-
1 losgaan
3 [opengaan] s'ouvrir♦voorbeelden:die schroef gaat los • cette vis se desserremijn veter is losgegaan • mon lacet s'est défait -
2 erop losgaan
erop losgaan -
3 afbreken
1 [brekend losgaan] (se) casser2 [plotseling ophouden] s'arrêter netII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door breken scheiden] détacher2 [plotseling doen ophouden] interrompre3 [slopen; afkraken] démolir♦voorbeelden:woorden afbreken • couper des mots (en fin de ligne)een tak van de boom afbreken • arracher une branche d'arbre -
4 afscheuren
1 [aftrekken] arracher♦voorbeelden:een plaat van de muur afscheuren • arracher une image du mur1 [losgaan door scheuren] se déchirer♦voorbeelden: -
5 borgen
1 [het losgaan beletten] verrouiller -
6 losbarsten
1 [plotseling te voorschijn komen] se déclencher2 [m.b.t. emoties] éclater3 [losgaan] craquer♦voorbeelden:een hevig geweervuur barstte los • un feu nourri se déclenchahij kon zich niet langer bedwingen en barstte los • il n'arrivait plus à se dominer et il éclata -
7 loslaten
1 [vrijlaten] libérer2 [laten blijken] révéler3 [met rust laten] laisser tranquille4 [in de steek laten] abandonner♦voorbeelden:honden loslaten op de demonstranten • lâcher des chiens contre les manifestants2 geen woord loslaten over iets • ne dire mot de qc.hij laat niets los • il ne veut rien révéler1 [losgaan] se détacher♦voorbeelden: -
8 losscheuren
1 [losgaan] se détacher -
9 losweken
1 [wekend losmaken] décoller2 [langzaam losmaken] détacher♦voorbeelden:2 hij probeert zich los te weken van zijn oude vrienden • il essaie de se détacher de ses anciens amis1 [door weking losgaan] se décoller -
10 tornen
1 [losgaan aan de naden] se découdre♦voorbeelden:ergens aan tornen • chercher à changer qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [losmaken] découdre♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на французский
с французского на все языки- С французского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский