------adv. boven, op; meer; bovenvermeld--------n. bovengenoemde--------prep. boven; over; meer danabove1♦voorbeelden:————————above2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:the above-mentioned/above-said • het bovengenoemdeimposed from above • van hogerhand opgelegd————————above3〈 voorzetsel〉3 boven … verheven♦voorbeelden:above stairs • bovensituated above the valley • boven het dal gelegenabove fifty • meer dan vijftigthat's above me • dat gaat m'n petje te bovenabove all this • daar komt nog bij (dat) -
92 abscond
-
93 absent
adj. afwezig; in gedachten verzonken--------v. afwezig, afwezig zijnabsent1[ æbsnt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:absent from school • niet op school————————absent2 -
94 abut on
grenzen aan -
95 abutment
n. steunpunt; bruggenhoofd; grenspaal; belending; aanrakingspunt1 aanrakingspunt ⇒ belending, grens(paal) -
96 accede
v. toetreden, ambt aanvaarden, troon bestijgen, instemmen, toestemmen3 toestemmen ⇒ aanvaarden, inwilligen♦voorbeelden: -
97 accelerate
v. versnellen; snelheid verhogen[ əkselləreet]1 sneller gaan ⇒ het tempo opvoeren; optrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
98 access
n. access, wijdverspreide programmering van gegevensverzameling van bedrijf Microsoft (computers); toegang - wijze waarop gegevensverzamelingen door computer worden opgezocht en benaderdaccess1[ ækses] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 toegang(sweg) ⇒ passage, inlaat♦voorbeelden:————————access2〈 werkwoord〉1 toegang hebben tot ⇒ bereiken, verkrijgen -
99 accord
n. accoord, akkoord; overeenkomst; overeenstemming--------v. belonen; overeen laten stemmen; een accoord omhoog gaanaccord1[ əko:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 akkoord ⇒ schikking, overeenkomst, verdrag2 overeenstemming ⇒ eensgezindheid, harmonie♦voorbeelden:out of accord (with) • niet in overeenstemming (met)with one accord • unaniem————————accord2♦voorbeelden:1 verlenen ⇒ geven, schenken♦voorbeelden: -
100 acerbity
n. wrangheid, zuurheid
См. также в других словарях:
Mark Rutte — Prime Minister of the Netherlands Incumbent Assumed office 14 October 2010 Monarch … Wikipedia
Guido Demoor — (1952) was a Belgian NMBS/SNCB Thalys train driver and father of two children. He died on 24 June 2006 after an incident of violence in an Antwerp public transport bus.The exact circumstances under which Demoor died remain disputed in the… … Wikipedia
Fernand Collin Prize for Law — The Fernand Collin Prize for Law (Dutch: Fernand Collin prijs voor Recht) was named after Fernand Collin. It is awarded to a scientist who makes a significant contribution to law in Belgium.Awards* 1962 Walter Van Gerven (Katholieke Universiteit… … Wikipedia
Prix Collin — Le Prix Fernand Collin de Droit est un prix belge bi annuel, institué en 1962. Il a été créé pour encourager les jeunes chercheurs flamands dans le domaine du droit. Il a été nommé d après le professeur et banquier flamand, Fernand Collin. Objet… … Wikipédia en Français
WFBV — * Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen (Dutch law on pseudo foreign companies) (Community » Law) … Abbreviations dictionary
formal — Adj std. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. fōrmālis, zu l. fōrma Form . Aus der gleichen Grundlage über das Französische formell. Eine Substantivierung in Formalie, Abstrakta in Formalismus, Formalität; Täterbezeichnung: Formalist; Verb:… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
formell — Adj std. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. formel vorschriftsmäßig, unpersönlich , dieses aus l. fōrmālis, zu l. fōrma Gestalt, Form, Figur, Umriß . Ebenso nndl. formeel, nfrz. formel, ndn. formel, nschw. formell, nnorw. formell; Form,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache