-
1 nonsense
n. onzin, waanzin; leugen[ nonsns]2 nonsensversjes/poëzie♦voorbeelden:1 make nonsense of, 〈 Brits-Engels ook〉make a nonsense of • tenietdoen, het effect/resultaat bederven vanstand no nonsense • geen gekheid/flauwekul dulden -
2 mess about
rondhangen; flauwekul verkopenmess about, mess around〈 informeel〉1 leuteren ⇒ prutsen, (lui) rondhangen♦voorbeelden:he spent the weekend messing about • hij lummelde wat rond tijdens het weekendII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 rot
n. verrotting, rotheid, verderf; flauwekul; dat was het begin van het einde--------v. verrotten; nonsens vertellenrot1[ rot] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:→ dry dry/————————rot2〈 rotted〉1 rotten ⇒ ontbinden, bedervenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 fiddle-faddle
-
5 fiddlesticks
-
6 jive
n. jive (swing muziek); jargon uit de jazz wereld; nonsens--------v. jive spelen (swing muziek); dansen volgens het jive ritme; nonsens kletsenjive1[ dzjajv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————jive2 -
7 mess around
-
8 stand no nonsense
-
9 tomfoolery
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский