-
61 cambrel
n. haak(gewricht) van een paard, enkel van een paard; haak gebruikt door slagers om stukken vlees aan op te hangen, slagershaak -
62 did not attach any importance
hechtte geen enkel belang aan -
63 gambrel
n. Enkel van een paard -
64 it cuts no ice
het maakt geen indruk, het is van geen enkel belang -
65 line art
zwart wit, afbeelding die is opgebouwd van pixels in enkel twee kleuren -
66 lost chain
verloren reeks, storing waarbij wordt genoteerd dat een bepaald deel van de schijf bezet is terwijl hij in werkelijkheid door geen enkel bestand in gebruik is -
67 malleolar
adj. van enkel -
68 malleolus
n. Enkel -
69 mentalism
n. mentalisme, theorie die beweert dat de huidige wereld bestaat enkel en alleen in menselijke geest -
70 not a penny to his name
hij heeft geen enkel geld in zijn naam -
71 not only
niet alleen-, niet enkel-, niet genoeg dat- -
72 oligo
pref. weinig, enkel -
73 salwar
n. lichte losse broek tot op de enkel hangend door vrouwen en mannen in noorden van India en Pakistan gedragen -
74 sequential access
opeenvolgende toegang, lees methode van een secundair geheugen waarin het lezen en de toegang worden uitgevoerd enkel en alleen door toegang aan elk gegeven in volgorde -
75 shalwar
n. lichte losse broek tot op de enkel hangend door vrouwen en mannen in noorden van India en Pakistan gedragen -
76 socle
n. sokkel, voetstuk voor de steun van een muur; vierkant blok gebruikt als voetstuk voor een beeldhouwwerk of een vaas; zachte gebreide bedekking voor de voet en enkel -
77 spavin
n. gezwollen enkel (waardoor iemand mank loopt) -
78 spavined
adj. Loopt mank, zwelling aan de enkel (bij paard) -
79 sprained ankle
verstuikte enkel -
80 sprained his ankle
zijn enkel verzwikt hebben
См. также в других словарях:
Enkel(in) — Enkel(in) … Deutsch Wörterbuch
Enkel — * Ênkel, adj. et adv. ein Nieders. Wort, welches so viel als einfach bedeutet, und auch in einigen Fabriken, z.B. in den Blechhämmern, üblich ist, wo Enkel einfache Bleche bedeutet. Das Dänische und Schwedische enkel bedeutet gleichfalls einfach … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Enkel — »Kindeskind«: Frühnhd. enikel, mhd. eninkel (ahd. enichlīn) ist eine Verkleinerung zu dem unter ↑ Ahn behandelten Wort. Der Enkel galt vielen Völkern als der wiedergeborene Großvater, wie es auch germ. Sitte war, ihm den Namen und damit Kraft und … Das Herkunftswörterbuch
Enkel — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • Enkelkind • Enkelkinder Bsp.: • Sie hat viele Enkelkinder. • Mit dem Videorekorder können sie Videofilme ihrer Kinder und Enkel ansehen … Deutsch Wörterbuch
Enkel — Enkel, meaning single , is a term formerly used by Trappist breweries to describe the basic recipe [Geert van Lierde et al., In het Spoor van de Trappisten ISBN 90 261 0704 8 pp 25 26] of their beers. Currently, there are no Trappist (or secular) … Wikipedia
Enkel — Enkel, in der Börsensprache Actien dritter Emission … Pierer's Universal-Lexikon
Enkel — (der) … Kölsch Dialekt Lexikon
Enkel — Die Verwandtschaftsbeziehung drückt die Art der Verwandtschaft oder im weiteren Sinne auch der Schwägerschaft von Personen aus. In den verschiedenen Kulturen haben sich hierfür mehr oder weniger komplexe Schemata entwickelt, gekennzeichnet durch… … Deutsch Wikipedia
Enkel — Enkelkind * * * En|kel [ ɛŋkl̩], der; s, , En|ke|lin [ ɛŋkəlɪn], die; , nen: Kind des Sohnes oder der Tochter: die Großmutter liest dem Enkel ein Märchen vor; der Großvater geht mit seiner Enkelin spazieren. * * * Ẹn|kel1 〈m. 5〉 1. Sohn des… … Universal-Lexikon
Enkel — Enkel1 Sm Kindeskind std. (12. Jh.), mhd. eninkel, spahd. eniklīn, enichlin Stammwort. Verkleinerungsform zu ahd. ano Ahn (Ahn), es wird also das gleiche Verwandtschaftsverhältnis von der anderen Seite her betrachtet. Eine entsprechende Herkunft… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Enkel — der Enkel, (Grundstufe) Sohn des eigenen Kindes Beispiel: Sie hat schon vier Enkel … Extremes Deutsch